Op 30 januari 1945 vielen er bommen op het Bergplein in Ootmarsum. Twee bewoners, onderwijzeres Femmie Davids en de nog jonge Johan Heupink, moesten deze ramp met de dood bekopen.
Op het Bergplein is wel een oorlogsmonument gekomen, maar de namen van de dodelijke slachtoffers zijn daar niet te vinden. 75 jaar na dato krijgen Femmie Davids en Johan Heupink hun postume eerbetoon als er op 30 januari 2020 een maquette wordt onthuld, waarin de namen van hen gegraveerd zijn. Dat gebeurt na een officiële plechtigheid op het Bergplein, die om 15.30 uur begint.
De bommen, twee of drie-dat is niet zeker-, werden afgeworpen door een Engelse bommenwerper, die in het nauw gebracht was door een Duitse Mosquito. De piloot probeerde zich te weren en gooide zijn bommenlast af in de veronderstelling dat hij boven Duitsland vloog. Dat was dus niet het geval en één van de afgeworpen bommen ontplofte op anderhalve meter van de waterput op het Bergplein. Het zorgde in Ootmarsum voor een geweldige impact. De woningen in de nabije omgeving werden geheel of gedeeltelijk verwoest. Ook de Nederlandse Hervormde kerk liep grote schade op. Erger was natuurlijk dat er slachtoffers te betreuren waren.
Femmie (Femmetje) Davids was onderwijzeres aan de Nederlands Hervormde School. Femmie woonde er met haar zuster Nieske, die het bombardement overleefde. De jonge Johan Heupink wordt zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht, maar overlijdt een dag later. Er zijn meer gewonden, die het echter overleven.
Echte dametjes
De gezusters Femmie en Nieske Davids zijn afkomstig uit Utrecht. Femmie werkt sinds 1932 als onderwijzeres aan de in dat jaar geopende Hervormde School aan de Oostwal samen met meester Reinders. Haar zus Nieske doet voor hen samen de huishouding. Eerst wonen de twee zussen aan de Schiltstraat, maar in 1938 verhuizen ze naar de Bergstraat. Daar worden zij de buren van Bernard Sanders (perronchef bij de TET in Oldenzaal) en Jo ter Heijne en hun kinderen Johnny, Bertus, Gerard en Ria Sanders. ,,De zusjes Davids waren”, vertelt Johnny Sanders, ,,echte dametjes uit de stad en heel aardig.”
Als na de bomexplosie in de paniek alleen Nieske Davids op straat wordt aangetroffen, gaan hulpverleners in het verwoeste huis op zoek naar haar zus. Onder de trap vinden ze tot hun ontzetting het ontzielde lichaam van Femmie Davids. Vermoedelijk heeft ze daar bescherming gezocht tijdens het luchtgevecht, maar de schuilplaats wordt ongelukkigerwijs haar dood, nog maar 34 jaar oud.
Een van de laatste foto’s van een onbezorgde Femmie Davids (rechts) met twee vriendinnen in het Springendal.
Ontroostbaar
Ook voor de familie van schilder Heupink heeft de bomexplosie grote gevolgen. Zoontje Johan, 12 jaar oud, wordt door bomscherven aan zijn hoofd geraakt. Levensgevaarlijk gewond wordt hij naar het ziekenhuis gebracht in Oldenzaal. Maar de artsen kunnen de jongen niet redden. Nog dezelfde nacht overlijdt hij. In de nacht van 30 januari werd hij zwaar gewond weggedragen. Heel moedig liet hij zich verbinden. Heel even maar schreide hij, bij de gedachte dat God ook nog zijn jonge leven wilde hebben. Maar hij zei daad’lijk: ‘Het is goed’. Zijn gedachten waren steeds voor anderen, voor zijn moeder en de andere gewonden. Tegen wie naast hem lag, zei hij nog: ‘Ik geloof dat je er veel erger aan toe bent dan ik’. ’n Ogenblik nog voor God hem heel zachtkens in de Eeuwige vreugde binnen leidde.’
De ouders van Johan Heupink putten veel kracht uit hun geloof om het grote verlies te dragen en te verwerken. Maar het valt hen erg zwaar, zo blijkt uit de tekst op het bidprentje. ,,Wij hadden nog zoveel van Johan verwacht. ’n Echt kind, opvallend door zijn levendige, drukke bewegingen en zijn opmerkelijk vlug verstand. Steeds blij gaf toch zijn fijn ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel hem soms diep kinderleed. Wat zou God nog met hem voor hebben? De droom van zijn vader en moeder – ’n onuitgesproken wens – wanneer hij ’s morgens aan het altaar, het H. Misoffer diende. Maar dat God het allerbeste met hem voor had, en God hem zó dicht bij zich wilde hebben, kunnen wij maar moeilijk aanvaarden.”
Gasthuis
Johan Heupink wordt opgebaard in het gasthuis aan de Markt. Riet Koopmans-Heupink: ,,Hij lag in een soort tuinhuis, heel vredig. We liepen er met de hele klas van mij langs om afscheid te nemen.”
Heel Ootmarsum loopt uit bij de uitvaart en begrafenis van Johan Heupink. Het verdriet en onbegrip in zowel de katholieke als hervormde gemeenschap van Ootmarsum en omgeving zijn groot, omdat zo’n jongen al op zo’n jonge leeftijd moet overlijden. Treuren
Ootmarsum treurt en rouwt na het bombardement ook om Femmie Davids. De onderwijzeres dacht in Ootmarsum veilig te zijn voor de oorlog en genoot van haar werk als onderwijzeres samen met meester Reinders op de school aan de Oostwal. Femmie Davids wordt ook opgebaard in het gasthuis. Alle kinderen van de Hervormde School komen daar om afscheid van haar te nemen. Dit maakt een onuitwisbare indruk op velen; een trieste herinnering voor het leven. Femmie Davids wordt onder grote belangstelling begraven op de hervormde begraafplaats aan de Molenstraat. Haar ouders en haar zus Nieske zijn daarbij. Maar haar broer Chiel niet, die kon niet mee naar de begrafenis in Ootmarsum, vertelt zijn dochter Femmy Davids (73) uit Almelo. ,,De ouders van Femmie vertrokken halsoverkop met de trein naar Ootmarsum. Ze reisden in een gesloten veewagon. Vermoedelijk om niet bij een eventuele controle in moeilijkheden te komen vanwege hun naam Davids. Dat klinkt Joods maar dat waren ze niet. In Oldenzaal stapten ze uit en vandaar zijn ze lopend naar Ootmarsum gegaan. Ze waren net op tijd voor de begrafenis.”