Waar de meesten van ons de verdroogde natuur zien, weet Harry Wolbers tussen de ‘dorre vlakten’ toch nog een mooie flora en fauna te vinden. Met prachtige foto’s maakt hij ons weer deelgenoot, dat ondanks de droogte er in de natuur nog genoeg valt te beleven. Het geeft wel aan dat deze natuurliefhebber met andere ogen kijkt dan de leek, die meer de gevolgen van deze hete zomer voor ogen heeft. Gelukkig hebben we Harry nog, want daardoor wordt onze blik getrokken door fraaie plaatjes om toch met een optimistische kijk te blijven genieten van de natuur………………..ondanks de warmte en het gortdroge weer van de afgelopen ‘maanden’.
Er is in deze bijzondere zomer zeker wel wat te zien en te horen
“Dat de natuur gortdroog is , ondanks een buitje, weet iedereen wel. De natuur lijkt zich wel teruggetrokken te hebben, maar is er dan helemaal niets te zien of te horen momenteel: Jazeker wel. Rondom Ootmarsum zijn wij gezegend met bronnen, bronbeekjes, kanalen en vennen. Ondanks dat bijvoorbeeld de meeste vennen drooggevallen zijn, valt er toch nog mooie flora te ontdekken. Mijn rondje begint aan de rand van Ootmarsum en wel op de Ageler es.
Wie over de Zonneberg fietst of wandelt, heeft natuurlijk allang opgemerkt dat er stroken met wilde bloemen en zonnebloemen zijn gezaaid. Een goed initiatief, omdat de zonnepitten en zaden in de herfst een voedselbron zijn voor de vogels.
Langs het kanaal Almelo – Nordhorn is jammer genoeg niet veel meer te zien.
Wel kun je de waterlelies nog bewonderen en ook de zuringspanner bleek er nog te zijn, ondanks dat de waardplant, de schapenzuring, verdroogd en afgemaaid was.
De beek in het Voltherbroek staat kurkdroog en dat is natuurlijk een rechtstreeks gevolg van de lange droogte. In deze beek zat vis en vele amfibieën. Erg jammer dat velen het vermoedelijk niet overleefd hebben.
Maar dan de prachtige Dinkel. Hier zwemt momenteel een zwanenpaar heerlijk met 4 jongen in de schaduw.
Honderd meter verder heb je het omleidingskanaal waar vroeger heel veel mooie bomen zijn geplant. Zo ook een mirabelboom, waaraan nu lekkere goudgele en zoete pruimen aanhangen.
Onderweg naar de Bergvennen zag ik een grote lijster die toch nog in de dorre weide aan het foerageren was. Er zit dus nog voedsel in de grond voor deze zangvogel.
In de Bergvennen staat momenteel de struikheide prachtig in bloei. Omdat ik dit gebied behoorlijk goed ken, Gé Westgeest en ondergetekende gidsen er voor het Landschap Overijssel, heb ik er een ronde gedaan om toch te observeren wat er nog allemaal te zien is.
Ja, dan kom je als eerste de bloeiende parnassia tegen.
En dan de Icarusblauwtjes, die zich zaten te verdringen op het boerenwormkruid.
De putter liet zich nog bewonderen en op de kale jonker zat een mooie Sint Jansvlinder.
De kleine zonnedauw is een vleesetende plant, deze heeft talrijke kleverige klierweefsels met haar dunne tentakels. Als het insect, in dit geval een waterjuffer, hierin komt scheidt de zonnedauw verteringsenzymen uit en deze worden door de plant opgenomen.
Ook zag ik hier een sikkelsprinkhaan, een rode lijst soort en dus heel bijzonder, een slank soort waarbij de vleugels ver voorbij het lijf steken.
Langs een akker staat op een plek een bijzonder grassoort namelijk Zuid Afrikaanse gierst. Het kleine aartje is eivormig en hieruit komt een prachtig oranje bloempje, dit is macrowerk om te fotograferen, waarbij je geen wind moet hebben.
In één van de bijna drooggevallen vijvertjes stond nog een grote tros grote kattenstaart waar ook nog de bloedrode heidelibel zich tegoed deed aan de nectar.
Dus mensen, niet direct zo pessimistisch over de natuur, ondanks de droogte valt er nog genoeg te bewonderen.”