Annet Palthe is met haar levenspartner Jan Willem vertrokken voor een periode naar Canada. Ootmarsum moet deze levenslustige dame een aantal maanden missen, maar In en Om Ootmarsum houdt contact en dus wil Annet wekelijks haar belevenissen toevertrouwen aan deze site. Dat gebeurt door middel van foto’s en natuurlijk met verhalen door het oog van Annet. We denken trouwens dat ze in Canada ogen tekort komt. En wie dit leest komt trouwens ook ogen tekort, want Annet en Jan Willem zijn in een prachtige, veelal ongerepte omgeving beland.
Canada….door de ogen van Annet Palthe
deel 3: mijn eerste kennismaking met Bowen Island
Uitgeput van de reis en vooral het tijdsverschil van 9 uur is er eigenlijk nog maar één ding-na de vliegtuigstoel- wat je het allerliefste wilt: naar een echt bed gaan voor een goede nachtrust. Even ter herinnering: wij stapten ‘s woensdags rond 13.00 uur in op Schiphol en kwamen op dezelfde dag in Canada-Vancouver aan rond 14.00 uur lokale tijd. Inmiddels is het dan voor je (Europese) lichaam al wel zo zoetjes aan bed- of tenminste toch Pauw&Witteman-tijd…
Maar ja, na het landen, familiebezoek en belangrijke ontbijt-boodschappen doen, wil ik het hele huis natuurlijk wel heel erg graag zien. Mét al haar mooie doorkijkjes en vergezichten, die ik op de foto’s al zag. Jan Willem heeft het huis zelf ontworpen en laten bouwen. Het is net alsof er twee grote kajuiten boven elkaar zijn gestapeld als hoofdvertrekken. Beide hoofdvertrekken met zicht op het royaal beboste eilanddal onder ons, de baai met haar eilanden, landtongen en diverse majestueuze land- en zeearenden, die zich door de thermiek laten dragen. Ze zeilen, zwieren en zwaaien dat het een lieve lust is. Je ziet ze af en toe ineens afbuigen, buitelen of duiken, maar dat is dan alleen als er iets interressants, dus eetbaars nader te bezien of te grijpen is: dat heb ik tot nu toe niet zien gebeuren, maar wie weet kan ik het eens zien én vastleggen….
Terug naar het huis. Naast de leef- of hoofdruimte liggen, links en rechts, de beide logeervertrekken. De bovenste ‚kajuit’ is een royale multi-ruimte: werk-,zit-en logeerkamer met ervoor een groot uitzicht- en zit plankier dat helemaal rondom door een eco-dak wordt omgeven. Het uitzicht vanaf dit bovenvertrek, en het plankier uiteraard, is fenominaal. Je zit prinsheerlijk uit te kijken over natuur, eilanden en zee, terwijl je door de meest verrukkleijke planten- en kruidengeuren en allerlei vogelgeluiden wordt omgeven. Verden niets!
Verkeersgeluiden horen we hier amper. Eén van de bijzonderste geluiden is vaak vroeg in de avond waar te nemen: terwijl de avondhemel steeds wisselend spectaculaire kleuren aanneemt is het enige wat je hoort een héél iel hakkepufje-geluid. Alleen met de verrekijker en soms op de camera te vangen vaart er dan op ‚onze’ spiegelgladde zeebaai een klein vrachtbootje met achter zich aan een mega sleep van boomstammen… op weg om??? tot onze kastplanken, tafels of massieve parketvloeren te worden verwerkt!
Bummel ligt daar op het ecodak het liefst in de thymbedden en allerlei mossen te rollen….soms toch jammer dat je niet weer een kind bent en ongegeneerd ook gewoon dàt doet wat je lekker lijkt!
