In de jaren zestig werd aan de Smithuisstraat een Los Hoes geplaatst met enkele bijgebouwen: een kapbarg, een bakspieker en een iem’nschoer. De naam Openluchtmuseum werd nog niet gebruikt; zou een te aanmatigende benaming zijn geweest. Je kon ook gewoon door een houten hek naar binnen..
Toen de bezienswaardigheden toenamen in de vorm van passende gebouwen en ruimtes voor het exposeren van allerlei voorwerpen en werktuigen, kreeg “Het Los Hoes” zoals het geheel werd genoemd, al meer de allure van een museum. Daarbij hoorde een passende entree en die werd gevonden in het Molenhuisje, op zich al een bezienswaardigheid. Daar kon je een entreekaartje kopen.
Later bleek ook dat niet meer te voldoen en het bestuur van het Openluchtmuseum, die naam mocht het onderhand met recht dragen, greep de kans voor een passender entree met beide handen aan: het voormalige mortuarium even verderop in de Smithuisstraat. Het is een multifunctioneel gebouw met een waardige uitstraling.
Maar het ziet er naar uit dat ook dit gebouw de langste tijd als entreegebouw heeft gekend. In de nieuwe plannen komt de entree aan het Oldenzaalsvoetpad komen te liggen. Wie weet, komen we dan in een volgend Heukske op deze nieuwe toegangspoort terug. Nu nog even het Molenhuisje en de huidige entree.
Tekst en foto’s zijn van de Ben Morshuis Stichting
Het huidige Molenhuisje dient als vergaderruimte en is een onderkomen voor de Heemkunde. Momenteel wordt het waterrad gerestaureerd en met de nieuwe aanleg van de beek wordt dat een prachtig stukje achter het Molenhuisje.