Het eerste exemplaar van het jaarboekje van de Vereniging Heemkunde en omgeving is door voorzitter Nettie Aarnink overhandigd aan Loes Stokkelaar.
“Wij hanteren twee belangrijke criteria om aan een persoon jaarlijks dit eerste exemplaar uit te reiken. Hij of zij heeft zich enorm ingezet voor de Heemkunde en daarnaast voor het Heem van Ootmarsum en haar prachtige omgeving. Loes is altijd betrokken geweest bij onze vereniging. Wij hebben haar ervaren als een bijzonder persoon, die altijd klaarstond, zich betrokken en nieuwsgierig toonde. Jij wilde Ootmarsum nog mooier maken, een goodlooking woman met een ontwapenende glimlach, “somt Nettie Aarnink de redenen op om aan Loes Stokkelaar het eerste exemplaar te overhandigen.
“Je was er eigenlijk altijd en jouw aanwezigheid zorgde voor een goed gevoel. Met het overhandigen van dit eerste exemplaar van ons Jaarboek willen we je dan ook danken voor je welgemeende en oprechte belangstelling voor de Heemkunde en Ootmarsum.”
De voormalig wethouder liet weten erg verheugd te zijn dat haar de eer te beurt was gevallen. “Dit doet me heel erg goed en ik ben er trots op om dit eerste exemplaar in ontvangst te mogen nemen. Na mijn vertrek als wethouder heb ik meerdere uitnodigingen ontvangen van mensen en organisaties waar ik veel mee te maken kreeg. Ik moet zeggen dat Ootmarsum voelt als een warm bad. Dat geldt ook voor deze Heemkunde vereniging, die nog steeds groeit en bloeit. Dat heeft alles te maken met het enthousiasme van de vrijwilligers en dat heeft me altijd geraakt hoe de saamhorigheid in Ootmarsum is. Bij verschillende verhalen in dit Jaarboek ben ik betrokken geweest. Dat karwei had ik graag willen afmaken, maar ik heb uiteindelijk zelf die keuze gemaakt en daar wil ik dan ook niet bij stilstaan. Deze vereniging is een mooi voorbeeld van hoe het in dit stadje werkt. Ik kan zo een aantal andere voorbeelden opnoemen, die op dezelfde basis hun hart tonen voor Ootmarsum en daar heb ik me altijd bijzonder in thuis gevoeld,” laat een openhartige Loes Stokkelaar weten.
De overhandiging bleek een bijzonder moment tijdens een bijzondere avond bij hotel van der Maas. In een volle zaal gaf Marlou Raatgerink een inkijkje in het gevarieerde Jaarboek 2017.
Ze startte haar relaas met één van de hoogtepunten in het Jaarboek en dat is het verhaal van Ronald Grimberg over ’t Engels’ Jufferke. Volgens de overlevering is 2017 het jaar dat ze terugkomt om te kijken of haar nalatenschap goed is beheerd. Verdient dit Jufferke echt een standbeeld? Het verhaal geeft een historisch beeld van de familie Engels van Beverforde met de vele raakvlakken met ‘ons stadje’.
Peter Baanstra, die zijn debuut maakt in de redactie, kreeg de eervolle opdracht om het bekende ‘Pröätke’ te maken en hij deed dat met een openhartige Henk van der Maas. Deze context zorgde wel voor de basis van een prachtig inkijkje in het werkzame leven van Henk en Emmy van der Maas.
Philip Heitkamp van Buro Anno 1998 leverde een historische bijdrage aan het Jaarboek over het pand aan de Kapelstraat 14. Gebouwd op de voormalige binnengracht van Ootmarsum en daardoor alle reden om dit gerestaureerde pand voor het voetlicht te brengen.
Robert Westerhof wist met een prachtige bijdrage de Steenuil in de spotlights te zetten en deze leerzame bijdrage is natuurlijk voorzien van eigen natuurfoto’s van topniveau.
De Kapelstraat komt nog een keer terug in het Jaarboek, want Gerhard Broekhuis vertelt uit eigen herinnering een verhaal over de familie Leidgeb, die daar in het begin van de vorige eeuw een groentewinkeltje runden. Prachtig beschreven door Gerhard Broekhuis.
De eerste bijdrage van Rob Meijer in dit Jaarboek 2017 handelt over de bioscoop in Ootmarsum. Ruim 10 jaar konden de inwoners van de Siepelstad genieten van een verscheidenheid aan films, die daar werden vertoond.
Gerard Hulsink en Herman Haarhuis waren de grote initiatiefnemers, die af en toe door de pastoor ‘gecensureerd’ werden , want niet elke film mocht worden vertoond……..Rob Meijer vertelt het met een grote glimlach en weet ook nog eens een prachtige anekdote uit zijn creatieve hoed te toveren. De Stichting Steun Sportaccommodaties Ootmarsum is vorig jaar ter ziele gegaan, maar in dit Jaarboek blijft het dankzij de bijdrage van Hans van Zuilekom voortleven. Deze stichting is mede verantwoordelijk voor het tot stand komen van sporthal de Schalm in de huidige vorm en het volledig gerenoveerde zwembad de Kuiperberg. Twee accommodaties, die in Ootmarsum hun waarde volledig hebben bewezen.
Niemand minder dan Henk Eweg schreef over het Kerkplein en met name over de geschiedenis van dit historische centrum. Ooit geweten dat er een waag heeft gestaan? Na het lezen van dit verhaal leeft het Kerkplein nog meer en is heel goed te zien welke ontwikkeling dit plein heeft ‘door’gemaakt. Alle gebouwen zijn beschreven en dan merk je wat er allemaal kan veranderen.