Terug naar de rondtour. Nu ik de indeling goed heb ingepren – zodat ik vannacht niet een kast induik als ik de badkamer moet hebben!- de boodschappen zijn ingeruimd en little Mister B zijn snuffelwerk uitgeput lijkt te staken, gaan we buiten verkennen. De zaklantaarn moet inmiddels het aankomende duister ontsluiten en dan sta je onverwachts oog in oog met … twee nieuwsgierig herkauwende herten! Met zoiets van van: Wat doen jullie hier nou weer! Er waren hier toch geen mensen….!
Jan Willem zelf was hier natuurlijk op verdacht en hij had het ook wel verteld, maar als ze er dan ook daadwerkelijk meteen de eerste avond al staan, kijk je toch vol ongeloof met ogen op steeltjes. Terwijl Bummel’s snuivende neus overuren lijkt te maken en al die nieuwe spannende geuren registreert, denk ik alleen maar: de camera ligt binnen….! Maar natuurlijk weet ik een flits later ook meteen dat ik ze dan alleen maar zou laten schrikken. Dus heel voorzichtig bewegen en zachtjes praten en ze blijven je gewoon, lichtelijk verstoord, staan aankijken. Aangezien ze hier niet mogen worden geschoten, zijn ze redelijk tam. Op de golfbaan zie ik enkele dagen later tot mijn grote verbazing dat ze gewoon tussen het balletjes slaan en het rondrijden met de karretjes met ons mee oplopen, op slechts enkele meters van het pad vandaan. Ik natuurlijk met de camera in de aanslag: zo verraad ik aan de anderen dat dit voor mij nieuw is: “Oh dear, there`s a dear!!!”
En weer terug naar het huis….Voldaan dat alles nog oké is sinds Jan Willem’s laatste bezoek, zien we, lekker lui vanuit de leefruimte gezeten, de lichtjes in het dal en de eilanden voor ons aangaan en de avond- en nachtluchten zich tonen als een steeds wisselend kleurenpalet. Als je de zon zo snel ziet ondergaan – soms kan ik de camera niet eens op tijd pakken en foto’s maken – besef je meteen de snelheid, waarmee de aarde ronddraait.
Na mijn allereerste verwelkomende avonddrankje gaan we langzaamaan naar dromenland en duiken we zo meteen in het nieuwe tijdritme.
Om 7.00uur opstaan in de nieuwe tijd lijkt vroeg als je vakantie hebt, maar het lichaam zal nogal langzaamaan wennen. Dat blijkt in de loop van de week. `s Middags een tukje doen na het wandelen en de lunch bevalt het beste. Dat merken we die eerste dagen en natuurlijk gaan we hét stadje Snug Cove en het Art Centre bekijken.
En wat te denken van een straffe cappucino met eigen gemaakte bonbons, die je gewoon aanwijst welke je erbij wilt hebben. Meteen het lokale krantje inneuzen en zo even bijkomen van het eerste opstaan…. het kan hier allemaal en deze omgeving lijkt in dat rustige leeftempo, net als het elkaar kennen, herkennen en begroeten met een praatje, helemaal op Ootmarsum. Kortom, het levenstempo is heerlijk relaxt, de mensen zijn zeer vriendelijk, belangstellend en lijken alle tijd van de wereld voor je te hebben. Als je de store binnenkomt klinkt het melodieus opgewekte „Hello you two, how are you today?!” je als muziek in de oren. En dat doet het ook letterlijk, want het aangename is dat ze hier een soort zangerige zinsopbouw hebben. Net als in de kleinere leefgemeeschap Ootmarsum hebben ze hier ook diverse koren….waarvoor ik ongetwijfeld nog gevraagd zal worden, volgens Jan Willem. Dat zangerige spreken en de koorliefde is weer niet zo vreemd als je de link met de omringende natuur en haar vele vogels legt, zoals ik dat graag doe.
En, weer terug naar het huis. Het linker terras, dat in de beschutting van de leefruimte en een slaapkamer ligt, heeft op het uiterste puntje een vogelvoedertafel en één van de eerste dingen, die Jan Willem de eerste ochtend deed (en zal doen) was…de voedertafel royaal vullen en wat vogelkreten de prille ochtendlucht ingooien. Met een paar minuten zitten wij binnen én zij buiten aan de eettafel.
