Het fotografisch oog van Caspar Kouijzer, wandelend aan de Alleeweg, ontwaarde ter hoogte van ’n Tooslag een gaaf paddenstoeltje. De gele kleur viel duidelijk op en alle reden om er wat foto’s van te maken.
Het bleek de gele trilzwam te zijn, die het gehele jaar door, maar vooral in voorjaar en late herfst, te vinden is op takken van loofbomen en struiken.
Eigenschappen
Het vruchtlichaam heeft een doorsnede van 1 tot 5 cm en is onregelmatig hersenachtig geplooid. Het komt tevoorschijn uit spleten in boomschors en is eerst geel en later bleekgeel gekleurd. In droge toestand verandert de substantie van geleiachtig tot kraakbeenachtig taai en ook donkerder van kleur.