In de lente van 2013 vond er een bijzondere gebeurtenis plaats in het hart van Parijs. Onder het dak van de sacristie van de Notre Dame werd een bijenvolk gehuisvest. Zogenoemde Broeder Adambijen, die bekend staan om hun zachtaardigheid; ideaal voor een stadse omgeving. Er schijnen heel wat bijenvolken te leven onder de daken van Parijs. Vele parken en plantsoenen in de stad hebben een grote aantrekkingskracht op de bijen.
De nuttige diertjes vormen een cruciaal onderdeel van ons ecologische systeem. Zonder de bestuiving door bijen zou een groot deel van het plantenarsenaal op aarde niet kunnen bestaan. Zonder bijen waren we nergens. We weten ook dat het met deze kleine gevleugelde beestjes niet goed gaat en dat de bijensterfte wereldwijd immense vormen aanneemt. Op onverklaarbare wijze sterven plotseling hele bijenvolken; kenners staan voor een raadsel.
Vorige week maandag werd Parijs getroffen door een ramp. Het Notre Dame vatte vlam en het razende vuur verwoestte binnen enkele uren een groot deel van dit historische gebouw. Wereldwijd vreesden mensen dat de kerk, die al sinds de twaalfde eeuw het centrum van de stad vormt, voorgoed verloren zou zijn. Parijzenaren verzamelden zich die avond langs de oevers van de Seine om te zien hoe hun kerk de strijd tegen de vlammen verloor. De stemming leek bedrukt en berustend. Mensen namen afscheid van hun geliefde kerk. Een jonge parisienne gaf woorden aan dit gevoel: ‘Achthonderd jaar stond ze hier, ze is een deel van mijzelf en nu zal ze in een paar uur gewoon verdwenen zijn.’ Zoals bijenvolken van de aardbodem verdwijnen.
President Macron kondigde verkondigde die avond dat de ‘Onze-Lieve-Vrouwekathedraal’ opnieuw wordt opgebouwd. Hoe had hij iets anders kunnen zeggen in een week die bol staat van de symboliek van dood en wederopstanding? Tot laat in de avond stonden mensen op pleinen in de stad en langs de oevers van de Seine te zingen en te bidden, terwijl de vlammen de hemel oranjerood kleurden. In hun hart getroffen, er was niet alleen smart in hun gezichten, het verlies van deze dierbare leek ook iets vrij te maken, een gevoel van hoop en dankbaarheid, hoe gek het ook klinkt. Hoop dat dit verlies niet definitief zou blijken, dat er nog iets te redden zou zijn en dankbaarheid omdat ineens duidelijk werd wat deze kerk voor zoveel mensen al zolang betekent. Deze kerk bleek niet zomaar een gebouw als vele; geen dode verzameling stenen. Ze bleek een levend deel van onszelf. De brand maakte werkelijk iets los in de harten van veel mensen. We leken ineens weer te beseffen dat we deel uitmaken van iets dat groter is dan onszelf, de geschiedenis, de cultuur, de gemeenschap, de mensheid, of hoe je het maar noemen wilt.
Je ziet dat mensen een dergelijk besef, of bewustzijn vaker krijgen in tijden van grote nood of bij een ramp. Ook de brand van de Notre Dame had dat effect.
Gelukkig werd ook duidelijk dat de hoop inderdaad niet verloren is gegaan. De bijna tweehonderdduizend bijen hebben de brand overleefd. Hun korven bleken ongeschonden, de bijen stierven geen plotselinge dood. Beelden die van boven de kathedraal waren genomen lieten het duidelijk zien: de bijen zoemden schijnbaar ongestoord hun korven in en uit. De vlammen hebben geen vat op hen gekregen.
Frederick