In 1809 kreeg de hervormde gemeente Ootmarsum geld en toestemming voor het bouwen van een eigen kerk. Er werd voortvarend begonnen, zo zelfs dat er bij voltooiing van het gebouw geen geld meer was om de toren op de kerk te zetten. Van 1811-1843 stond er aan de Ganzenmarkt een kerk zonder toren. Maar in 1843 werd ook die wens vervuld.
Vanaf die tijd hing er ook een klok in, die echter in 1943 naar Duitsland werd gevoerd: er moest daar materiaal zijn voor het maken van munitie. Pas in 1949 kon de kerkenraad meedelen: “Er is weer een klok.” Vreugde alom.
En nu is diezelfde toren gevuld met nog meer klokjes. Het carillon is geïnstalleerd en zal op 18 juni 2016 officieel geautomatiseerd worden.
Zo zijn er meerdere feestelijke fases in de torenhistorie.
Tekst en foto’s Ben Morshuis Stichting