In 1813 begon Bendien en Zn op deze plaats een textielfabriek. Hij had daarvoor enkele kleinere Ootmarsumse weverijen opgekocht en verder tal van thuiswevers aangetrokken. Langs de Laagsestraat kwam een weverij te staan en toen op stoomkracht werd gewerkt, liep langs dezelfde straat de zogenoemde ