De lente klopt heel voorzichtig aan de deur. De vogels laten zich horen en de zomergasten keren terug op Nederlandse bodem. Alle reden dus om ook op een toch nog kille 21e maart de Grutto een warm welkom te geven.
Dat gebeurde in het natuurgebied ‘Ottershagen’ waar een ‘Welkom Grutto weekend’ plaatsvond. De Vogelwerkgroep Heemkunde Ootmarsum gaf daar voor belangstellenden tekst en uitleg over ‘onze nationale vogel de Grutto’.
Deze trekvogel wordt wel ‘de koning onder de weidevogels’ genoemd. De Grutto overwintert in met name West Afrika en komt in deze periode terug in Nederland. Dus ook in Ottershagen. Zaterdag werden er nog 14 exemplaren gezien, maar op deze eerste dag van de lente bivakkeerden al 38 Grutto’s in dit natuurgebied.
De bezoekers in de vogelkijkhut aan de Kerspelweg hadden geluk. Vlak voor de hut lieten 2 grutto’s zich geweldig mooi bekijken. Dat niet alleen, want ook de kieviten en de wulpen bevolken dit unieke natuurgebied. De belangstellenden konden door telescopen de vogels prachtig bekijken en kregen ook nog eens informatie, die niet b ij iedereen bekend bleek te zijn.
“De grutto is eigenlijk een Afrikaanse vogel. In landen als Ghana, Senegal en Timboektoe kun je hem in het najaar en in de winter aantreffen. De vogel leeft daar als vegetariër! De grutto eet daar hoofdzakelijk wilde rijst.
Jonge Grutto’s daarentegen kunnen nog geen plantaardig voedsel verteren. Die kunnen alleen maar insecten verorberen. In Afrika zijn wel veel insecten, maar alleen als het veel geregend heeft. Hier heb je insecten vooral als het warmer wordt in het voorjaar en daarom komen de grutto’s naar Nederland.
Vroeger hadden ze veel moerasgebieden onderweg, maar die zijn nu verdwenen. Daardoor komt de grutto hier steeds magerder aan.
Ze moeten veel eten om op te vetten en een ei te produceren. De grutto’s die momenteel in Ottershagen rondlopen eten ongeveer 600 regenwormen per dag, per grutto! Tijdens het broedseizoen eten ze 50 tot 100 regenwormen en emelten per dag.
De snavel is soepel. Daar zit een velletje over heen. In het laatste gedeelte van de snavel zitten heel veel zenuwuiteinden. In de punt van de snavel bevindt zich op het uiteinde een bolletje. Dat is een soort mini mondje. Hiermee kan de grutto vrij eenvoudig zijn voedsel uit de grond halen. Het broedseizoen wordt helaas steeds een beetje korter, omdat boeren steeds eerder maaien.
De kansen op een geslaagd broedsel nemen hierdoor meer af. Vochtige weilanden en plas dras gebieden worden voor deze soort dan ook steeds meer van levensbelang. Ze moeten snel kunnen opvetten en dat alles in een behoorlijk ingekort broedseizoen. Gelukkig bieden gebieden zoals Ottershagen uitkomst. Hier wordt gelukkig veel later gemaaid en vinden de weidevogels meer plas drassituaties. Aangezien 90% van de Afrikaanse grutto-populatie in Nederland broedt hebben we met elkaar de verantwoordelijkheid om onze nationale trots een goed thuis te bieden! Binnen de stadsgrenzen van Amsterdam broeden meer grutto’s dan in heel Groot Brittannië en Frankrijk samen. Dit voorbeeld laat dan ook zien dat ons land hoofdverantwoordelijke is voor het voortbestaan van de Grutto. Laten we de grutto dan ook meer bieden dan alleen een warm welkom,” maken de leden van de Vogelwerkgroep Heekunde Ootmarsum zich sterk voor deze weidevogel.
De Vogelwerkgroepleden verwachten in de komende periode een toename van het aantal grutto’s in het Ottershagen. Niet alle vogels broeden daar, omdat ze zich verspreiden. Vorig jaar kende Ottershagen een aantal nesten van grutto’s, maar de jongen hebben zich om allerlei redenen niet kunnen handhaven. “Het vervelende is dat deze vogels maar één keer per jaar een kans krijgen om jongen groot te brengen. Hopelijk is 2016 een positieve uitzondering, want in de afgelopen jaren daalt het aantal weidevogels in Nederland op een dramatische wijze. We hopen dan ook dat alle betrokkenen van natuurliefhebbers tot boeren deze vogels een goed thuis willen bieden, want wat is er mooier dan in het voorjaar de geluiden van deze lentebodes te horen,” laat een betrokken belangstellende weten.
Foto’s Robert Westerhof en Harry Wolbers