Wie in Ootmarsum door de Radboudstraat gaat, of het beeld van de heilige Radboud in de tuin achter het voormalige Radboudpaviljoen van de zusters van Amersfoort ziet staan, zal zich niet altijd realiseren dat deze voormalige bisschop van Utrecht deze week (woensdag) 29 november precies 1100 jaar geleden in Ootmarsum stierf.
Tijdens de vieringen in de H.H. Simon en Judaskerk stond pastoor Munsterhuis afgelopen weekend kort stil bij dit bijzondere historische moment. In de Canon van Ootmarsum, die de vereniging Heemkunde enkele jaren geleden opstelde is een venster aan deze heilige gewijd. Daarin staat onder andere:
De Vita Radbodi, een oorspronkelijk Latijnse levensbeschrijving door een tijdgenoot, vertelt ons het volgende: “Op een bepaald moment was een periode van 3½ jaar verstreken sinds de eerder genoemde voorspelling. Radboud verbleef toen in zijn onderkomen in de streek die Drenthe heet, waar hij last kreeg van hoge koorts. Meteen toen hij dat merkte, gaf hij zijn mensen opdracht ijlings met hem op weg te gaan, want als de koorts nog in hevigheid toenam zou vertrek onmogelijk worden. In de wintertijd komt men namelijk niet gemakkelijk weg uit die streek. Ze wachtten geen moment en ondanks hun ongerustheid over de aandoening van hun grote vader gaven ze toch gehoor aan zijn opdracht en vertrokken richting Ootmarsum: op een ingeving van bovenaf zouden ze hem daar moeten achterlaten en een plekje moeten uitkiezen voor zijn graf. Het is een mooi gelegen plaats, maar de kerk is er nog altijd heel klein. Radboud verbleef hier geregeld.”
Hij overleed in Ootmarsum op 29 november 917. Hij werd er opgebaard en onder het zingen van hymnen en psalmen werd zijn lichaam door clerus en volk naar Deventer overgebracht. Daar werd hij aan de noordzijde van de kerk begraven. Het overlijden van bisschop Radboud te Ootmarsum laat het belang van deze plaats in die tijd zien. De bisschop heeft overigens, zelfs na zijn dood nog naam gemaakt. In Nederland is Radboud de patroon van de katholieke wetenschapsbeoefening. In Ootmarsum werden een straat en enkele gebouwen naar hem genoemd en in de Putstraat werd een stenen standbeeld voor hem opgericht.