Het derde concert dat georganiseerd werd door de Stichting Passie Concerten Ootmarsum zorgde voor veel enthousiaste reacties bij de toeschouwers. Het vrouwenkoor Cantabilé onder leiding van Herman Koops verzorgde het concert. Daarnaast was er de mooie inbreng van de solisten Astrid Koopman en Baukje Toren en organist Henk Linker. Het werd een sfeervol gebeuren dat past bij deze tijd van het jaar in de aanloop naar Pasen.
Cantabilé & Koops dat klikt en klinkt prima….
In een goed gevulde Simon & Judaskerk zong Vrouwenkoor Cantabilé de sterren van de hemel. Vooral de combinatie om dit Passieconcert samen in te vullen met sopraan-solist Astrid Koopman en alt-solist Baukje Toren leidde tot een harmonieus geheel. Ook de keuze om een kistorgel te gebruiken, bespeelt door Henk Linker, zorgde voor een mooie en een passende intieme klanksfeer. Voor in de kerk stonden het koor Cantabilé, de beide solisten en Henk Linker met zijn instrument letterlijk binnen handbereik van de dirigent en vulden ze samen een halve cirkel voor het altaar. Zelfs de piano, die ook gebruikt werd door Henk Linker, bleef binnen deze cirkel voor het liturgisch centrum.
Sober „Ave Maria” luidt concert in
Klokslag 15.00 uur liet dirigent Herman Koops een indringend ssssssttt horen en toen alle mensen langzaamaan stil werden zong koorsolist Ellen IJland met haar loepzuivere sopraan stem alleen het Ave Maria. Daarbij bleven koor, solisten, dirigent en organist allemaal onder het koorbalkon achter in de kerk staan. Na de prachtige solo zong het hele koor het Ave Maria opnieuw en tijdens het zingen liepen ze langzaam door het hoofdpad naar voren toe, naar hun concertplaats. Je kon inmiddels een speld horen vallen, zo mooi was deze „mini Palmpasen-processie”. Voor in de kerk onderaan de altaartrap, zong Cantabilé nogmaals een integer en zuiver gezongen Ave Maria om nooit meer te vergeten.
Na het Ave Maria zong Cantabilé de „Messe no.4” van Charles Gounod. Deze Mis is opgebouwd uit het Kyrie, Gloria, Sanctus/Benedictus en het Agnus Dei.
Vervolgens kwam het schitterende Stabat Mater van Pergolesi: en met een zwierige naam als Giovanni Battista moet dat ook wel mooi zijn…en dat was het zeker. Vrouwenkoor Cantabilé, allen gekleed in stemmig chic zwart, levered een prachtige prestatie. Dat gold ook voor sopraan-solist Astrid Koopman en alt-solist Baukje Toren. Zowel Astrid met haar mooie, hoge, zuivere bereik als Baukje met haar warme altstem lieten het passieverhaal muzikaal tot de verbeelding spreken.
Als laatste deel zong Cantabilé het gevoelige „Do not stand at my grave and weep” van Rudi Tas (muziek) & Mary E. Frye. Rudi Tas heeft de tekst van Mary Frye op prachtige wijze op toon gezet, waardoor woorden en muziek een eenheid vormen, die mensen diep in het hart raken. Het is een oproep om juist niet te wenen aan het graf van je geliefden en/of dierbaren, maar juist blij voor hen te zijn dat ze vrij zijn… één van de aller moeilijkste opgaven is natuurlijk om je dierbaren los te laten. Met die muziekwerk sloot Cantabilé het concert op indringende wijze af en werd het koor, de dirigent, en de solisten met een hartverwarmend applaus beloond voor een mooi en passend concert.
Stichting Passie Concerten Ootmarsum
Dit 3e Passie Concert, georganiseerd door de Stichting PassieConcerten Ootmarsum, is hiermee opnieuw een succes. Het stichtingsbestuur kan deze Passie-Concerten alleen zo laagdrempelig mogelijk houden omdat welwillende sponsors meedoen met dit concept om Muziek & Passie te delen. Minimaal om het jaar, elk even jaar, organiseert het SPCO-bestuur een Passie-concert in Ootmarsum. Dit jaar waren gemeente Dinkelland, Boutique aux Fleurs -die alle boeketten voor haar rekening nam- en restaurant De Pastorie de sponsors. Het stichtingsbestuur dankt deze bedrijven hartelijk mede namens de concertmedewerkers en concertbezoekers.
Wilt U bv. als ondernemer zich ook eens als sponsor aanmelden of informatie hierover inwinnen dan staat penningmeester Henry Meijer u graag te woord.
Allemaal fijne Paasdagen gewenst en hopelijk tot het PassieConcert met PalmPasen 2016.
Tekst en foto’s Annet Palthe
