In het nieuwe museum van Ton Schulten zijn op initiatief van de Vogelwerkgroep Heemkunde Ootmarsum dertien nestkasten voor gierzwaluwen geplaatst. Dat wil nog niet zeggen dat het inde komende periode ‘gieren’ wordt in het museum, want gemiddeld duurt het zo’n 5 jaar voordat de gierzwaluw een nieuwe nestplek in gebruik neemt.
Ootmarsum is echter wel een bakermat voor gierzwaluwen, want met name rondom en in de Protestantse kerk komen deze bijzondere vogels jaarlijks terug om te broeden. Ook in de Molenborgh zijn vorig jaar deze nestgelegenheden aangebracht.
Medewerkers van aannemersbedrijf Steggink en enkele leden van de Vogelwerkgroep hebben de kasten op de meest geschikte plaatsen aan de buitenzijde van het gebouw laten aanbrengen. Vooral wordt dan gekeken naar de aanvliegroute en naar de mogelijkheid voor de jonge gierzwaluwen om de nestgelegenheid te verlaten. Daarvoor is namelijk een vrije val ruimte nodig van meer dan drie meter. De jonkies kiezen dan het luchtruim en vinden pas weer vaste grond onder hun pootjes als ze geslachtsrijp en een partner gevonden hebben. Al die tijd blijft de gierzwaluw vliegen en dat geldt ook als de beestjes in Afrika zijn, zo’n 7000 kilometer van Nederland.
Ootmarsum mag blij zijn dat het een kolonie gierzwaluwen heeft en dat er nog mensen en organisaties bereid zijn om in nieuwe gebouwen nestgelegenheden voor de gierzwaluwen aan te brengen. Ton Schulten en zijn vrouw Ank twijfelden geen moment en gaven graag de gelegenheid aan de Vogelwerkgroep om van deze nieuwbouw te profiteren. Te vaak verdwijnen de nestgelegenheden door ver – en nieuwbouw en het plaatsen van isolatiemateriaal. Op 26 april kwam de eerste melding binnen van boven Ootmarsum gearriveerde gierzwaluwen. Momenteel zijn ze al weer op verschillende plekken bezig om hun jongen te voorzien van voedsel. Door hun karakteristieke gierende geluid zijn ze haast niet te missen. De vogelwerkgroep hoopt dat Ootmarsummers zich blijven melden om door te geven of gierzwaluwen zich ‘ergens’ hebben genesteld.