Het is al weer de elfde editie van het Gala van de Hènige Slepvèènt en het evenement is letterlijk en figuurlijk gegroeid. Het publiek genoot van een gevarieerd programma met een aantal acts en buuts van een hoog niveau. Het is een gala waar je niet op de tijd hoeft te letten en dat verloopt in een ongedwongen sfeer.
Het aan elkaar praten van het programma was weer in vertrouwde handen van Henk Heerink. De spreekstalmeester lijkt niet uit balans gebracht te kunnen worden. Met gevoel voor humor, het geruststellen van de artiesten en de interactie met het publiek zorgen er voor dat hij onopvallend opvallend deze rol van begin tot eind prima vervult.
Het gala begon uiteraard met het ‘binnenblazen’ door de Bloasbrothers van het nieuwe trio van de Hènige Slepvèènt. De burgervader van Oud-Ootmarsum, Jan van de Roatger, overhandigde Opperslepper Andras Koops officieel de sleutel van het Hènig Slepvèèntlaand.
Daarna volgde er het debuut van de Hènige Slepwichter. De vijf meiden traden twee keer op en dit tot groot enthousiasme van het publiek. Ze wervelden over het podium en brachten de sfeer er goed in.
Vervolgens keerde het inmiddels al illustere trio terug op de bühne. Andras Koops speelde de quizleider, terwijl zijn metsleppers Teun Hemme en Thijs Veldhuis met twee kandidaten uit het publiek, adjudant Stef Wiegink en oud-Prins Freek Keupink de vragen moesten beantwoorden. Op deze eerste gala-avond zorgden deze twee gastkandidaten voor de nodige gevatte antwoorden. “Lastig spelletje hè,” liet de quizleider weten. “Vin ie dat?” was het bondige antwoord van Siepeljonker adjudant Stef Wiegink. De commercials en filmpjes tussendoor in deze act waren goed doordacht en ook de danskwaliteiten van Opperslepper Andras Koops werden knap benut. Freek Keupink mocht nog een plattelandsprostitué uitbeelden, terwijl Stef Wiegink met allerlei lichaamsbewegingen probeerde een Slepvèèntlaand vrijgezel uit te beelden. Na deze lange, maar geslaagde act kwamen Gerald Wassink en Robert Kamphuis op de bühne als Sil en Sil.
Robert speelde Sylvia Rouwers van de Postelhoek, terwijl Gerald Wassink een dankbare rol had door Sylvia van Jos uit te beelden. Sil (Postelhoek) vertelde dat ze veel in de keuken werkte. “Bevalt dat?” vroeg Sil van Jos. Het antwoord luidde: “Jazeker, de kok is zeer tevreden…..” De beide ‘dames’ kregen ook allerlei vragen voorgeschoteld, waaronder de vraag hoeveel cafés er aan de Laagsestraat stonden. Ze kwamen tot 11, maar dan werden Hohne Busscher en Erik Morsink ook meegerekend. Een mooie sketch van de beide heren, die het dit jaar dus weer eens over een andere boeg hadden gegooid.
Na de eerste pauze bliezen de Bloasbrothers de sfeer er weer in, waarna Robbin Beld met zijn rioolservice de lachers op de hand kreeg.
Vlot vertellend kwam hij in de wc potten van alles tegen en hij dook zelfs met kop en al in het toilet om daar, tot leedvermaak van het publiek, het gipsen been van Henk Heerink uit te halen. Zijn spreuk: “Het kan vriezen, het kan dooien, maar als je op je bek gaat is Spölman te laat met strooien”, zorgde voor een enorm lachsalvo vanuit de zaal.
Voor een goede mix in muziekstijlen zorgden de Playbackboys, die vorig jaar hun debuut maakten. Rick Wesselink, Collin Hesselink en Bjarne Schulten wisselden snelle nummers af met rustige songs en de bekende liederen werden massaal door de zaal meegezongen.
Voor het hoogtepunt van het Slepvèènt gala zorgden de gebroeders Küper. Ze gingen terug in de tijd en wilden nog wel eens een vrijgezellenfeest meemaken. Tijdens deze sketch liet de techniek het helaas afweten, maar Dennis, Olaf en Niek wisten dat met mooie improvisaties prima op te lossen. Hun ritje in de TukTuk was al adembenemend en ondertussen namen ze heel wat bewoners uit Oud-Ootmarsum op de korrel. Zelfs het akkefietje in Hengelo waar het nieuwe trio en het viertal dat verantwoordelijk is voor het zoeken van de nieuwe Opperslepper en Metsleppers werd niet in de doofpot gestopt. En het woord ‘Klepvèènt’ kwam toch een aantal keren terug op dit gala en dus ook bij de Küper boys. Ook het ongelukje van René Toenink bij wasserij het Springendal werd prachtig verteld en uitgebeeld. Het gebeurde vlak voor de komst van het Koninklijk Paar en de mensen lagen dubbel toen op de foto de wolkjestekst kwam: “Willem mö’j kiek’n, dat hef Toenman doan.” De sketch werd afgesloten met een prachtig Playbackact van het nummer ‘The Piano man’. Prachtig en volop meegezongen door het enthousiaste publiek.
Na de tweede pauze traden vrijdag Martine Sanders en Kim Kreuwel op als EHBO’ers, die voor de 7e keer moesten proberen het examen te halen. De Slepwichter dansten Fireball en Gijs Brunink, Dirk Hunder en Mick Hesselink brachten de sketch ‘Op pad met de Zonnebloem’. Ook zij namen geen (zonnebloem) blad voor de mond.
Op de tweede avond is de volgorde wat veranderd, zodat de broers Heerink het terechte slotstuk van het gala vormden.
In de pauzes was er de loterij en ook vertelde voorzitter Rudy Groeneveld over de vorderingen van de nieuwe loods. Hij liet weten dat een gevraagde Sterkteberekening voor vertraging had gezorgd, maar de verwachting is dat in het voorjaar gestart kan worden met de nieuwe loods.
Het gala vond dit jaar plaats in een grotere tent bij vakantiepark ‘De Witte Berg’ en het publiek kon ruim zitten en dat maakte het allemaal toch wat comfortabeler. De Sleppersroad sjouwde heen en weer met consumpties, terwijl de familie Heerdink het gastheerschap op zich hadden genomen. De mensen in de zaal genoten van een gezellige avond, waarbij ook de vrijwilligers achter de schermen een belangrijk aandeel in hadden. Zeker ook de makers van de hilarische filmpjes verdienen een groot compliment.
De Hènige Slepvèènt hebben hun gala er op zitten en kunnen zich volledig richten op het carnaval eind deze maand en met dit trio aan de ‘macht’ is dat een mooi vooruitzicht. Dat doen ze met het thema ‘Indianen’ en de lijfspreuk ‘Met diss’n blonde Aquitaine en 2 roodbonte stier’n, doow nig an KI, m’r biologisch tuinier’n’.
Foto’s Slepvèènt hoffotograaf Jeroen Oude Nijhuis