Het bestuur van het openluchtmuseum Ootmarsum voelt zich ernstig tekort gedaan en in de steek gelaten door de gemeente Dinkelland en spant een kort geding aan over een schriftelijk toegezegde jaarlijkse vergoeding van 30.000 euro, die de gemeente niet wil betalen. In januari 2017 had de eerste overboeking van deze overeenkomst overgemaakt moeten zijn, maar de betaling bleef uit. “Vanuit de gemeente kwam er nauwelijks een reactie op verzoeken om tot betaling over te gaan. Uiteindelijk werd duidelijk dat de gemeente het bedrag niet wilde overmaken en dat gegeven is dus een gegronde reden voor het stichtingsbestuur om naar de rechter te stappen.”
De bestuursleden van het museum zien dit nog als enige weg om na eindeloos en blijkbaar uitzichtloos overleg, zowel ambtelijk als bestuurlijk, het bedrag op te eisen dat is toegezegd om zo de exploitatie van het museum in de komende jaren financieel rond te kunnen krijgen.
Het openluchtmuseum Ootmarsum is gemeentelijk bezit, in het leven geroepen door de voormalige gemeente Ootmarsum en is in het jaar 2001 in eigendom overgegaan naar de gemeente Dinkelland, nadat in 1997 een stichting op non-profit basis de exploitatie op zich had genomen.
In 2012 toen het Commanderieplan meer concreet werd, is met de gemeente overeengekomen dat de horecafunctie van het gebouw De Weemhof, waarvan het museum de huur ontving, overgezet wordt naar één van de nieuwe gebouwen, die door investeerder Heupink gebouwd zou gaan worden. Het betreft hier Gasterij Oatmössche dat eind 2016 de horecafunctie van de Weemhof heeft overgenomen.
Door de komst van de Gasterij vervielen de huurinkomsten, die het museum ontving voor de Weemhof. Ter compensatie van deze inkomstenderving is een vergoeding van € 30.000 per jaar gedurende een periode van 10 jaar met de gemeente overeengekomen. Deze vergoeding is, zonder verdere ontbindende voorwaarden, vastgelegd in een schrijven van 24 augustus 2012, ondertekend door de toenmalige burgemeester Roel Cazemier en gemeentesecretaris Alex Damer. De betaling zou ingaan op het moment dat de Weemhof leeg opgeleverd zou worden. Dat is sinds eind 2016 het geval. De eerste jaarlijkse vergoeding had per 1 januari 2017 z’n beslag moeten hebben. Ondanks herhaaldelijke gesprekken en schriftelijke en mondelinge verzoeken staat het bedrag nog steeds niet op de rekening van de penningmeester van het Openluchtmuseum. “Dat is tegen alle afspraken in. De gemeente laat ons gewoon in de kou staan en komt gedane toezeggingen doodleuk niet na,” is de mening van het bestuur van het Openluchtmuseum.
Het bestuur van de stichting openluchtmuseum Ootmarsum, dat sinds 1 januari 2014, toen de jaarlijkse subsidie werd stopgezet, zonder enige subsidie moet rondkomen, is bijzonder teleurgesteld in de houding van de gemeente en ziet geen andere mogelijkheid dan via gerechtelijke weg de toezeggingen gestand te laten doen.
De houding van de Gemeente is des te meer wrang, omdat het museum zich heeft ingespannen om de door de gemeente opgelegde verplaatsing van entree en kapschuur, de aanpassingen van de looproutes enzovoorts tijdig te effectueren en om dit te bereiken een bedrag van € 70.000 uit eigen middelen heeft geïnvesteerd in gemeentelijk eigendom. Daarnaast werd door de verplaatsing van de entree het museum opgezadeld met € 7.500 aan huurkosten voor dit onderkomen. Dat heeft het bestuur geaccepteerd. Hieruit mag blijken dat het Stichtingsbestuur zich steeds positief heeft opgesteld in de richting van de gemeente, er van uitgaande dat de lokale overheid omgekeerd de harde toezegging, vastgelegd in eerder genoemde brief, zou nakomen.
Het museum met meer dan 100 vrijwilligers en jaarlijks rond de 40.000 bezoekers is een belangrijke speler op de toeristische markt, maar heeft ook een sociaal maatschappelijke functie. Het tonen van het Twentse erfgoed aan duizenden bezoekers is een waardevol gegeven en deze in vele jaren opgebouwde instelling zou door de gemeentelijke overheid niet zomaar in de steek moeten worden gelaten.
Het bestuur van het museum vertrouwt met deze gerechtelijke procedure op een positieve uitkomst, waarbij tien jaar lang op de beloofde jaarlijkse vergoeding van 30.000 euro kan worden gerekend, waardoor het museum niet in de rode cijfers komt. Uiteindelijk is dat de doelstelling van het stichtingsbestuur, want zij vechten voor een Openluchtmuseum dat ook in de toekomst zijn waarde houdt voor Ootmarsum en omgeving en de vele bezoekers, die jaarlijks hun weg weten te vinden naar dit museum ‘Van Heeren en Boeren’ en naadloos passend in dit Commanderiegebied.