In de laatste uitgave in de BMS reeks staat een ingrijpend verhaal over een tragische gebeurtenis twee dagen na de bevrijding van Nederland. Duitse soldaten, onderdeel van de Kriegsmarine, en nog niet ontwapend, schoten op 7 mei vanaf het dak van een gebouw pal naast het paleis op de Dam op feestvierende Nederlanders. Leden van de Binnenlandse Strijdkrachten vuurden terug en zo ontstond er in die feestende massa een enorme chaos en uiteraard paniek. Er vielen 32 dodelijke slachtoffers en ruim honderd gewonden.
Eén van die slachtoffers bleek Herman Budde te zijn. Een achternaam, die ook in Ootmarsum bekend is en dus een belangrijke reden voor de Ben Morshuis Stichting om de achtergronden van deze tragische gebeurtenis te achterhalen en om meer te weten te komen over Herman Budde, die leefde van 1916 tot 7 mei 1945.
De connectie met Ootmarsum
In 1872 vestigde Gerhard Budde zich in Ootmarsum en oefende het beroep van horlogemaker uit. Hij trouwde met Johanna Warnink en zij gingen wonen aan de Marktstraat in het pand waar nu de zaak ‘Elle en Lui’ van Hanny Schulten is gevestigd. Gerhard Budde en zijn vrouw Johanna kregen 8 kinderen (zeven jongens en één meisje). Eén van hun zoons, Theo C. Budde, nam de zaak met goud, antiek en horloges over en hij trouwde met Riet Veldboer. Uiteindelijk bleek Theo de enige te zijn uit het gezin van acht kinderen, die in de Siepelstad bleef wonen.
Om de link met de doodgeschoten Herman Budde te leggen beschrijft Ben Morshuis in dit verhaal de levensloop van een broer van de Ootmarsummer Theo C. Budde en dat is Frits. Deze vertrok via Oldenzaal naar Engeland om daar te trouwen met Dora Sötebeer om vervolgens terug naar Nederland te keren en zich te vestigen in Amsterdam. Dit gezin kreeg vier kinderen, waaronder het Dam slachtoffer Herman Budde. Op 21-jarige leeftijd trouwde Herman met Klassina Kok. Zij kregen drie kinderen: Frits, Dora en Huib. Op de dag van de 7e mei 1945 liep Amsterdam uit om de Canadese bevrijders te verwelkomen. Vader Herman, tot twee keer toe ontsnapt uit Duitse handen, zei tegen zijn vrouw: “Klasien, nu gaan we een nieuw leven beginnen. We gaan de stad in om onze bevrijders een warm welkom te geven.”
In het boeiende, maar verdrietige relaas over Herman Budde wordt zijn dochter Dora vervolgens geciteerd, die in 2013 haar levensverhaal laat optekenen in het weekblad Vriendin. Hier volgt een gedeelte van haar indrukwekkende verhaal.
“Mijn vader en broer Frits van zeven gingen vooruit. Mijn moeder, broertje van anderhalf en ik, drie jaar oud, zouden hen op de Dam ontmoeten. Hier stroomde het vol met uitgelaten Nederlanders. Een jubelende, dansende menigte, stralend van geluk. Overal bloemen. Muziek klonk uit de draaiorgels. Voor het eerst sinds de oorlog weer de kleuren oranje en rood-wit-blauw.”
De vrouw van Herman, haar dochter Dora en zoontje Huib hebben de Dam niet eens kunnen bereiken. Ze werden tegengehouden. ‘Ga niet, ga niet verder, er wordt geschoten’. Dora: “ ’s Avonds laat werd mijn broer ergens in de stad gevonden. Helemaal onder het bloed. Maar nog wel in leven. Mijn vader had het helaas niet gered.” Een triest en dramatisch einde voor Herman Budde, die samen met zijn gezin de bevrijding wilde vieren.
Foto: Met kiezelstenen is in het plaveisel op de Dam de naam Herman Budde te lezen
Op 7 mei 2016 werd er op de Dam in Amsterdam een herdenking gehouden voor deze slachtoffers en Frits en Dora, de kinderen van Herman onthulden het monumentje voor hun vader. Hun broertje Huib was helaas op veel te jonge leeftijd overleden. De onthulling vond plaats in het bijzijn van ongeveer 20 ‘Buddes’, een familie met onderlinge warme banden, maar ook dus met Ootmarsum.
Foto: de leden van de familie Budde, die de onthulling van het monument bijwoonden
Meerdere verhalen
In het nieuwe boek uit de BMS reeks ‘Ootmarsum in meerdere verhalen’ verraadt de titel al dat er meerdere interessante gegevens uit de stadshistorie van Ootmarsum aan het papier zijn toevertrouwd. Over Engels’ tuin en juf Engels, die volgens de legende in 2017, honderd jaar na haar dood, terugkomt. En prachtig verhaal met vele anekdotes over Gerard Sanders, de eerste (en laatste) stadswacht van Ootmarsum. Verder in het boek een bijdrage over de rijke en roerige historie over het klootschietersvaandel. De landkruisen in en om Ootmarsum komen aan de orde en de rijke geschiedenis van de Kuiperberg in meerdere facetten. Voor velen is het ongetwijfeld een verrassing dat er ook vier vrachtschepen onder de naam Ootmarsum hebben rondgevaren over tal van oceanen. De achtergronden hierover leest u in dit boek. Ook heel bijzonder is de bijdrage met als titel Ootmarsum mist de trein (niet). Bijna had het stadje een treinverbinding gekregen met een station ter hoogte van het Villapark. Aandacht wordt in het boek besteed aan de Papierindustrie en die is onlosmakelijk verbonden met de naam Cramer. Over Pinksteren en Ootmarsum en Agelo is voldoende te vertellen: Pinksterkronen, Pinksterbroed of Pinksterbruid. Splinterinckhof aan de Laagsestraat wordt beschreven en ook hier valt de rijke historie op van dit boerenerf. Stolpersteine krijgen aandacht in het boek, maar ook de bouw van de Hervormde/Protestantse kerk. Het elfde deel in de BMS reeks wordt afgesloten met Waterpartijen/Vijvers in en om Ootmarsum. Het is een boek geworden met verrassende verhalen en het is te koop bij sigarenzaak en boekhandel Jos Brummelhuis en uiteraard bij de leden van de Ben Morshuis Stichting.