“Er zijn boeken, die je moet hebben. Deze uitgave over de Commanderie en Huis Ootmarsum is er zo eentje. Een ‘must have’, vertelde burgemeester Roel Cazemier tijdens de presentatie van het nieuwe boek van Henk Eweg. Ruim vier jaar is de Ootmarsummer bezig geweest met deze prachtige Kroniek van een ridderhuis en de familie Van Heiden en het boek mag bestempeld worden als de kroon op het vele auteurswerk van Eweg.
Tijdens een geanimeerde presentatie heette Nettie Aarnink, voorzitter van de Heemkunde Ootmarsum, de aanwezigen welkom. Zij begon met een citaat uit het boek. ’16 juli 1823. Ootmarsum naderend werd de landstreek opeens bekoorlijk. Te Ootmarsum stapten wij aan het posthuis af. Ik wandelde derzelver omtreken rond. En zag in een landerij van anderhalf morgen dertig koebeesten weiden. Wat verder vond ik eene groote plaats en eene vervallene diergaarde waar drie grote vischkommen in elkander liepen door duikers of watergeleiders.’
“Een magistraal begint,” vertelt Nettie Aarnink, “want het laatste gedeelte van dit citaat van Jacob van Lennep verhaalt over de schamele resten van de vroegere Commanderie en het Huis van Ootmarsum. Door dit citaat wordt de lezer geprikkeld om het boek verder te lezen. Het maakt je nieuwsgierig naar de inhoud. Ruim vier jaar geleden gaven we als Heemkunde het groene licht om deze kroniek uit te geven. Niemand anders dan onze eigen Henk Eweg is er mee aan de slag gegaan. Na intensief archiefonderzoek heeft hij verborgen informatie naar boven weten te halen. Zonder hem was het boekwerk er nooit gekomen. Wat bin ik blie met dizze aanwinst voor Ootmarsum,” laat een trotse Nettie Aarnink weten. Naast het bedanken van Henk Eweg had de Heemkunde voorzitter ook een verrassing in petto voor de redactieraad, die bestond uit Jan Raatgerink, Rob Meijer en René Rorink. Zij werden verrast met een fles drank gemaakt van het gewas Spelt.
Eén van de sprekers was ook Rob Meijer. Hij is in Ootmarsum één van de mensen, die zich van kinds af aan nauw betrokken voelde bij deze unieke historische plek. “ Met het nieuwe boek over de Commanderie en Huis Ootmarsum is een mijlpaal bereikt. Niet alleen is de historie van dit gebied nog nooit op zo’n uitgebreide wijze beschreven, maar ook is er een mijlpaal bereikt in het laten herleven van het gebied met een nieuwe bebouwing en een nieuwe functie. Persoonlijk is deze gebeurtenis vandaag voor mij ook een grote mijlpaal. In de loop der jaren heeft dit gebied mij in de greep gehouden, “geeft Rob Meijer zijn liefde voor deze historie van het gebied weer. In zijn jeugdjaren maakte de jonge Rob kennis met boer Wientjes: “Jongens ik heb een loden kist gevonden, hier spookt het.” Maar ook Gustaaf Klaas en professor Mulder vormden voor Meijer een inspiratiebron. “Gustaaf Klaas vertelde me vol trots dat hij een schilderij van de Commanderie in Engeland had opgespoord.
Het beroemde Hobbema schilderij. Professor Mulder was na de restauratie van de RK kerk en na de vondst in de blootgelegde grafkelder er als de kippen bij toen de overblijfselen van de laatste commandeur van Ootmarsum werden gevonden. Hij nam een wapenschild mee, liet het restaureren in de originele kleuren en dat prijkt nu boven de deur van de haardkamer in het museum Het Drostenhuis.” Meijer vertelt verder over het Los Hoes en de uitbreiding tot een waardevol openluchtmuseum, de stichting Commanderie, de familie Eweg, die in het Molenhuisje kwamen wonen en ook over de vele ontwikkelingen, die tot stand kwamen om het Commanderiegebied te laten herleven. “In de loop der jaren is er nogal wat gebeurd rondom de Commanderie. In 1992 kregen we in Ootmarsum bezoek van Hare Majesteit Koningin Beatrix. Een trotse burgemeester Verbeeten presenteerde het plan ‘Heerlijkheid Commanderie Ootmarsum’ als opvolger van het plan Lint Molenbeek. Een eerste aanzet voor het laten herleven van dit gebied dat tweehonderd jaar lang in een Doornroosje slaap was gedompeld. In 1997 was Jos Brummelhuis Prins carnaval van de Othmarridders. Prinsen hebben zo hun wensen en samen met Harry Oude Weernink bood Jos een door Toon Jansen vervaardigt model van de koepeltuin van de Commanderie aan. Toon Jansen en Jan Essink waren toen al een poosje bezig met een maquette van de Commanderie. Aan de hand van het karige beschikbare materiaal werden bouwtekeningen gemaakt en werd een maquette gebouwd. Een bijzonder kunstwerk. Samen met de replica van de grote kerk werd in 1997 door de vereniging Heemkunde Ootmarsum de expositie in het openluchtmuseum geopend onder de naam ‘Ootmarsum in historisch perspectief’,” somt Meijer een groot aantal activiteiten op.
