Steeds weer duiken nieuwe verhalen op uit het heem van Ootmarsum. Dat blijkt wel uit de nieuwe uitgave van het jaarboek van de Vereniging Heemkunde Ootmarsum en Omstreken. De schrijvers van het Jaarboek 2015 kunnen zich dus iedere keer laven aan een blijkbaar onuitputtelijke bron aan verhalen, historie, natuur, sport en wetenswaardigheden. De redactie, die bestaat uit Marlou Raatgerink, Ine Hulsman, Anton Greven en Ben Velthuis moesten zelfs verhalen doorschuiven naar het volgende Jaarboek. Dat zegt veel over het aanbod dat de redactie mocht ontvangen.
Ine Hulsman reikte op de zeer gezellige presentatieavond het eerste exemplaar uit aan Harry Wolbers. Hij is lid van de natuurstudiegroep en leverde prachtige natuuropnames aan, die in het Jaarboek zijn opgenomen.
Marlou Raatgerink presenteerde het Jaarboek aan de aanwezigen en had traditiegetrouw veel aandacht voor de medewerkers, die een bijdrage aan deze editie 2015 hebben geleverd. Jan Raatgerink verzorgde, bijgestaan door Mrieke Peters, de opmaak van dit Jaarboek 2015.
Heemkunde voorzitter Nettie Aarnink bedankte alle schrijvers en de redactie voor hun geweldige inzet. Met name bleef ze stilstaan bij Anton Greven, die na 20 jaar redactielid, afscheid nam.
In Gasterij de Weemhof werden de vele aanwezigen na de pauze nog getrakteerd op enkele sketches van de soms onnavolgbare Ben Velthuis.
Opnieuw een bijzonder Jaarboek
De variëteit in het Jaarboek is groot. Deze editie 2015 begint met een prachtig verhaal van Rob Meijer over het Theehuis in Engels’ tuin waar de kiem, de bron ligt van het kunststadje Ootmarsum. Daar begon men ooit met een Creatieve Kring Ootmarsum. De eerste exposities werden daar gehouden en Engels’ tuin werd het decor voor een heuse Paint-In voor de jeugd van Ootmarsum.
Jeugd van Ootmarsum: op de fiets Han Damhuis, zittend midden Benno Jansen, daarachter staand links Wim Bloemen en rechts Jurgen Lohuis. Kunstenaars in de dop??
Robert Westerhof is een natuurliefhebber met een goed verhaal en een zeer kundig fotograaf en die twee eigenschappen weet hij prima te combineren in zijn bijdrage. Robert verhaalt over de Twentse bijnamen, die de vogelsoorten hier ‘ooit’ van de bevolking hebben gekregen. De merel is een Geteling en dat zal bij velen bekend zijn, maar de streeknaam voor een kneu is bijvoorbeeld Tukker.
Robert Westerhof weet de lezer duidelijk te maken waarom er voor dergelijke namen is gekozen. Daarnaast heeft hij zijn bijdrage weer gelardeerd met prachtige eigen foto’s. Niet weg te denken uit het Jaarboek is Henk Eweg.
De ‘oude’ historicus weet als geen ander de geschiedenis van een huis te achterhalen en ook nog eens boeiend te beschrijven. Dit keer is het pand Schiltstraat 6 door hem historisch ontleed en ieder detail is met zorg door hem beschreven. Ook good-old Chris Velthuis is van de partij. Hij beschrijft het verhaal van de pioniers, die het kanaal Almelo-Nordhorn hebben gegraven. Met eigen tekeningen en passende foto’s geeft dit verhaal een prima indruk hoe het er in die tijd aan toe ging. Daarna volgen er in het Jaarboek vier verhalen over de oorlog. Er zijn raakvlakken en toch hebben ze allemaal hun eigen invulling. Maarten Frowijn geeft zin zijn verhaal de oorlogsjaren als evacué weer. Mooi om te lezen en ook om die oude namen van Ootmarsummers terug te vinden in deze bijdrage. Gine Veldhuis van Zuilekom vertelt beeldend over de vliegramp boven Ootmarsum. Een geallieerd vliegtuig werd geraakt door het Duitse afweergeschut en stortte neer achter de Kuiperberg. Josée Temmink dook in het verleden van één van de omgekomen Engelse piloten, die ligt begraven op de begraafplaats aan de Molenstraat; maar op zijn grafsteen staan naam en leeftijd niet volledig vermeld. Kenyon Stafford Gowland. Wie was hij? luidt dan ook de vraag boven het artikel. Josée dook er vol in, werd steeds enthousiaster en ook nieuwsgieriger. Haar onderzoek leidde tot een artikel waarin ze diep ingaat op de familie van Kenyon Stafford Gowland. Gerhard Broekhuis vertelt in het Twents over de Abmarsch van een Ootmarsumse NSB-er. Het is aan Broekhuis wel toevertrouwd om dit stukje, met een beladen verleden, toch met de nodige humor en mildheid op papier te zetten. Fons Temmink toont zich een echte liefhebber van de natuur. Hij richt zich op de heilzame natuur en