“Een zwarte dag voor Dinkelland. Door puur eigenbelang bij enkele aanwonenden, negatieve uitlatingen van prominenten en te weinig steun van horeca en middenstanders. Een gemiste kans voor het toerisme en vooral ook voor de werkgelegenheid”. Dat is de niet mis te verstane reactie van Harry Oude Weernink, één van de initiatiefnemers van het Commanderieplan op het niet doorgaan van het gehele project.
Heel Ootmarsum lijkt inmiddels aan het discussiëren geslagen, want nu overziet pas iedereen de impact van het besluit van de Raad van State om een grote streep door het ambitieuze plan te halen. Dat het gehele plan zou worden afgekeurd was ook voor de bezwaarmakers een grote verrassing. Zij verzetten zich met name tegen het grootschalige van het plan, het verdwijnen van een groot deel van de kolk en het groen rondom de vijvers en de vele woningen, die er gebouwd zouden worden. Bij de omwonenden, die de bezwaren tot het hoogste rechtsorgaan van Nederland hebben laten voorkomen, is er dus alle reden om te juichen en het glas te heffen.
Dat laatste stuit Harry Oude Weernink tegen de borst. “ Het is bedroevend dat omwonenden voor zo’n situatie kunnen zorgen. Ik heb het gevoel dat het toch rancune is van mevrouw Brunninkhuis, omdat haar plan om een bedrijf te beginnen in het klooster door de gemeente werd afgewezen? Wat mij betreft kunnen de betreffende personen het beste de uitspraak inlijsten en vol trots later aan het nageslacht tonen,” laat een cynische Harry Oude Weernink weten.
Ook de uitlatingen afgelopen zomer van Marcel Vlek als voorzitter van Horeca Dinkelland en Jos Bosch als voorzitter van het Toeristisch Ondernemers Fonds zijn Oude Weernink in het verkeerde keelgat geschoten. “Deze waren zo negatief dat ze absoluut hebben bijgedragen aan de vernietigende uitspraak van de Raad van State. Een slechte zaak voor een fonds welk het toerisme in Dinkelland in de breedste zin van het woord moet promoten. En in hoeverre kan een hotelexploitant als Marcel Vlek objectief naar buiten komen als het om een nieuw hotel gaat?”
Buitenlandse investeerders voor Commanderiehotel
De afgelopen maanden is Oude Weernink intensief bezig geweest met gesprekken met mogelijk investeerders uit het buitenland. Uiteindelijk was het resultaat dat donderdag 18 december aanstaande een groep buitenlandse investeerders in Ootmarsum zou komen om bij de notaris hun investering voor de exploitatie van het hotel vast te leggen. Het bezoek gaat natuurlijk niet meer door, de vluchten zijn geannuleerd en deze race is nu definitief gelopen. Deze investeerders komen nooit meer terug,” aldus een diep teleurgestelde Harry Oude Weernink. “De horeca in Ootmarsum heeft trouwens nooit met mij gecommuniceerd over het project. Behalve de ongenuanceerde opmerkingen van de voorzitter van Horeca Ootmarsum over kamerprijzen in 3 sterren hotels, is er ook nooit om enige uitleg gevraagd. Dezelfde desinteresse geldt trouwens ook voor de middenstand. Deze partijen toonden naar mijn idee te weinig enthousiasme voor dit project. Met meer geestdrift van de middenstand had dit zeker de uitspraak van de Raad van State kunnen beïnvloeden.”
Ook is Oude Weernink er van overtuigd dat de situatie rond de Wiemsel en de Wyllandrie een negatief effect heeft gehad. Het feit dat er nieuwe kopers zijn, na een onnodige vertraging door de inmiddels failliete Heco, betekent echter wel dat er voldoende vertrouwen bestaat om in hotels in Dinkelland te investeren. “Ik blijf er bij dat een luxe hotel in Ootmarsum niet alleen haalbaar, maar ook noodzakelijk is. Voor kunstwerken in galerieën met prijzen die gemakkelijk boven de € 20.000,– liggen, is namelijk een bepaald publiek nodig. Ik zal dus zeker de hotelplannen niet zo eenvoudig opgeven,” is Oude Weernink zijn strijdlust nog niet verloren. “Op korte termijn ga ik weer met de gemeente aan tafel. Het belangrijkste vind ik dat er zeer snel een oplossing moet worden gevonden voor de bouw van de brouwerij van Hans Heupink. Dit is een geweldig mooi project en moet gewoon doorgang vinden. Als hier weer bezwaren tegen komen, dan moet de Ootmarsumse middenstand haar nek maar eens uitsteken om bezwaarmakers eens het economisch en toeristisch belang van Ootmarsum en Dinkelland duidelijk te maken, want deze bezwaarmakers leven in het heden en kijken naar eigen belangen. Zij moeten ouderwets aan de schandpaal. Deze mensen hebben namelijk geen oog voor de toekomst van ons stadje. En juist die toekomst hebben we met het Commanderieplan voor ogen gehad, “ besluit Harry Oude Weernink.
Voorzitter Hans van Zuilekom van de Stichting Commanderie, die nauw samenwerkt met de investeerders Hans Heupink, Harry Oude Weernink en de gemeente , noemt het niet doorgaan van de Commanderie plannen ‘echt waardeloos’. “Toeristisch, economisch en historisch was het Commanderieproject van groot belang voor Ootmarsum. Een beperkt persoonlijk belang wint het van het algemeen belang en dat vind ik een trieste constatering, “vertelt van Zuilekom. Hij ziet het ook niet als nadeel dat het plan als geheel is ingediend en niet in onderdelen. “Als de Raad van State wel akkoord was gegaan, dan hadden we het plan ook in ‘’en keer kunnen uitvoeren. Om nu achteraf te zeggen dat het in gedeeltes ingediend had moeten worden, is mij te makkelijk.”
Rob Meijer van het Openluchtmuseum en ook een belangrijke belanghebbende bij het Commanderieplan toonde zich onaangenaam verrast. “Dit hadden we echt niet zien aankomen en voor ons betekent het dat we de plannen moeten aanpassen. Het is heel erg vervelend, want de nieuwe toegang tot het openluchtmuseum en de komst van nieuwe gebouwen, een andere indeling enzovoorts kunnen we nu op de lange baan schuiven. Het is ook heel zuur dat het plan in het zicht van de haven is gesneuveld. Tevens moeten we er van uitgaan dat er nieuwe procedures gestart moeten worden, maar om de plannen uit te voeren, zijn we weer een jaar verder en dat mogen we toch wel bestempelen als een verloren jaar en dat doorkruist onze plannen,” belicht Meijer de teleurgestelde stemming bij de betrokkenen van het Openluchtmuseum.