Goed bezochte excursie langs de bronnen en de beken van het Springendal

In deze maanden, nu het langer licht is ’s avonds,  houdt Staatsbosbeheer wekelijks een excursie met het natuurgebied het Springendal als decor. Waar in vorige jaren de deelnemers zich verzamelden op de parkeerplaats bij de ‘brandtoren’ is in deze editie van 2019 gekozen om te vertrekken bij Hoeve Springendal van de familie Brunninkhuis. Daar wordt rustig begonnen met een kop koffie of thee en voor de jonge deelnemers ranja.

Afgelopen dinsdag 14 mei kende de excursie als thema ‘Langs de bronnen en de beken van het Springendal’. Zo’n dertigtal mensen had zich online aangemeld en deze werden over twee groepen verdeeld.
Het Springendal staat onder meer bekend om haar kabbelende beekjes met glashelder water en romantische bronvijvers. De bronnen en de beken zijn het hart van het Springendal;  want dankzij het zuivere water uit de vele bronnen, die samenstromen tot de Springendalsebeek, komen er bijzondere planten in het natuurgebied voor en vormt het een leefgebied voor de zeldzame beekprik, een geheimzinnig ‘visje’ met een nog geheimzinniger leven.

De excursie voerde door het hart van het Springendal en langs deze bronnen en beken. Het was een genot om mee te lopen. De gidsen lieten de deelnemers zeldzame planten zien en wat blijft het een mooi gezicht om reeën te ontwaren, die in alle rust aan het foerageren waren. Als jezelf nauwelijks beweegt kun je heel lang genieten van de Springendalse reeën. De groep wandelde echter verder en werd als het ware luid toegezongen door diverse soorten zangvogels. Op een bepaald moment leek het alsof de deelnemers op een matras liepen. Dat leverde een geweldige ervaring op.  Na ongeveer twee uur eindigde de excursie bij Hoeve Springendal, maar iedereen was het er over eens dat de tijd was omgevlogen.
Op 21 mei is de volgende excursie en opgave is mogelijk door online te boeken via www.staatsbosbeheer.nl/orchideeenspringendal of via boswachter Irene van der Linde (i.vanderlinde@staatsbosbeheer.nl / 0620696180).

Foto’s Josephien Slotman