Het is voor onze Ootmarsummer Harry Beld een jaarlijks uitstapje. In het najaar reist hij net zoals vele vogelliefhebbers af naar Diepholz in Duitsland. Dit is een heel bekend rustgebied voor kraanvogels, die op hun gevaarlijke reis naar het zuiden bij onze oosterburen krachten op doen en fourageren. Zeker in deze tijd van het jaar zijn hier tienduizenden kraanvogels te vinden en afhankelijk van de weersomstandigheden kan deze statige vogelsoort daar nog wel tot december bivakkeren. Sinds 2001 is de kraanvogel een echte Nederlandse broedvogel! Al zijn het nog maar enkele broedpaartjes en zijn ze zeer afhankelijk van het weer en verstoring van de nesten. Het is niet zeker, maar zeker aannemelijk, dat de kraanvogel tot de Middeleeuwen in Nederland leefde; er was tot die tijd voldoende hoogveen om een uitstekende leefomgeving te vormen. In ons land zijn er weer wat gebieden, bijvoorbeeld het Dwingelderveld en Fochtelooerveen waar het mogelijk is dat kraanvogels broeden en hun jongen groot kunnen brengen.
Trompetteren
Kraanvogels zijn trekvogels met een schel rauwachtig trompetterend geluid, waarmee ze met elkaar communiceren . Het is een prachtige majestueuze vogel, die dus te bewonderen valt in de Duitse plaats Diepholz. Begin en half november is het één grote kraanvogelkolonie, die dus kan oplopen tot ruim 100.000 stuks. En dat zorgt bij de vogelliefhebbers, maar ook voor andere belangstellenden voor een ongekend mooi schouwspel.
Ze foerageren voornamelijk op maïsakkers, maar ook op aardappelvelden. Alles wat aan maïskorrels en aardappels is blijven liggen wordt gulzig opgeslokt om zo de maag te vullen voor het vervolg van hun reis naar hun overwinteringsgebieden in Frankrijk en Spanje. Die trek is een indrukwekkend gebeuren wanneer het geluid van de kraanvogels te horen is en een enorme groep kraanvogels in een slordige V-vorm in de lucht, is waar te nemen. Voor aan de V-vorm vliegt de leidsman die van tijd tot tijd een trompetterend ‘kroe, kroe’ laat horen en de hele groep beantwoordt dit. Ze zijn daarom ook goed te onderscheiden van ganzen, die in een strakke V-vorm overvliegen.
