Binnen de Ootmarsumse carnavalswereld nemen de Siepelrijgers – en lopers een bijzondere plek in. Op de woensdag voor het carnavalsweekend wordt de werkplaats van autobedrijf Heisterkamp voor een deel ontruimd voor de Siepelrijgers. Deze groep, die voor een groot deel uit nijvere dames bestaat, heeft die middag zwaar werk, maar ze doen het met het meeste plezier. Vrijdagavond starten vanuit de residentie de Siepellopers om de Siepels met daaraan de spreuk van de prins rond te brengen en iedere deurknop in Ootmarsum heeft de volgende dag een Siepel. De oorsprong van het Siepelhangen stamt al uit de jaren ’60.
De ouderen in Ootmarsum kennen nog het fenomeen “Siepelstadrevue” met de bekende liedjes “San en Bats goat kampeern op den hoogn Kuuperbarg en” Siepelstad er is niks mooier dan dat “ Dit lied was destijds min of meer het Ootmarsumse volkslied, dat nu achterhaald is met het lied uit de zitting “Oatmössche” Op de dag van de eerste voorstelling werd er ’s nachts aan de voordeur een siepel gehangen met de aankondiging, dat de revue begon. Dit bracht good old Wim Essink op het idee om hetzelfde ritueel toe te passen bij het carnaval. Maar dan met de spreuk van de Prins. En zo ontstond de groep “Siepellopers” In eerste instantie met de meeste lopers uit het nog kleine gevolg van de Prins. Het waren gezellige avonden/nachten, zodat de belangstelling om Siepelloper te worden toenam. Daarnaast groeide Ootmarsum en kwamen er steeds meer wijken en dus huizen bij en ontstond de behoefte aan meer Siepellopers.
De groepjes meestal 4 of 5 personen melden zichzelf aan. Vrijdagavond voor het carnaval verzamelen de lopers zich bij de residentie waar per buurt de zakken met Siepels klaar staan. Na 22.00 uur gaat men dan op pad.
Wat ook eens een keer extra vermeld moet worden is de noeste handenarbeid van de dames de woensdag daarvoor. Zij verrichten het zware werk om de Siepels van een label te voorzien en ze te doorboren, zodat het ophangtouw er door heen kan met daaraan de spreuk van de Prins.
De Siepellopers die nu de Siepels ’s nachts ophangen bestaan uit ca. 200 personen en sinds kort doen ook dames mee. De wijk waar men naar toegaat is per jaar verschillend, want de ontvangst kan ook zeer verschillend zijn. Je hebt wijken waar de lopers gastvrij worden onthaald. Ze worden binnen uitgenodigd voor een hapje en een drankje of er hangt aan bij de deur iets te eten of te drinken. Andere wijken hebben dat veel minder. Vandaar dat er een roulatie in wijken plaats vindt.
Over het algemeen zijn het trouwe groepen, die jarenlang dezelfde samenstelling kennen. Veelal geven ze aan zo’n avond een eigen invulling. Je ziet overal in Ootmarsum in het donker en veelal ook in de kou groepjes lopen. Maar er zijn adressen waar men elkaar tegenkomt. Wat opviel was dat veel groepen de eerste stop maakten in het toenmalig café Pikkemaat. Het einde van zo’n avond is voor iedere loper zeer verschillend. Voor sommigen is het één van de belangrijkste avonden van het carnaval. Anderen moeten zaterdag weer vroeg aan de bak. Zij maken het daarom niet zo laat. Maar voor allen geldt dat het een bijzondere avond is.