De provincie heeft uitdaagrecht, oftewel het Right to Challenge ingevoerd. Inwoners kunnen hierbij uitvoerende taken van de provincie overnemen als zij denken het slimmer, beter, goedkoper of anders te kunnen doen. Hiermee wordt de overheid ‘uitgedaagd’. Initiatieven die worden goedgekeurd kunnen daadwerkelijk worden uitgevoerd.
“Inwoners stellen andere eisen aan politiek en bestuur dan voorheen”, constateert Commissaris van de Koning Andries Heidema. “Ze zijn mondiger geworden en willen meer betrokken worden bij hun eigen leefomgeving. Graag zou ik die betrokkenheid en vaardigheden vaker inzetten voor allerlei opgaven waar we als maatschappij voor staan.”
Oorsprong uitdaagrecht
Right to Challenge werd in 2012 in het Verenigd Koninkrijk geïntroduceerd om de invloed van inwoners op het lokaal bestuur te vergroten. In 2015 waaide het uitdaagrecht over naar Nederland; gemeenten namen het op in de ‘Wet Maatschappelijke Ondersteuning’ (WMO). Inwoners kunnen hierdoor taken van de overheid zelf gaan doen. De meeste voorbeelden zie je in het fysieke of sociale domein.
Inmiddels zijn er ook initiatieven in Overijssel. Zo hebben bewoners van het buurtschap Ommerkanaal het beheer van bermen en sloten overgenomen. Ze hebben daarbij een methode ontwikkeld om uitstoot van broeikasgassen te beperken, snoeiafval en maaisel opnieuw te gebruiken en het leefgebied van vogels en insecten te verbeteren. Ook gemeenten zoals Wierden en Borne zijn actief bezig met het uitdaagrecht. In Borne is er een inloophuis dat wordt beheerd door het zelfregieteam Borne. Coöperatie Notter-Zuna is verantwoordelijk voor het landschapsonderhoud in Wierden.
Betrokkenheid vergroten
Voor provincies is het uitdaagrecht nog relatief nieuw. De provincie Friesland heeft al wel een initiatief lopen waarbij agrariërs, natuurorganisaties en grondeigenaren met succes de ontwikkeling van duizend hectare natuur hebben overgenomen met de provincie als partner. En drie kroegbazen zijn verantwoordelijk voor de bediening van een van de vele bruggen in de provincie.
In Overijssel is het uitdaagrecht begin dit jaar door Provinciale Staten goedgekeurd. “Ik ben daar heel blij mee”, zegt Heidema. “Inwoners kunnen ons helpen op allerlei terreinen. Denk aan landschap- en natuurbeheer, openbaar vervoer in het buitengebied, groenvoorziening langs provinciale wegen, maar ook dingen die we doen op het gebied van cultuur en erfgoed. Het uitdaagrecht zie ik als een van de mogelijkheden om betrokkenheid van inwoners bij het werk van de provincie te vergroten.”
Spelregels
Wie de provincie wil uitdagen moet wel met een goed onderbouwd voorstel komen. “Er zijn natuurlijk spelregels.” Heidema schets de procedure. “Wanneer we uitgedaagd worden roepen we zo snel mogelijk een groep deskundigen bij elkaar. Bijvoorbeeld iemand met kennis van ons inkoopbeleid, een financieel deskundige en een jurist. Voor een onafhankelijk oordeel schuift ook iemand van buiten de provincie aan. Gedeputeerde Staten – het dagelijks bestuur van de provincie – nemen daarna een besluit. Past het voorstel niet bij het uitdaagrecht, dan kijken we of we op een andere manier met het voorstel aan de slag kunnen.”
Heidema snapt dat inwoners enthousiast worden over het uitdaagrecht, maar tegelijk ook denken ‘hoe pak ik dit allemaal goed aan?’ “Daarover gaan we graag in gesprek. Ik zou zeggen schroom niet en daag ons uit!”