Een belangrijke mijlpaal in het bestaan van het Openluchtmuseum Ootmarsum is afgelopen weekend bereikt. De 500.000e bezoeker kon worden begroet.
De gelukkigen waren vier zussen die in Twente op vakantie waren. ze zijn in de bloemetjes gezet en kregen uit handen van Hans Oude Breuil namens het bestuur van het museum, ook een speciaal museumarrangement aangeboden.
Sinds de start als zelfstandig museum in 1997 bleef de bezoekersstroom groeien. Al in het jaar 2000 was het jaarlijkse aantal bezoekers van 13.000 gegroeid naar 30.000. Langzaam klom dit in de 17 jaren van het bestaan van het museum op naar een aantal tussen de 35.000 en 40.000 bezoekers jaarlijks. De gelukkigen, drie zussen Marie José, Trudie en Gabriëlla Assendelft en schoonzus Bea van der Vorm logeren bij Hoeve Springendal en komen uit Rotterdam, Domburg en Nijmegen. Met een glaasje champagne op de foto, voorafgaand aan een audiotour over het museumterrein, was een aangename verrassing voor dit enthousiaste viertal.
Het openluchtmuseum – vroeger in de volksmond ‘Het Los Hoes’- genoemd , heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Met de bouw van een kleine museumboerderij op deze locatie in 1962 heeft de toenmalige gemeente Ootmarsum de basis gelegd voor het museumpark dat in 1997 zelfstandig werd. Veel authentieke gebouwen uit de directe omgeving en het Duitse grensgebied zijn er bijgebouwd. Het museum is een ‘Geregistreerd museum” en voldoet aan de landelijke normen. Het ging niet altijd voor de wind : in 2004 vernielde een grote brand het oorspronkelijke los hoes, maar dit kon in 2005 weer opgebouwd worden. Vele evenementen vinden jaarlijks plaats en meer dan honderd vrijwilligers kunnen hun energie kwijt binnen het museum. De gemeentelijke eerste prijs voor het vrijwilligerswerk ‘Lokaal Compliment’ werd in 2014 toegekend.
De half miljoenste bezoeker is zeker een bijzonder moment in de ontwikkeling van het museum, nu in de omgeving van het museum door de realisering van de herleving van het Commanderie gebied, een plek van het ridderhuis en havezate Ootmarsum. Er komen een brouwerij, een brasserie, een streekproductencentrum,een hotel, wandelpaden en tuinen. Ook het museum gaat hierdoor veranderen en daardoor krijgt de titel “Land van Heeren en Boeren” nog weer meer inhoud, nu er naast de exposities over de Hofmeier en het Drostenhuis in het centrum, nu ook de historie van de Commanderie in beeld komt.
Het museum als typisch Twents erfgoed, geeft de geschiedenis van het leven op het platteland van honderd jaar geleden weer. Het is een waardevol levend document dat nu anno 2014 steeds groter waarde krijgt nu de landbouw in Twente zo sterk in beweging is en er vele boerderijen verdwijnen.
Het is een hele prestatie de bezoekersaantallen geheel op eigen kracht en zonder subsidies op peil te kunnen houden. Door de realisering van de nieuwe plannen is het geheel ook interessant voor de bezoekers in de toekomst en kunnen de bezoekersaantallen hopelijk in een stijgende lijn blijven en gaat het openluchtmuseum vol vertrouwen op weg naar de miljoenste bezoeker!!