Op deze website willen we zoveel mogelijk mensen, organisaties, verenigingen enz. een podium bieden om hun belevenissen te kunnen vertellen. We hebben Robert Westerhof (lid van de Vogelwerkgroep Ootmarsum) bereid gevonden om zijn natuurverhaal met ons te delen. Deze pure natuurliefhebber, natuurlijk kennen we hem ook als leerkracht aan de Meander, weet niet alleen boeiende natuuronderwerpen te beschrijven, maar hij legt ze ook vast in prachtige beelden. We zijn erg blij met zijn bijdrage en de eerste keer vertelt hij over een zeldzame vogel de Grauwe Klauwier.
Deze zomer heeft er op het Springendal de zeldzame grauwe klauwier gebroed. Deze soort werd hier in juni ontdekt en begin juli werden er 2 jongen waargenomen. Inmiddels zijn de jongen uitgevlogen en begeven ze zich nog op het Springendal in de omgeving van de Schabos Esch.
Ook voor Staatsbosbeheer is dit een mooie opsteker. De grauwe klauwier is namelijk een zeer kritische broedvogel die voorkomt in een omgeving waar veel biodiversiteit aanwezig moet zijn. Men moet dan denken aan halfopen landschappen met structuurrijke vegetaties waar veel grote insecten en kleine gewervelde dieren voorkomen. Dit soort landschappen zijn tegenwoordig erg schaars geworden. In Twente hebben er dit jaar ongeveer 6 tot 8 paartjes gebroed. In Nederland komen ongeveer nog 250 broedparen voor waarvan bijna de helft in het Bargerveen (Drenthe) broedt.
Dit jaar heeft Vogelbescherming Nederland en Sovon de soort uitgeroepen als vogel van het jaar 2012. In dit jaar staat deze soort centraal. Zie ook: http://www.sovon.nl/?id=973
De grauwe klauwier staat op de rode lijst van de in Nederland voorkomende broedvogels. De soort is de afgelopen decennia behoorlijk afgenomen. De enorme afname heeft zeker te maken met de aftakeling van het agrarisch buitengebied. In het bijzonder het verdwijnen van talloze heggen en struwelen en de forse afname van veel grote insecten. Verder speelt het verdwijnen van ‘woeste gronden’ en verruiging door zure regen – speciaal in de duinen – een rol, evenals een toename van het aantal natte zomers.
Wie deze bijzondere soort wil zien, moet vooral de toppen van de bosjes, bomen in de gaten houden. De vogel is ongeveer zo groot als een goudvink (16 tot 18 cm). Bij het mannetje valt het zwarte zorro-masker goed op. Ook de zwarte haaksnavel waarmee hij kleine prooidieren op doornstruiken spietst is opvallend. Het vrouwtje is minder opvallend door de bruine kleur en het schubpatroon op de lichte borst. Dankzij het goede beheer door Staatsbosbeheer krijgt de vogel hier weer kans om zich in de omgeving van Schabos Esch op het Springendal te vestigen. Tot half augustus kun je de soort nog in zijn broedgebied aantreffen. Daarna zal de vogel vertrekken naar zijn overwinteringsgebied in het oostelijk, tropisch Afrika.