Na twintig jaar neem Fabian Harperink afscheid van het eerste van KOSC. Maar liefst 475 officiële wedstrijden speelde hij voor de hoofmacht van de Ootmarsumse zwart-witten. Dat hadden er nog meer kunnen zijn, maar Corona gooide roet in het eten. Het belet de aanvoerder niet om terug te kijken op twee decennia spelplezier in het eerste van KOSC.
Debuut tegen Oldenzaal
In het seizoen 2004/2005 werd de toen 16-jarige Fabian Harperink steeds meer betrokken bij de hoofdmacht van KOSC. Trainer Koos de Wals zag het zeker zitten in deze dynamische middenvelder, die als B-junior toen al in KOSC A speelde. “Ik speelde al wat minuten in vriendschappelijke wedstrijden en trainde mee met de selectie van het eerste. Zo’n zes tot zeven weken voor het einde van het seizoen mocht ik mijn eerste officiële wedstrijd spelen in het thuisduel met Oldenzaal. We kregen een ongenadig pak slaag. Het was ook het debuut van Ruben Baanstra en beiden hadden we ons een betere start in het eerste van KOSC voorgesteld. We waren nog jong en achteraf is het toch de start geweest van een hele mooie periode bij ons cluppie, want vanuit de Vijfde Klasse klommen we op naar de Tweede Klasse,” vertelt Fabian Harperink.
Van jonkie tot senior
Fabian Harperink debuteerde als jonkie in het eerste van KOSC en hij neemt afscheid als ‘senior’. “Dat voelt eigenlijk wel heel bijzonder. Samen gespeeld met echte KOSC namen als Rutger Vrielink, Niels Oude Alink, de Bossinks, de Engbersen, de Brunsen en natuurlijk Rob Roelofs waar ik niet alleen mee samen heb gespeeld, maar ook nog onder getraind heb. Ik kan nog zoveel andere namen noemen, want ik heb veel spelers zien komen en gaan. In eerste instantie was ik dat jonkie en steeds meer werd ik die ervaren rot, die jonge spelers in de selectie zag komen. Ik heb daar wel heel erg van genoten, omdat ik dat proces van ‘jong naar oud’ zelf heb meegemaakt.
Vriendenploeg
In het seizoen dat Fabian Harperink debuteerde stonden meer jonge KOSC talenten aan de deur te kloppen. In feite waren het twee vriendenploegen, die bij de Ootmarsumse club samensmolten en zorgden voor een nieuwe gouden generatie. “We werden als jonkies best wel geconfronteerd met het ‘gouden team’ uit de jaren tachtig, die destijds Tweede Klasse speelde. In onze tijd wisten we toch ook stapsgewijs een steeds hoger niveau aan te tikken. Dat gold ook voor onze trainers, die op dat moment van belang waren om dat trapje hoger te realiseren. Van al die trainers heb ik steeds weer iets kunnen leren. Daarnaast hadden we spelers, die niet alleen individueel over talenten beschikten, maar ook zeker pasten in de groep. Een echte en hechte selectie. We wisten wat we konden. Daarnaast waren we ook buiten het voetbal een vriendenploeg en dat heeft er ook zeker toe geleid dat we tot twee keer toe de gouden generatie van de jaren tachtig konden evenaren. Wat is het dan mooi dat je als ‘een klein clubje uit Ootmarsum’ tegen grote namen mocht strijden. We troefden in die tijd TVC en DOS ’19 (later SDC) af dat had echt alles te maken met die vriendenploegen, voor elkaar door het vuur gaan, en de juiste trainers. De eerste promotie naar de Tweede Klasse verloren we kansloos in Deventer van Helios, maar wonnen we de return in Tilligte met 6-1. We moesten uitwijken naar dit veld, omdat het hoofdveld van KOSC er abominabel bij lag. Achteraf prima, want dit wonder van Tilligte leverde ons na de winst op Epe wel een plek op in de Tweede Klasse. We degradeerden een jaar later weer, maar twee jaar later dwongen we opnieuw promotie af door in de nacompetitie af te rekenen met Heerde en met ATC. Het zijn geweldige herinneringen aan een ongelooflijk mooie periode,” laat de scheidende KOSC aanvoerder weten.
Nooit rustig
Fabian Harperink lacht, want als hij terugkijkt op die twintig jaar KOSC 1 realiseert hij zich dat geen enkel seizoen ‘rustig’ is geweest. “We waren altijd wel bezig om te strijden voor een titel, een promotie of een degradatie. Nooit konden we bij wijze van spreken drie wedstrijden voor het einde van het seizoen zeggen dat we nergens meer voor hoefden te voetballen. We bleven in de race voor de titel, promotie of degradatie. Ik heb zelf drie kampioenschappen en twee promoties mee mogen maken, maar ook de nodige degradaties. Al die momenten hebben hun eigen herinneringen. Dat is de sport met hoogte- en dieptepunten en iedere club krijgt daarmee te maken. Het afgelopen seizoen zijn we gedegradeerd en dat voelt echt niet goed. Het is ook totaal onverwachts, maar blessures en het gebrek aan scorend vermogen hebben ons opgebroken. Ik had me ook een ander afscheid voorgesteld. Die degradatie heeft me echt twee slapeloze nachten en vervelende dagen gekost. Het hoort bij de sport en je kunt er niets meer aan veranderen. Het geeft ook wel aan dat je op welk niveau dan ook altijd die spanning hebt om als team of individu zo goed mogelijk te presteren. Bij KOSC heb ik echt alles meegemaakt. Ondanks dat blijft het mijn cluppie en dat zwart-witte hart blijft kloppen voor KOSC. Ik kijk dankbaar terug op een hele mooie tijd met prachtige resultaten, met dieptepunten, maar vooral met veel plezier met al die voetballers, waarmee ik heb mogen spelen. Twintig jaar in het eerste, tien jaar aanvoerder en 475 wedstrijden, daar ben ik best trots op. Ik kan alleen maar trots zijn, omdat ik heb mogen spelen in teams, die zich in willen zetten voor ons cluppie. Dan voel ik ook de betrokkenheid van een vaste kern van supporters, die uit en thuis ons hebben gesteund. Dat geldt ook voor al die mensen, die rondom het team hun steentje hebben bijgedragen en vooral ook gezorgd hebben voor een stuk relativering en vooral veel gezelligheid.”
Volgend seizoen speelt Fabian Harperink in de 35+ competitie. Een hele overgang, maar voor KOSC zal hij nooit verloren gaan. Op zaterdag 22 juni is zijn afscheidswedstrijd, die om 19.30 uur begint. Dat wordt een prachtige happening. We mogen nog niet verklappen wat het wordt, maar het zal voor de ‘motor van KOSC’ een waardig afscheid worden.