Annet Palthe is voor een periode met haar levenspartner Jan Willem en niet te vergeten de hond mister little Bummer naar Canada afgereisd. Daar geniet de levenslustige Ootmarsumse met volle teugen van dit bijzondere land. Prachtige vergezichten, oog in oog staan met een beer en de eerste geslaagde zwem’proof’ van Bummel. Daarnaast heeft de Siepelin een nieuw talent ontdekt. Opnieuw een verhaal van Annet vol met veel belevenissen en dat allemaal door het oog van……
Blog no.5
Afgelopen week stond er een midweek Whistler op het programma, zoals vaste lezers/essen al opvingen.
‘s Woensdag dus met de weekendkoffer en -tas gepakt om op tijd in de rij te staan voor de ferry naar Vancouver. Bij het wegrijden zien we, als een soort van afscheidsgroet, voor het eerst in de vijver een paar Canadese ganzen….en het huis heet de 3 Ganzen.
Dat naambord hebben we samen opgeknapt. Jan Willem geschuurd en gelakt en, ja heus, ik heb het zwart en rood ingekleurd ……..
Trots dat ik ben: ik dacht dat ik alleen de camera- en PCknoppen kon indrukken!
Aangekomen bij zus Yvonne en zwager Randy in Vancouver drinken we eerst heerlijk op hun terras koffie als opkikkertje voor het gezamenlijke reisje naar Whistler, naar hun paradijselijk gelegen hotel-restaurant Edgewater Lodge, even buiten de stadszone. Het ligt heel toepasselijk, naast het Dream River Park…
Het staat op een eigen grote landtong in The Green Lake, omgeven door bergen waar natuur en sneeuw met elkaar strijden om de eerste plaats van de altijd aanwezige schoonheid.
De stand blijft 1-1 tot dusver.
Onderweg stoppen we nog voor Squamish om vlak onder de watervallen van Shannon Falls te lopen.
Voor Bummel extra lekker omdat `ie vanuit de half volgepakte bagageruimte veel minder lig- en strekruimte heeft. Maar voor ons is het beleven van zo’n magische waterval geweldig. De grootsheid van zo’n natuurfenomeen, die haar water vele mega meters diep naar beneden laat donderen. Het water laten we als een douchegordijn van minuscule mistregendruppels over ons heen komen. En vooral de vele oh’s en ah’s die je als internationale voertaal om je heen hoort, en waar jij zelf ook druk aan meedoet. Het geklik-klak van ieders persoonlijk camera, maar meer nog de mobieltjes, hoor je om je heen. Men kijkt bijna alleen nog maar gefocust door de nauwe rondingen van die lenzen…Ik doe daar zeker druk aan mee, maar heb in ieder geval nog de illusie dat ik ook verder naar de wereld om me heen kijk, ervaar en vooral luister.
Dan gaan we door richting Whistler, maar eerst lunchen in Squamish, iets na het watervallen avontuur, wat halverwege Vancouver en Whistler ligt. Daarna nog zo’n wonderschoon wateravontuur, nu de Brandywine Falls, hét provinciale park waar het ontstaan van het landschap door de gletsjers wordt verteld op grote infopanelen. Maar tegelijkertijd worden vooral de oorspronkelijke bewoners er uitgelicht, die wij gemakshalve de indianen noemen, wat door hen zelf als een scheldwoord wordt gezien. Hier noemt men ze liever de „First Nations”. Veel infoborden en plaatsnamen zijn dan ook tweetalig.
De oorspronkelijke bewoners hebben hier in de afgelopen tijd een soort van teruggave van ‚eigen’ grond en goederen gekregen: er zijn op vele plaatsen hele wijken speciaal voor hen gebouwd, rijkswege dus!, waarvoor ze geen enkele belasting of huur, nog medische kosten en scholing hoeven te betalen. Goedmakertjes van in het verleden inhuman aangedane acties genoemd. Terecht of niet, het werkt. Nadeel is dat ze hoegenaamd nergens in gestimuleerd worden om voor zichzelf iets op te bouwen; want zelfs hun winkeltjes die er staan, zijn meestal dicht. Helaas.
Wel liggen er veel van hun kunstvoorwerpen in de galeries. Maar dat is dan weer uptown, dus wie er dan uiteindelijk aan verdient, is onduidelijk…
En dan…rijden we eindelijk het voor mij onbekende „weddingparadise” binnen, The Edgewater Lodge, wat de komende dagen ons thuis zal zijn. Meteen met onze eerste verkennende rondtoer zwemt Bummel hier voor het eerst ook maar meteen helemaal los, met de poten-van-de-grond. Wij staan als gekken hem te prijzen en het enige wat hij bleek te willen hebben waren….waterplanten! Liefst beetje zacht, bruinig halfrotte stelen, dan zijn ze een ware traktatie voor hem. Iedereen, ook dieren zo blijkt maar weer, hebben zo hun eigen voorkeuren nietwaar?! In ieder geval hoeven we ons nu niet meer bezorgd te maken of hij wel kan zwemmen: het gebeurde gewoon.
Tussen de vele oh’s en ah’s, vooral van mijn kant natuurlijk, zetten en hangen we alles netjes op hun plaats in de suite, strekken nogmaals de benen, vooral voor Bummel, rondom de Lodge en gaan gezellig gevieren op ons balkon aan de borrel. Met uitzicht op de besneeuwde bergtoppen en het meer letterlijk aan onze voeten. Het steeds wisselende licht van de afnemende zon zetten het water en de sneeuw steeds in een andere kleur: het blauw heldere water verkleurt naar allerlei groenig-grijze tinten en het in-wit van de sneeuw verkleurt naar allerlei blauwviolette tinten, net zoals raszuivere diamanten kunnen flonkeren.