Ook noemt de ras Ootmarsummer de werkzaamheden van de in 2004 opgericht stichting Commanderie, die nota’s schreef, bodemonderzoek verrichtte en plannen ontwikkelde. Uiteindelijk pakte de gemeente Dinkelland de plannen op, die zoals bekend vorig jaar werden afgeschoten door de Raad van State. “Gelukkig worden nu een deel van de plannen wel gerealiseerd met de bouw van een brasserie, een brouwerij en de nieuwe entree van het openluchtmuseum. Graag wil ik een oproep doen het niet te laten bij het vastleggen van deze bijzondere geschiedenis in een boek, maar deze ook zichtbaar te maken. Zichtbaar voor de bezoekers aan Ootmarsum en zichtbaar voor de bezoekers van het openluchtmuseum. Dat kan in de nieuwe gebouwen van het nieuwe entreegebouw van het openluchtmuseum. Met bijvoorbeeld een expositie over het Land van Heeren en Boeren. De Commandeur, de Drost van Twente en de Hofmeier van de Bisschop zijn naast de boeren de hoofdrolspelers in deze boeiende geschiedenis van Ootmarsum. De plannen hiervoor liggen klaar. Met het prachtige boek van Henk Eweg en met een expositie zal iedereen in de toekomst kunnen zeggen dat we waardige rentmeesters zijn geweest van de boeiende geschiedenis van dit unieke plekje in Twente,” besluit Rob Meijer zijn speech.
Burgemeester Roel Cazemier kwam in zijn toespraak nog terug op het citaat, waarmee voorzitter Nettie Aarnink deze presentatie begon. “Tijdens mijn installatie in Dinkelland heb ik deze namelijk ook gebruikt, “refereert de burgervader aan zijn kennismaking met Twente en Ootmarsum. “Het geeft wel aan dat dit citaat van Jacob van Lennep ook voor mij veel betekenis heeft. Verder is dit boek een ‘must have’, deze Kroniek hoort in je bibliotheek, want het verleden, heden en toekomst gaan hand in hand. Het verleden is aanwezig in de toekomst. We hebben allemaal een opdracht, want het handelen in het verleden en het heden is een basis voor de toekomst. ‘This is a must have’ en ik ben dan ook bijzonder trots op dit boek dat zo’n geweldige weergave geeft van dit unieke stuk historie in Ootmarsum,” laat de burgervader weten.
Henk Eweg, de auteur van het boek, nam tot slot van deze bijeenkomst het woord. “We staan hier op een historische plaats in de Weemhof dat ook deel uitmaakte van het Commanderiegebied. Samen met mijn vrouw en mijn twee kinderen heb ik in het Molenhuisje gewoond. Het was een onbewoonbaar verklaarde woning, maar samen met Huub Scholten is het toch gelukt dat we ons daar konden huisvesten. Mijn vrouw heeft als meisjesnaam Droghoorn. Een bijzondere naam, want ze was nazaat van een belangrijke familie in Ootmarsum, die zowel een vrederechter als een rentmeester van het Huis Ootmarsum leverde. Een extra reden voor mij om me in de Commanderie geschiedenis te verdiepen. De zoektocht bleek intensief, maar het is zeer de moeite waard en ik heb dan ook met ontzettend veel plezier aan dit boek kunnen werken.
Mijn waardering gaat uit naar de Redactieraad en in het bijzonder naar Jan Raatgerink, waarvoor ik graag een applaus vraag,” aldus Henk Eweg. Daarna overhandigde de 91-jarige auteur de eerste twee boeken aan burgemeester Roel Cazemier en vervolgens aan wethouder Loes Stokkelaar. Met een feestelijke toast werd deze geslaagde presentatie op een waardige wijze afgesloten.
Het boek is mede tot stand gekomen door het Prins Bernard Cultuurfonds en de gemeente Dinkelland. Voor de fraaie vormgeving zorgden Mrieke Peters en Jan Raatgerink, terwijl het boek is uitgegeven bij drukkerij Artisan Publishing in Hengelo. Het boek is te koop bij Jos en Sylvia Brummelhuis en in de entree van het openluchtmuseum. ISBN/EAN 978-90-73965-33-1.
De foto’s van deze Presentatie van het Commanderieboek zijn van Caspar Kouijzer