De politieke jongerenorganisatie van het CDA, het CDJA, wil meer ruimte voor het Nedersaksisch in het onderwijs. Daarnaast willen zij dat de overheid het informele gebruik van de streektaal in de publieke ruimte in Noord- en Oost-Nederland mogelijk maakt. Dit is afgelopen zaterdag besloten tijdens het CDJA-congres in Amersfoort.
De resolutie Hier kö-j plat proat’n van het CDJA Overijssel en Drenthe is met grote meerderheid aangenomen. ‘’Deze resolutie kun je natuurlijk niet in het Nederlands behandelen’’ vertelt Marc Smellink (22) aan de CDA-jongeren uit het hele land. ‘’Doarum doo ik ‘m in ’t Tweants.’’ Het CDJA ziet dat veel jongeren het Nedersaksisch niet meer machtig zijn. ‘’Omdat d’r nog mer 20 procent van de leu en 5 procent van de kind’r plat kunt kuier’n mot d’r wa wat gebeur’n.’’ De jongeren zien dat de Nederlandse regering met het convenant over de Nedersaksische taal een voorzichtige eerste stap zet, maar nog niet alle bepalingen uit het Europees Handvest voor regionale talen nakomt. ‘’Daarom willen wij dat er aandacht voor Nedersaksisch komt in het onderwijs en dat de overheid het mogelijk maakt dat men het informeel kan spreken bij instellingen in Noord- en Oost-Nederland’’ legt Smellink uit.
De jongeren krijgen bijval vanuit Brussel. Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA) is pleitbezorger voor het behoud van de Nedersaksische, en daarmee de Twentse, streektaal. ‘’Plat proat’n begint op school.’’ Schreijer deelt de zorgen van de jongeren dat de taal in Noord- en Oost-Nederland langzaam verdwijnt.
Niet alleen het spreken van de streektaal is belangrijk. ‘’Het Nedersaksisch is een belangrijke cultuurdrager van cultuur, gebruik en tradities in Noord- en Oost-Nederland. Dat mag en kan niet verdwijnen’’ aldus Smellink.