Ooit liet hotelhouder A. Kip één van zijn weilanden uitgraven, liet via een natuurlijke beek het uitgegraven gedeelte vol water lopen en bouwde een paar kleedhokjes. Het eerste en enige zwembad van Ootmarsum was aangelegd.
Maar zwemlustigen kwamen niet. Voor de inwoners van Ootmarsum was dit ni’jlöädke veel te progressief. “Wat möt de leu wa nich dèènkn!”
Bovendien had de meerderheid van de bevolking geen zwemkleding.
Het zwembad kreeg een andere functie: visvijver en dat werd een gedeeltelijk succes. Na het visseizoen kwam er in de winter regelmatig ijs op het water en de Ootmarsumse schaatsbaan was een feit.
Noch de vissers noch de schaatsliefhebbers hadden toen een vermoeden van wat er onder hen was ontstaan. Daar kwam men onlangs pas achter toen ‘het bassin’ watervrij werd gemaakt en men op de bodem kon kijken. Nóg duidelijker werd het toen een laag werd verwijderd. “Wat nen drèksopn”, hoorde men.
Het slib wordt hergebruikt en op de oever gegooid waar het een harde laag wordt. En er komt ook weer water in ‘het bassin’.
Als alle plannen zijn gerealiseerd is er straks een prachtige kolk ontstaan met rijke begroeiing rondom. Een lust voor het oog. Misschien nodigt die kolk weer uit tot en zwempartijtje in de zomer…….