Bij aanvang van de laatste ronde van het NK in Hengelo (Gld) stond hij aan kop in het klassement. Winst of een gelijkspel zou voldoende zijn voor de Nederlandse titel. Maar in dit onvoorspelbare eindtoernooi ging ook nu de stand weer op de schop.
Nick Keupink, de Ootmarsummer die in Zwolle woont en biljart voor DOS Hattem, schopte het helemaal tot de finale van het ‘NK Driebanden Klein 1e klasse’.
En dáár pas, vond hij definitief zijn meerdere. Jeffrey Cornelissen uit Schiedam wist hem perfect uit de wedstrijd te spelen. Vooral door weergaloos te verdedigen en zelf rustig en constant te blijven scoren. Uiteindelijk moest Nick door het echec zelfs genoegen nemen met het brons. Erik Vos uit Apeldoorn zou bij winst kampioen zijn geworden, maar bleef in zíjn slotpartij tegen Brian Bakkers steken op een punt. Zíjn relatief hoge gemiddelde in de slotronde bleek echter nét genoeg om Nick nog (op moyenne) te passeren in de eindstand.
Kwalificatie
Derde van Nederland dus, na een lange enerverende reeks van persoonlijke kampioenschappen. Een PK-reeks die al op 28 september 2018 begon. Bij voorwedstrijden in Kampen. Omdat Nick Keupink toen nog clubloos was, mocht hij daaraan deelnemen onder de vlag van de KNBB-Zwolle. Voor trainingen kon hij terecht in het biljartcentrum van DOS Hattem.
Het spel in deze voorwedstrijden was nog niet al te hoogstaand. De vele ups en downs bleken uiteindelijk wél voldoende voor het eindigen bij de beste zes, goed voor kwalificatie voor de Districtsfinale op Urk.
District
Aldaar, liep het ook al niet gesmeerd voor het dan (inmiddels) ‘jongste lid’ van DOS. Mede door materiaalproblemen viel de kwaliteit van het spel nogal tegen. Wonderwel werd er een tweede plek uitgesleept, omdat de laatste partij werd gewonnen van de (toen al) kampioen Albert Plender en omdat de naaste concurrentie het in de laatste ronde liet afweten. En deze plek bracht ook nu kwalificatie voor het vervolgtoernooi. Daarin namen acht spelers uit vier Districten het tegen elkaar op in de Gewestelijke finale in Gorredijk. Daarbij uiteraard ook kampioen, districtgenoot en oud-DOS-speler Albert Plender.
Gewest
Eenmaal in Friesland was de vorm hélemaal daar! Slechts één van de zeven partijen werd verloren en stuk voor stuk rolden er prima gemiddelden uit, waaronder twee in de 1+. De hoogste daarvan was na een cruciale overwinning op Albert Plender. Die besloot vervolgens maar om naaste concurrent en lijstaanvoerder Mirjam Pruim-Emmens uit Almelo – topspeelster bij de vrouwen – het zo zwaar mogelijk te maken. En dát klusje bleek wel aan Albert besteed! Nick nam de leiding in de stand over en een één-tweetje lonkte voor het District Zwolle. In de finalepartij moest Nick nu minimaal gelijkspelen tegen Mirjam. En dat lukte knap, na een lang en defensief gevecht met twee matchpoints tegen. Genoeg voor de titel dus en plek twee voor Albert die zijn laatste partij won!
En dus was Nick als één van de twee kampioenen van het Gewest Noordoost Nederland geplaatst voor het NK in Hengelo (Gelderland). Als nummer 1 nog wel!
Nationaal
Het moet dus ook op de juiste momenten een beetje meezitten, wil je ver komen. Dat ‘meezitten’ was er in de nationale finale dán weer wel en dán weer niet. En op het allesbeslissende moment dus helaas niet. De eerste partij van het NK werd voor Nick een Lucky escape met een welhaast gestolen gelijkspel. Het lukte opponent Henk Meijer een flink aantal beurten niet om als eerste ‘met geel’ zijn dertigste en dus winnende punt te maken. Wedstrijd twee werd een krappe, maar prima gecontroleerde 30-27 overwinning op Robert Houben.
De zaterdag begon echter dramatisch. Mede door een heel slechte nachtrust en barstende hoofdpijn ging de ochtendpartij tegen Erik Vos kansloos verloren. Na wat paracetamolletjes kwam ’s middags gelukkig de gewenste opleving. Een heel solide winst tegen Frank Wittenaar in ronde 4. Gevolgd door een onvervalste wereldpartij tegen René Langenbach met 1,363 moyenne. Naar later bleek de kortste partij van het toernooi. Omdat iedereen elkaar punten afsnoepte, stond aan het eind van de dag alles in de top van het klassement nog dicht bij elkaar.
De zondag begon met een uitstekende winstpartij op medefavoriet Brian Bakkers. Heel geconcentreerd, mooi rustig en haarscherp spel en misschien daarom wel de kwalitatief beste partij van het toernooi. En plots staat Nick bovenaan de ranglijst. Ook nadat Erik verliest van Robert.
De ‘druk van de koppositie’ is voor sommigen heel fijn om goed scherp te beginnen aan een slotwedstrijd. En dat blijkt, want in de openingsbeurten gaat het mooi gelijk op met Jeffrey Cornelissen. Door prima spel is er zelfs een kleine voorsprong. Totdat op een zeker moment de rode bal vast komt te liggen in een hoek van de tafel. Zo’n zes beurten wordt er door beide heren steeds weer ‘naar rood’ gespeeld. Met verdedigende intenties uiteraard! En steeds wordt er gemist. Totdat Nick de bal onbedoeld via een klos uit de hoek speelt. Plots ligt er een mooie positie voor Jeffrey om aan te vallen. Hij scoort er vervolgens lustig op los. En daarbij, telkens wanneer hij mist, speelt hij de ballen op het perfecte tempo om steeds weer een zeer moeilijke positie achter te laten voor zijn tegenstander. Een kleine voorsprong voor de lijstaanvoerder wordt zo stapje voor stapje door Jeffrey omgesmeed in een grote achterstand. Door frustratie over zoveel ‘onmogelijke’ aanvangsposities wordt het spel bij Nick geforceerder en minder nauwkeurig. Het gevolg: maakbare ballen die plots (ruim) misgaan en een toenemend aantal klossen. Een ongelukkige samenloop, dat ideaal is voor het ontstaan van zeldzaam lage moyennes. De slechts 18 gemaakte caramboles in 36 beurten blijken achteraf zelfs twee caramboles te weinig voor het zilver.
Prijs
Toch is brons absoluut géén troostprijs!
Als je de hele reis naar deze apotheose nog eens overziet dan besef je je wellicht wat een geweldig avontuur, bijzonder knappe prestatie en unieke ervaring het al met al is geweest.
Dát neemt geen mens je nog af!