Ook met een glimlach moet men het verhaal van Chris Velthuis over ‘De Heiligen van Ootmarsum’ lezen. Ze komen elkaar tegen en vragen om aandacht, omdat ze het idee hebben dat velen hen niet meer kennen op de trouwe duiven na. “Inwoners moeten weten dat wij over hen waken……”
Fons Temmink beschrijft op prachtige wijze de wonderbaarlijke en magische wereld van de paddenstoelen. De foto’s zijn van maestro Harry Wolbers. Redactielid Gerard Hassink gaf tijdens de eerste bijeenkomst van het overleg direct aan een mooi verhaal te hebben en het bleef niet bij woorden, want ‘Hen kook’n goan’ is een bijzondere bijdrage geworden over de boerenknecht – of meid, die een paar dagen vrij kreeg om naar zijn eigen huis te gaan. Goed personeel kreeg ook nog eens wat mee en dat bleek destijds een waardevolle traditie.
Het verhaal van de Agelose Marietje Lansink spreekt zeker tot de verbeelding. Na haar jeugd in ‘Westenaogel’ liet ze al heel gauw weten het klooster in te willen. Van daaruit en als gevolg van haar opleiding in ‘de zorg’ vertrok ze naar Tanzania om daar geweldig werk te verrichten.
Ze kreeg de naam Zuster Bonifacio, maar in Tanzania was het zuster Bonny en nog mooier: ‘De parel van Tanzania’. Anne Lansink schreef dit bijzondere verhaal.
Jos Knippers stuitte op een trouwbrief en dit unieke document speelde hij door aan de redactie van het Jaarboek. Het was de huwelijksbevestiging van Henricus Buyvoets en Maria Lavarre. Op de trouwbrief staan de meest prachtige volzinnen, die destijds, mei 1873, werden gebruikt, om een echtpaar in de echt te verbinden.
Dat de Kuiperberg een rijk verleden heeft is algemeen bekend. Stijn Scholten, de zoon van Huub, voegt daar nog een andere dimensie aan toe in zijn bijdrage. Hij verhaalt over Duitse seizoenarbeiders op de Kuiperberg, die onder meer meehielpen in de steenfabriek van zijn opa. Toch zijn er voor hem nog vraagtekens, die hij graag ingekleurd wil zien. Hij wil dan ook heel graag in contact komen met mensen, die meer weten over deze Duitse seizoenarbeiders.
De tweede bijdrage van Rob Meijer gaat over ‘Humor in de Kerk’. Ook dit verhaal tekent de blijmoedigheid van Rob, die met gevoel voor humor allerlei anekdotes de revue laat passeren.
De naam Judas heeft bij de meeste mensen geen goede naam. Dat ondervond ook Jan Rosenhart, nadat een tweetal dames hun verbazing mopperend tot uitdrukking brachten over de naam van de RK Kerk Simon en Judas. Redenen genoeg voor Rosenhart om eens in de Judassen uit de Bijbel te duiken en het zijn er meer dan de meesten verwachten.
De tweede bijdrage van Gerard Hassink heeft alles te maken met zijn hobby Siepelhangen. Niet voor niets is hij al jaren lid van deze commissie, die er voor zorgt dat op de vrijdagavond voor het carnaval ieder huishouden een Siepel aan de deur heeft hangen. Een prachtige traditie, die nu ook eens op ludieke wijze beschreven is.
Met zijn medische achtergrond leek het Fons Temmink een uitdaging om in de wereld van vroedmeesters en vroedvrouwen in en om Ootmarsum te duiken. Voor de oudere Ootmarsummers bekende namen als Mien Leferink en Jo Steinmeijer worden in dit verhaal vermeld, maar ook het ontstaan van het Gasthuis in de Siepelstad. Het verhaal van Fons Temmink in dit Jaarboek zal u zeker bevallen.
Natuurlijk wordt er in deze editie ook stilgestaan bij het 50-jarig jubileum van de Heemkunde dat vorig jaar werd gevierd. Het winnende gedicht van Marian Oude Elberink is in dit boekwerk opgenomen, evenals een verslag van de jubileumfestiviteiten
De Kroniek is de traditionele afsluiting in het Jaarboek. Wim Leverink heeft een jaar lang alle berichten gevolgd en dat leidde tot een aantal hoogtepunten in 2016, die per maand terug te vinden zijn in dit gevarieerde Jaarboek.
Na de prachtige uiteenzetting van Marlou Raatgerink over de inhoud van het boekje werd het eerste exemplaar uitgereikt aan Loes Stokkelaar. Tevens kreeg stadsdichter Marian Oude Elberink nog de gelegenheid om haar winnende gedicht voor te dragen en na de pauze bracht ze een nieuw gedicht met als titel ‘Wintertijd’.
Hans Voorpostel bracht vervolgens een eigen geschreven voordracht ‘Betske’ en dat werd de afsluiter van een zeer geslaagde avond van de Heemkunde, waarin het Jaarboek, door voorzitter Nettie Aarnink betiteld als het bindmiddel van de vereniging, werd gepresenteerd. Ook genoemd moeten zeker worden Jan Raatgerink en Mrieke Peters, die voor de vormgeving en opmaak zorgden. Het boekje staat vol met prachtige foto’s en dat is te danken aan allerlei personen, die gevoel hebben om de meest mooie plaatjes te kunnen schieten. De omslagfoto, geschoten door Harry Wolbers, is daar een treffend voorbeeld van.
Donateurs en sponsors ontvangen het Jaarboek thuis. Andere geïnteresseerden kunnen het Jaarboek 2016 kopen voor de prijs van 9,50 euro bij Brummelhuis. Meer informatie is te vinden op de website www.heemkunde-ootmarsum.nl.
Foto’s van de presentatie zijn van Caspar Kouijzer