Terugkijkend op het eerste jaar van de drie decentralisaties binnen het sociaal domein, blijkt dat de gemeente Dinkelland de kosten van de nieuwe taken goed heeft weten op te vangen binnen de beschikbare budgetten. Ook de rest van het huishoudboekje is sluitend. In de komende periode kan de gemeente daarom werken aan de uitvoering van de plannen, die zijn opgenomen in het coalitieakkoord/collegeprogramma.
Het jaar 2015 was het eerste jaar van de drie decentralisaties binnen het sociaal domein. Alle gemeenten in ons land kregen nieuwe taken op het gebied van WMO, jeugd en de Participatiewet. Omdat de gemeente Dinkelland geen ervaring had met de nieuwe taken, was het op financieel gebied onduidelijk hoe een en ander zou uitpakken en zijn er een aantal maatregelen genomen. Deze zijn in het eerste jaar al succesvol gebleken. Want op het totale budget van ongeveer 20 miljoen euro voor jeugdzorg, Wmo (oud en nieuw), participatiewet en de vrij toegankelijke voorzieningen houdt de gemeente 5 ton over.
“Dit voordeel wordt toegevoegd aan de reserves, omdat we niet precies weten wat de toekomst op het gebied van zorg zal brengen”, meldt financieel wethouder Alfons Steggink. “We beschikken op dit moment tenslotte alleen over ervaringscijfers betreffende het jaar 2015 en dat is te weinig om te voorspellen wat we de komende jaren nodig zijn. Wat we in elk geval wel zeker weten, is dat we op basis van de huidige cijfers over het jaar 2015 en de eerste drie maanden 2016, voorlopig geen drastische bezuinigingsmaatregelen binnen de zorg hoeven toe te passen. In plaats daarvan kunnen we voortvarend aan de slag met de verdere uitvoering van het beleidsplan ‘omzien naar elkaar’, om ervoor te zorgen dat de zorg ook in de toekomst bereikbaar en betaalbaar blijft voor de inwoners die dat echt nodig hebben.”
Ook de overige programma’s binnen de begroting heeft de gemeente Dinkelland het jaar 2015 afgesloten met een voordeel. Het gaat daarbij om een bedrag van 600.000 euro, dat gestort zal worden in de reserves. Het overgrote deel van dit voordeel heeft betrekking op een voordelige eenmalige subsidieafrekening met de provincie.
Vooruitkijkend op de toekomst concludeert de wethouder dat de gemeente Dinkelland in elk geval tot 2020 de zaken goed onder controle heeft. “Zelfs de extra kosten, waarmee we als gemeente geconfronteerd worden op het gebied van de statushouders kunnen we dekken. Daarnaast is er ruimte om de door de gemeenteraad aangedragen ambities verder uit te werken en wellicht te verwerken in de begroting voor het jaar 2017. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld de herinrichting van de Denekamperstraat, de startersleningen, het meerjarige onderhoud aan wegen en bruggen, het duurzaam veilig inrichten van wegen, veiligheid van fietsers en het verder uitwerken van het thema duurzaamheid.”
Om als ambtelijke organisatie financieel gezond te blijven, zijn Dinkelland en Tubbergen drie jaar geleden ambtelijk gefuseerd. Dat betekent in de praktijk dat de ambtenaren binnen het ambtelijk bedrijf Noaberkracht het beleid uitvoeren voor twee gemeentes. “Binnen Noaberkracht willen we de komende periode zeven ton bezuinigen. Dit doen we door het nemen van een aantal efficiencymaatregelen. Zo wordt het beleid rondom de welstand versoepeld en werken we hard aan de verdere digitale dienstverlening. Ook willen we bezuinigen op het aantal verkeersborden in de kernen en zullen we als gemeente geen kerstbomen meer plaatsen en inzamelen. Ook op het aantal personeelsleden wordt bezuinigd. Niet door ontslagen, maar door natuurlijk verloop.”
Het enige punt van zorg blijft voor het college de besluitvorming over de toegezegde extra middelen van het Rijk. “Door een herverdeling over alle gemeenten, wordt de verdeling van deze middelen steeds weer opgeschoven in de tijd”, vertelt Steggink. “Wij hebben ons ongenoegen hierover meerdere malen bij de minister kenbaar gemaakt en zijn samen met andere gemeenten, die ook voordeel hebben bij de herverdeling een lobby opgestart. Probleem is echter dat de grote gemeenten (ook de Grote 4) nadeel hebben bij de herverdeling en ook een lobby zijn gestart. Vanwege deze zorg maar ook door de onzekerheden binnen het sociaal domein, hebben wij als college besloten de reserves op orde te brengen en te houden. Zo is de ratio van het weerstandsvermogen (de spaarpot om tegenvallers op te vangen) op dit moment ruim voldoende te noemen.”