Van de huidige generatie inwoners van Ootmarsum en verre omgeving is er niet één die zich de Ganzenmarkt zonder de protestantse kerk kan voorstellen. Reeds van ver is de toren te zien met een trotse haan als hoogtepunt. Samen met de torens van de r. – k. kerk, het stadhuis en het klooster vormt de koepel van de protestantse kerk een herkenbaar kwartet, dat niet meer weg te denken is uit het panorama op Ootmarsum.
Er is echter ook een periode geweest (we kunnen het ons nauwelijks voorstellen), waarin er geen toren op de protestantse kerk zat.
In 1809 kreeg de hervormde gemeente toestemming een eigen kerk te bouwen. Men pakte alles meteen voortvarend aan en in 1811 was de kerk al klaar en kon worden ingewijd. Echter: zonder toren. De reden: het bedrag, dat voor de bouw van de kerk was bestemd, was niet voldoende om er een toren van te bouwen.
Maar liefst 32 jaar stond een kerkgebouw aan de Ganzenmarkt, zoals deze hierbij is afgebeeld.
In 1843 kon het haantje op de toren worden gezet. Dankzij allerlei giften was er voldoende geld voor de bouw beschikbaar gekomen. Aan het ’torenloze’ tijdperk was een einde gekomen. En het beschikt nu zelfs over een koninklijk carillon.
Tekst en foto’s Ben Morshuis Stichting