In het restaurant, met een hele hoge zoldering zodat je maximaal de bergen verder ziet verkleuren, eten we verrukkelijk ‚real Canadian salmon’ uiteraard. Moegereisd en uitgeput van alle, vele, nieuwe, schitterende indrukken, gaan we na het eten ieder naar de eigen kamers. Als laatste zie ik ineens, zoals Yvonne al had voorspeld, allemaal bewegende dwaallichtjes over één besneeuwde bergrug op en neer gaan! Aha, dat zijn dus de sneeuwmachines, die de pistes `s avonds heel laat skiklaar maken, compleet met mega sneeuwkanonnen om de al grotendeels smeltende sneeuw aan te vullen.
Als we de volgende dag, na het shoppen en de buitenlunch in een impuls met de skiliften als kijkpassagier meegaan, kunnen we duidelijk de afnemende sneeuw zien én voelen onder onze gewone schoenen. Hanny Schulten! Mijn AGL-schoenen, die ik bij je kocht, zijn hier dé hit, zeker ook omdat ik er gewoon mee in de sneeuw rondbanjerde alsof ik door een chique winkelstraat liep. Ik kreeg al wel zeker 5x opmerkingen als „cool shoes lady!”. Ja, wat kleding en schoenen betreft, moet je echt alleen in de grote stad iets zoeken, verder lopen ze hier heel erg achter qua mode en draagt men vooral gemakskleding en -schoeisel. Moet ook wel met al die bergen, meren en stoffige straten. Het land is als zodanig ruig en onherbergzaam en daarom nog, zo vaak ongerept wonderschoon… En, we hebben vanuit hier ook een fantastisch mooi zicht op het hele terrein van The Edgewater Lodge, inclusief het feestterrein en de steigers met de vele kano’s.
Oh ja! De lift, dat verhaaltje moet ik nog ff vertellen, te leuk.
Het laatste stuk vanaf het mega skirestaurant naar beneden kijken we, mijmerend van gelukzaligheid over zoveel moois, een beetje voor ons uit. Zeg ik tegen Jan Willem: het zou toch zo maar een grote grap zijn als jij riep om een beer en er kwam er eentje aanwandelen. Dat is hier namelijk dé grap: je roept beer hier…en dan schrikken deze beesten van je geluid en trekken zich terug in het bos, want er zitten er hier heel veel, redelijk rustige types, dat wel.
Roept Jan Willem gebiedend en keihard door z’n handen als een scheepstoeter: Beer……hier!!!
Ik giechelend: „Dat zou toch wat zijn als er ineens eentje aan komt zetten! Zou leuk zijn voor de verhalen en het blog!” En echt waar, een minuut later, als we al weer een heel stuk verder naar beneden zijn gegleden in onze gondel, lopen moeder- en babybeer recht onder ons! Ze kijken niet op of om van al die skiliften, die de hele dag over hen heen glijden, maar zoeken op hun gemakje of er iets van hun gading is om te eten…
Puur van de zenuwen omdat ik foto’s van ze wil maken, laat ik het toestel bijna op de grond vallen (ik had ‘m al opgeborgen), maar toch lukken er nog enkele foto’s. Even later spotten we zelfs nog een hert, wat hier zeldzaam blijkt te zijn; ook die wordt op mijn gevoelige plaat vastgelegd.
Tijdens de gezamenlijke borrel worden we getrakteerd op een huisconcert door allerlei vogels-die-het-voorjaar-vieren… en ondertussen glijden er haast geruisloos de watervliegtuigen naar de overkant van het water, spectaculaire watersporen achterlatend.
Het leven is goed!!!
De volgende dag rijden we de bergen in, bezoeken nog zo’n oerwaterval waar je als het ware het ontstaan van onze huidige aarde ziet, Squamish-Lillooet (openingsfoto Annet) geheten in First Nation-taal, lopen een helikopterpost binnen (kun je je mee om je te laten droppen om te skiën of een bergwandelingetje te maken!), klikken daar túúúrlijk wat stoere foto’s alsof Jan Willem en Randy net willen instappen en opstijgen….en gaan eind van de dag weer naar huis, naar Bowen Island.
Daar wacht ons zaterdag een prachtig Voorjaarsfeest, waar Ice-Queen of Koningin Winter – geheel in koelwit gekleed – wordt verjaagd door de Greenman, oftewel het Voorjaar als groeizaam symbool. Zij dragen prachtige teksten voor, onderstreept door het volk, met name heel veel kinderen, die afwisselend gillend, juichend en met boe- en hoerageroep de teksten begeleiden en karakteriseren. Daaromheen wordt er, begeleid door een soort banjo en fluit, wild gedanst en gesprongen dat het een lieve lust is. Dat gebeurt door een sfeervol geklede groep hippies, zo lijkt het. Maar niets is minder waar: het is net zoiets als bij ons de Boerendansers, een folkloristische attractive, die al jaren en jaren gewoon blijft bestaan en waarbij hun kids meteen leren meedansen. De weersvoorspelling was maar zo-zo-la-la, maar de zon scheen dat het een lieve lust was en onderstreepte zo dat de natuur, en al wat Moedertje Aarde voortbrengt, in haar groeizame fase zit. SUPER!
Tot zover deze keer, maar er is nog zo ontzettend veel meer te vertellen en te tonen….
Poot van Little Mister B, groet van Jan Willem en tot gauw lezens met hartelijke groet van jullie blog-ster ….. Annet Palthe