De rol van de midwinterhoorn op Landgoed Oude Brunninckhuis

Een ontmoeting op Landgoed Oude Brunninckhuis zorgde voor een bijzonder verhaal uit het begin van de vorige eeuw. Centraal staat de familie Kamphuis  op ’t Oal Brunninckhoes en de rol, die de midwinterhoorns destijds speelden om een boodschap door te geven.

  “Waar is de put?”
Naar aanleiding van de Goudschat van het Springendal kwam mevrouw Gerda Dorgelo-de Vos op het spoor van het Landgoed Oude Brunninckhuis. “De woning, die hier nu staat, was vroeger een boerderij waar de moeder van Gerda is geboren,” vertelt Annette Brunninkhuis-Weersink. Zij is de eigenaar van het landgoed, een vergaderlocatie voor natuurlijk vergaderen, waar exposities van onder andere de Goudschat van het Springendal met arrangementen zijn. “Mevrouw Dorgelo boekte in juli 2023 een Goudschat arrangement met lezing, maar ze komt een dag eerder al op de expositie. Ze vraagt direct ‘Waar is de put, waar is de waterput?’ Ik wijs haar de put achter de boerderij en tijdens het bekijken, begint de 82-jarige te vertellen,” beschrijft Annette Brunninkhuis het begin van deze wonderlijke ontmoeting.

 

 

De rol van de midwinterhoorn
Mevrouw Dorgelo geeft aan dat in deze boerderij haar opa en oma Kamphuis tussen 1910 en 1920 hebben gewoond. Antonius Wilhelmus Kamphuis uit Groot Agelo en Gerritdina Niemeijer trouwden in 1910. Het echtpaar Kamphuis kreeg hier vijf kinderen, waaronder ook Annie en zij is de moeder van Gerda Dorgelo. “Haar moeder Annie wist zich nog te herinneren dat haar moeder, oma Kamphuis-Niemeijer heel ernstig ziek was en dat opa heel erg bezorgd was. De dokter uit Ootmarsum moest direct komen. Haar opa heeft de midwinterhoorn gepakt en is boven de waterput achter het huis gaan blazen. Het geluid ging naar de buurman en die blies weer op de midwinterhoorn naar de volgende buurman en zo verder, totdat het geluid bij de buurman van de dokter kwam. Het zoontje van deze laatste waarschuwde de dokter, zodat hij met zijn paard en koetsje naar Kamphuis in Hezingen aan de Schabosweg 4 bij de Duitse grens kon gaan. De midwinterhoorn werd hierbij gebruikt als een soort telefoon,” schetst Annette Brunninkhuis de rol van de midwinterhoorn.

Vijf wezen
In 1920 verhuist de familie Kamphuis naar de boerderij van Dijkhuis (later Oldekamp) aan de Goudkampsweg in Oud-Ootmarsum, buurtschap Postelhoek.  Het schijnt dat oma Kamphuis ernstig ziek is. Ze lijdt aan TBC.

Opa Kamphuis had veel zorg voor zijn vrouw en liet regelmatig de dokter komen. Dat mocht niet baten en oma Kamphuis komt te overlijden op 15 maart 1926. Opa Kamphuis heeft zoveel verdriet van haar overlijden, liefdesverdriet, dat hij niet meer verder wil leven. Hij wordt bewust ernstig ziek om ook te kunnen sterven. Hij gaat moedwillig een hele nacht in het riviertje de Dinkel staan. Deze stroomt op een paar honderd meter afstand van zijn huis. Opa Kamphuis vat een ernstige kou. Hij krijgt een fikse longontsteking. Niemand mocht voor hem de dokter bellen. Een maand na zijn vrouw op 15 april 1926 overlijdt hij. Opa Kamphuis laat vijf kinderen achter, die op dat moment wees zijn. De kinderen worden ondergebracht bij diverse families op verschillende adressen.

