Het CDA in Dinkelland stelt het College van Burgemeester en Wethouders vragen over de verontreiniging van de bodem onder de NAM locatie in Rossum. Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat heeft in een brief op 11 januari informatie gegeven aan de Tweede Kamer over deze lekkage.
In de brief geeft de Minister aan dat er op 23 augustus 2017 door de Provincie Overijssel het besluit is genomen over de ernst van de verontreiniging. Op de NAM locatie in Rossum is er sprake van ernstige bodemverontreiniging maar de saneringsnoodzaak is niet spoedeisend. Er is volgens de Provincie geen sprake van onaanvaardbare risico’s voor de mens, voor het ecosysteem en van verspreiding van de verontreiniging. Dit betekent dat er geen uiterste datum is vastgesteld waarop er gesaneerd moet worden.
Het CDA vraagt het College of de bescherming van de bodem tijdens de activiteiten op de waterinjectielocatie in Rossum geborgd is. Daarnaast wil CDA Dinkelland weten welke maatregelen de Provincie Overijssel of gemeente hebben genomen of gaan nemen om het gevoel van onveiligheid bij omwonenden weg te nemen. Minister Wiebes geeft daarnaast aan dat de bodem en het grondwater bij de locatie in Rossum wordt gemonitord. ‘’In de verleende vergunningen ten behoeve van de waterinjectie zijn diverse voorschriften opgenomen ter bescherming van de bodem’’ aldus de Minister.
‘’Wij vinden het erg belangrijk dat allereerst de veiligheid wordt gewaarborgd van de omwonenden’’ geven CDA-kandidaat raadslid Marc Smellink en raadslid Edo van Bree aan. ‘’Daarnaast willen wij er voor waken dat de verontreiniging zich verspreidt onder omliggende akkers en natuurgebieden. Gevolgen voor de waterhuishouding en de constructies van gebouwen moeten worden voorkomen’’ benadrukken Smellink en Van Bree.
Hieronder de vragen van de CDA fractie:
Op 11 januari 2018 heeft Minister Wiebes (EZK) de Tweede Kamer middels een brief geïnformeerd over lekkages van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aan de Bentertsteeg 9 (ROW-3) in Rossum.
Naar aanleiding van deze brief stellen wij de volgende vragen aan uw college:
- Bent u tevreden met de beantwoording door de Minister van EZK? Zo ja: waarom? Zo nee, waarom niet?
- Bent u het eens met het besluit van de Provincie Overijssel van 23 augustus 2017, waarin wordt geconstateerd dat sprake is van “een ernstige bodemverontreiniging, maar de saneringsnoodzaak is niet spoedeisend”. Dat wil zeggen dat niet voor uiterlijk 2020 de verontreinigingen moeten zijn gesaneerd, zoals het geval is bij spoedeisende gevallen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom bent u het niet met de Provincie eens?
- Naast aantoonbare verontreiniging is er ook het gevoel van onveiligheid bij omwonenden. Welke maatregelen heeft de Provincie c.q de gemeente genomen om het gevoel van onveiligheid bij de omwonenden weg te nemen of bent u voornemens dergelijke maatregelen te nemen? Zo nee, waarom niet?
- Op welke wijze gaat uw college de brief van Minister Wiebes richting omwonenden communiceren c.q. toelichten?
- Bent u het met de Minister eens, dat de bescherming van de bodem tijdens de activiteiten op de waterinjectielocaties geborgd is. Zo ja: waarom? Zo nee, waarom niet en bent u in dat geval bereid actie in de richting van de Provincie en de Minister te nemen om daadwerkelijk ervoor te zorgen dat de bescherming van de bodem geborgd is? En welke actie dan?