beschrijft een drietal wilde planten, die in drie verschillende seizoenen bloeien, Sint Maarten is een oud volksgebruik dat jarenlang in Ootmarsum niet meer is gehouden. Vroeger bleek deze bijzondere traditie te bestaan en dat heeft Ronald Grimberg weten te achterhalen. En natuurlijk wordt ook nog eens Ootmarsums bijzondere Paastraditie door hem in een mooi en toch wat ander licht geplaatst. Rob Meijer haakt in zijn verhaal over Bierbrouwen in Ootmarsum in op het nieuwe leven in de brouwerij van de familie Heupink, die het Othmar bier niet alleen landelijke, maar ook steeds meer internationale bekendheid geeft. Theo Oude Elberink laat het onderwijs van vroeger in de persoon van meester Vogelzang herleven. Een bijzondere onderwijzer, geheel passend in het beeld dat de huidige zestigers en zeventigers hebben van hun lagere schooltijd. Van een hele andere dimensie is de bijdrage van Dirk Lammersma. Prachtig is zijn artikel over de Heerlijkheid Lage. Er is een grens getrokken tussen Duitsland en Nederland, maar ook in dit verhaal blijkt maar weer dat die scheidslijn ook zomaar op een andere plek had kunnen liggen, waardoor Lage zelfs een onderdeel had kunnen zijn van de huidige gemeente Dinkelland. Dat men elkaar verstaat aan deze en andere kant van de grens blijkt wel uit het gedicht van Karl Sauvagerd uit Neuenhaus. Prima dat de redactie dit prachtige gedicht achter het lezenswaardige verhaal van Dirk Lammersma heeft geplakt.
Jan Rosenhart zag gaten in de pilaren in de RK kerk en stuitte vervolgens op het onderwerp Rouwborden. Ben Deterink en Ben Velthuis laten in het Jaarboek de lezers lachen met spreuken over de keuken. Laatstgenoemde heefthet traditionele Proätke gemaakt met de legendarische oud-wethouder Jan Hesselink.
Het geeft een prachtig beeld van deze rasechte Siepel, die zich met hart en ziel voor Ootmarsum heeft ingezet. Nog belangrijker is dat Jan Hesselink tijdens zijn werk een driejarig jongetje van de verdrinkingsdood heeft gered. Een markante man, die gelukkig nog steeds samen met zijn vrouw Trees een wezenlijk onderdeel uitmaken van de Ootmarsumse gemeenschap en historie.
Markant is ook het oude schildersgeslacht ten Bokum. Fons Temmink heeft deze familie namens de werkgroep Genealogie nader onderzocht en weet deze familie vanaf 1678 te traceren. Lidy Groeneveld-Brunninkhuis vertelt vanuit haar eigen herinneringen over de 50-jarige volleybalvereniging Set-Up ’65. Een ‘familie’vereniging, die Ootmarsum sportief gezien zeker op de kaart heeft gezet en nog steeds een belangrijke rol speelt in sportend Ootmarsum. Ties van Kerkhoff heeft zijn bijdrage gewijd aan de Kunstschatten in de Simon en Judaskerk en als kerkgids weet hij daar natuurlijk veel over te vertellen. In de andere kerk, de Protestantse, hangt in de toren een carillon en Leen van Rooden geeft nog eens aan dat dit initiatief voor een heel belangrijk deel uit de koker kwam van de familie Holman en met name Bote geeft veel van zijn energie om dit carillon in Ootmarsum te realiseren. Lijfelijk kon Bote Holman niet meer aanwezig zijn bij de openingsklanken van het carillon, maar via de kerkradio hoorde hij toch hoe Hylke Banning het carillon in werking stelt. Henk Eweg en Nol Graas zorgen met hun vlotlopend verhaal over de registers van de 50e penning voor een geheel andere wending in het Jaarboek. Freddy Mensink besluit dit boekwerk met de vrolijke klanken van de nachtegaal. De jaarlijkse tocht met de welluidende naam ‘Nacht van de Nachtegaal’ wordt door Freddy op beeldende wijze beschreven. Ieder jaar weer is het een unieke tocht en het lijkt wel een top 2000, die moet eindigen met de zang van de nachtegaal als laatste bijdrage en dus met stip op de nummer één positie. Het prachtige Jaarboek wordt afgesloten met een Kroniek van het jaar 2014, die samengesteld wordt door Wim Leverink. Een dergelijke Kroniek geeft aan dat er in een stadje als Ootmarsum ontzettend veel gebeurt. Het Jaarboek geeft aan dat de bron onuitputtelijk is en dus wordt al weer uitgekeken naar de volgende editie 2016.
Het Jaarboek met veel gevarieerde artikelen gaat €9,50 kosten en is te koop bij boekhandel Brummelhuis, VVV Ootmarsum, het Openlucht Museum en Albert Heijn.
Onze fotograaf Caspar Kouijzer was ter plekke en legde deze presentatie van het Jaarboek 2015 vast.