Met bewonderenswaardige inzet en doorzettingsvermogen heeft Gerard Hassink van een ‘rommelhoek’ aan de Mors een prachtige bijentuin weten te creëren. Twee jaar geleden begon hij aan deze klus op een ideale plek in de volkstuintjes van Ootmarsum, maar ‘we moeten’ nog wat eerder terug naar de basis van Gerards hobby: De Imkerij.
“Tien jaar geleden ben ik als imker begonnen en heb ik me aangemeld als lid van de Bijenvereniging Ootmarsum en omstreken. Deze hobby komt niet helemaal uit de lucht vallen, want in mijn jeugd kan ik me nog herinneren dat ik vaak te vinden was bij mijn oom. Hij hield bijen en dus stond ik als jong ventje vaak te kijken naar het honing slingeren en het verzorgen van de bijenkasten. Helaas brandde de schuur, waarin de bijenkasten stonden, af en na die tijd heeft mijn oom de hobby nooit meer opgepakt. Toch bleef het me boeien en dus pakte ik in 20015 de draad op. Ik hou van de natuur. Het baarde me zorgen dat de bijenstand zo hard achteruit holde. Vanuit die interesse voor de natuur en de honingbij heb ik mijn eerste kasten gekocht en bij ons in de tuin gezet midden in het stadje,” beschrijft Gerard Hassink zijn eerste stappen voor deze bijenhobby.
De Ootmarsummer breidde het aantal kasten uit, maar daar bleef het niet bij. Op een bepaald moment kon hij werk en hobby combineren. De gemeente Tubbergen als opdrachtgever riep een specifiek ingestelde projectgroep ‘Bijen en Biodiversiteit’ in het leven. De aanleiding heeft alles te maken met het gebrek aan biodiversiteit. “Met name als gevolg van ontwikkelingen in de landbouw en veeteelt is er op het platteland van Twente te veel een monocultuur ontstaan. De oude natuurwaarden zijn verdwenen en daarmee ook het evenwicht in de natuur. Die verstoring heeft met name grote, en helaas negatieve gevolgen voor de bijen. Bijenvolken zijn van groot belang voor de bestuiving van bloemen, planten en bomen, dus het probleem van de bijensterfte is ook het probleem van de burger. Het jaar 2012 is niet voor niets tot het ‘Jaar van de Bij’ uitgeroepen en dat heeft gelukkig tot veel aandacht voor dit probleem geleid met als concreet resultaat dat er weer meer mensen belangstelling hebben voor het houden van bijen.
Ik probeer dat uit te dragen en heb dus dat stukje grond op de Mors gehuurd om daar mijn bijen te kunnen houden. Van daaruit wil ik heel graag mensen interesseren voor de imkerij. Men is dus altijd welkom. Het geeft me ook de gelegenheid om belangstellenden te vertellen om niet bang te zijn voor bijen, hommels of wespen. Ze prikken alleen maar uit verdediging, verder vallen ze mensen in principe niet lastig. Daarnaast hoop ik ook om mensen te bewegen wat meer ‘rommel’ bij hun huis te hebben. Het hoeft maar een hoekje te zijn. We moeten niet alles met shovel en motorzaag willen oplossen in Twente, want anders houden we een eeuwenoud ambacht als bijenhouder niet in stand en dat heeft echt hele nadelige gevolgen voor het natuurlijk evenwicht,” is de stellige overtuiging van Gerard Hassink.
Het werk in zijn nieuwe tuin vergde zeker 6 weken voordat Hassink zijn plek had ontdaan van allerlei soorten rotzooi als plastic, stukken hout en heel veel onkruid. Vervolgens groef hij alles 1 ½ spit om en maakte een soort tweedeling op het stuk grond. Er kwam gras met wat fruit – en bijenbomen, een border met boekweit en drachtplanten, terwijl een ander deel is ingezaaid met meerjarig bloemen – en kruidenmengsel. Er kwam een soort opslag/afvalhoop met een opening naar de buitenkant en dat gaf in het eerste jaar al direct een egel de kans om daar ongestoord de winterslaap te houden. In het voorjaar liep deze egel met drie jongen door de tuin van Gerard Hassink. Bijen houden is een hobby met veel materiaal en dus moest er een opbergplek worden gemaakt. “Ik kwam in contact met Engberink uit Tubbergen en hij had nog een gebintwerk staan en het grappige is dat deze destijds is gemaakt door Frans Tenniglo. Daarnaast heb ik een plek gemaakt waar de bijenkasten onder kunnen staan en dat heb ik afgewerkt met een camouflage ’deken’, die in het leger werd gebruikt. Een paar knotwilgen er achter gezet en nu al kan ik enorm genieten van deze plek. ’s Morgens in alle vroegte zit ik er graag en in alle rust laat je de natuur op je inwerken. Bij het rijzen van de zon, komen dan ook de bijen in actie, die overal naar toe vliegen waar maar nectar te vinden is. Ze hebben heen en terug een actieradius van maar liefst 7 kilometer en dus kunnen mijn bijen ook bij de Ootmarsummers in de tuinen zitten. Die burgers wil ik heel graag informeren over de imkerij, want dat is één van mijn doelen,” vertelt een enthousiaste Gerard Hassink.
Het blijft niet alleen bij vertellen, want de Ootmarsumse imker wil ook graag anderen interesseren voor deze bijzondere hobby. “Dit oude ambacht moet blijven bestaan en daarom is deze bijentuin ook aangelegd en exploiteert hij deze Imkerij onder de naam ‘Bijen & Natuur Ootmarsum’. Vanuit deze plek kan ik belangstellenden laten zien en voelen wat het allemaal inhoudt. Ik hoop ze enthousiast te maken voor de Imkerij, zodat ook zij met deze prachtige hobby beginnen en daarmee de bijenstand proberen te herstellen,” ontvouwt Hassink zijn plannen.
Onder de naam “Bijen & Natuur Ootmarsum” exploiteert Hassink de imkerij. Hij laat zich daarbij leiden door de volgende 4-ledige doelstelling:
- Het ambacht van imker volgens de regels en op verantwoorde wijze bedrijven en d.m.v. het opleiden en begeleiden van nieuwe / jonge imkers deze vaardigheden doorgeven.
- Informatie verstrekken over het houden van bijen in relatie tot onze woon- en leefomgeving en de bestuiving van bomen en gewassen.
- Aandacht schenken aan en vragen voor de vergroting van de biodiversiteit en kritisch zijn op het gebruik van insecten- en gewasbestrijdingsmiddelen.
- Zachtaardige bijenvolken kweken en (h)eerlijke honing oogsten.
“Dat streef ik na, waarbij een nieuwe jonge imker van de vereniging het eerste bijenvolk krijgt en samen blijven we informatie uitwisselen om elkaar te helpen, te ondersteunen en te stimuleren. De meeste mensen denken ten onrechte, dat het houden van bijen gepaard gaat met het regelmatig gestoken worden door deze ijverige beestjes. Door dat fabeltje worden veel mensen afgeschrikt om zich te verdiepen in het interessante leven van de honingbij en dat is jammer.
Bijenhouden is een oud ambacht en kan in principe door iedereen geleerd worden.
Naar de toekomst is het van belang, dat er jonge mensen komen die dat mooie vak leren, verantwoord uitvoeren en aan de volgende generatie weer doorgeven,” beschrijft Gerard Hassink zijn missie. Op zoek naar imkers dus : kom d’r bij. Voor verder informatie of een afspraak maken kan men terecht op de website: gerardhassink.tumblr.com