Er zijn wel wat gelijkenissen tussen onze huisvogels en de redelijk tamme vogels hier, maar de kleurenpracht is hier veel uitbundiger en uitgesprokener. Kuifje, de Stellers Jay, met schitterend blauwglanzend achterlijf en zwarte kuifkop is een brutale parmantig koddige rakker: hij is de snelste pindagapper, die je je maar kunt voorstellen en dwingt goed- of kwaadschiks de voederplank voor zich op. Wel ‚dult’ hij dat zijn letterlijke ondergeschikten op de grond rond de voedertafel rondscharrelen en zijn rondvliegende resten opeten… En dan hebben we nog de kolibries, die hier kind aan huis zijn: zij hebben een eigen suikerwater hangdrinkbak, waarop kleurige bloemblaadjes in kunst zijn gemaakt: zo denken ze dat ze dat suikerwater direct uit die bloemetjes halen…een geniaal uitgedacht voedergebeuren. Verdere vogelvriendjes zie je wel op de foto’s en later vertel ik wel wat meer details als dat zo te pas komt.
Jan Willem’s huis en grondgebied liggen ingeklemd tussen diverse natuurgebieden en parken. We gaan ze de komende dagen om beurten verkennen en lopen het iets verder gelegen grote meer rond. En de baaien, waar wandelpaden zijn aangegeven, blijken altijd een feest om te bepalen welke het mooiste is…. Zijn het de zanderige intiem kleine boogvormige baaien zelf of de altijd weer woeste mega grote en stijl oprijzende rotsformaties waar het eiland haar water langzaamaan terruggeeft aan haar grillige buurvrouw Zee. Of zijn het de vaak vele meters lange oerboomstammen, die van overal vandaan aanspoelen op welk strandje of in welke baai je ze ook maar ziet, die de hoofdprijs van mooiste natuurvoorwerpen winnen? Die bomen, en natuurlijk ook stronken, hebben de meest mooie, maffe of geestige vormen. Afhankelijk van houtsoort, de tijd en getijden die hen hebben hervormd, zijn het stuk voor stuk praktische en prachtige kunstwerken geworden. Op de grotere stranden zijn het de rechte stamen, die nu als rugsteun zijn verworden, of als klimtoetsel of simpelweg uitkijkzit dienst doen. Maar een stronk kan gemakkelijk als octopus-, heksen of vogelkunstwerk (zie foto verdronken aangespoelde zwaluw) haar nieuwe levensfase ingaan. We hebben dat hergebruik van aangespoeld hout vorig jaar op Kunst in Ootmarsum gezien van de kunstenaar James Doran-Webb; hij maakte dat prachtige grote paard van aanspoelhout wat een poosje het Kerkplein van Ootmarsum verfraaide…daar is de link tussen Ootmarsum en Bowen weer, die zul je vaker hier in mijn reiservaringen tegenkomen. Geeft me ook eventjes het gevoel om gezellig terug tekijken naar Ootmarsum (én jullie allemaal natuurlijk!!!), het stadje dat zo enig en anders is!!!!
De temperaturen variëren net als ‚thuis’ ook hier aardig en is eigenlijk best wel laag met vaak rond de 15ºC, maar het voelt veel warmer aan en je loopt eigenlijk zelden in een dikker jasje of een dik vest of fleece jack of zo. Ook een regenjas heb je wel nodig, want de meiregens vallen hier regelmatig, maar dan schijnt na een paar uur de zon weer lekker.
De ferry komt er aan, we staan nu als eerste, terwijl we hem net met één andere auto voor ons moesten zien vertrekken….dus de garage gebeld dat we een uur later komen.
Tot zover dit reisverslag en hopelijk kan ik jullie laten meegenieten via de fotoserie van natuur en dieren.
See you next week! Groetjes Jan Willem en Annet Palthe