Vanaf de Postelhoek naar Bloemendaal
“De moeder van mevrouw Gerda Dorgelo-de Vos, Annie Kamphuis, wordt in eerste instantie ondergebracht bij de familie Kokkelink in Klein Agelo. Antonius Kamphuis, de opa van Gerda,  is hier in zijn jonge jaren knecht en dienstbode geweest. Annie was tien jaar toen ze bij Kokkelink kwam. Ze ‘diende’ de familie, maar vond het niet prettig. Gelukkig had ze een fijne schoolvriendin waar ze veel kwam. Op 17-jarige leeftijd ontmoet Annie een gezin uit Bloemendaal met twee kinderen. Als kindermeisje gaat ze mee naar Bloemendaal (bij Haarlem). Ze heeft eerst veel heimwee naar Twente. Ze ontmoet daar Klaas Johannes de Vos en ze trouwden op 30 augustus 1939. “Gerda is een dochter uit dit huwelijk en zij vertelde ook nog dat haar tante Marie, een zus van haar moeder dus, op jonge leeftijd naar Haarlem om daar in een ziekenhuis te gaan werken. Marie en Annie sterven beiden in Haarlem. Oom Antoon (Streu Antoon) heeft in de oorlog veel vluchtelingen naar onderduikadressen gebracht. Hij woonde in Langeveen bij de familie Niemeijer, die in het Twents ook Streu werden genoemd,” vervolgt Annette Brunninkhuis. “De moeder van Antoon was van Niemeijer.”

 Vragen blijven naar aanleiding van dit verhaal
Naar aanleiding van dit verhaal ‘worstelt’ Annette Brunninkhuis wel met een aantal vragen waar ze graag een antwoord op wil hebben. “Ik heb zelf les genomen in het midwinterhoornblazen. Van de functie van de midwinterhoorn als telefoon om de dokter te waarschuwen had ik, maar ook de ervaren midwinterhoornblazers in Ootmarsum, nog nooit gehoord.

“Bij de oproep van dokter waarschuwen moeten ze bijna morsetekens hebben gebruikt:
A. De dokter uit Ootmarsum moest komen (en niet de pastoor of de dominee)
B. Hij moest naar Hezingen (en niet naar Agelo)
C. In Hezingen moest hij naar Kamphuis ( en niet naar Bonke of Brunninkhuis en niet naar Kamphuis op het Springendal.)
“Onlangs hoorde ik dat het mogelijk geen morsetekens waren, maar dat de dokter op het geluid af zou gaan, op de terugweg. Dat ze dan dezelfde midwinterhoornblazers omgekeerd geluid maakten vanaf Ootmarsum tot Hezingen, zodat de dokter het geluid kon volgen. Ik weet niet of dit klopt. Voor wat betreft de midwinterhoorn wordt altijd gesproken over de ‘Oale Roop’ tijdens de Adventstijd. En als middel om smokkelaars bij de Duitse grens te waarschuwen voor controlerende commiezen. Ik had nog nooit gehoord dat de midwinterhoorn werd gebruikt als telefoon, dus als communicatiemiddel.

Of weten lezers van deze site hier meer van?

Wie herkent het  gebruik van de midwinterhoorn op deze wijze?
Waren het een soort morsetekens?
Wie kan er meer over vertellen?

Heb je antwoorden, ik hoor het graag.

Annette Brunninkhuis-Weersink

Tel: 06-52405657
Mail: info@landgoedoudebrunninckhuis.nl

Foto ’s in de bijlage

  1. Foto met de 5 kinderen v.l.n.r Antoon Kamphuis, Geertruida Kamphuis, Maria Kamphuis, Johanna Kamphuis en Hendrikus Kamphuis en van opa Antonius Wilhelmus Kamphuis.
  2. Foto: opa Antonius Wilhelmus Kamphuis.

C.D.E. Foto van de Schabosweg 4 in Hezingen in 1981. Gemaakt door Gerda Dorgelo-de Vos, wanneer ze een bezoek brengt aan de Schabosweg met haar moeder Annie aan haar geboortehuis. Jan Cremer woont hier op dat moment.

< Vorig / Volgende bericht >

Gerelateerde berichten

Jan Cremer bleef heimwee houden naar Hezingen

Jan Cremer bleef heimwee houden naar Hezingen

Op woensdag 19 juni overleed op 84-jarige leeftijd Jan Cremer. In 1940 werd hij geboren in Enschede....

Lees verder >
Lezing/arrangement ‘Goudschat van het Springendal’

Lezing/arrangement ‘Goudschat van het Springendal’

Op zondag 20 augustus houdt Annette Brunninkhuis-Weersink de lezing:  ‘Goudschat van het Spring...

Lees verder >
Lezing/arrangement ‘Goudschat van het Springendal’

Lezing/arrangement ‘Goudschat van het Springendal’

Op de zondagen 23 juli en 20 augustus houdt Annette Brunninkhuis-Weersink de lezing:  ‘Goudschat ...

Lees verder >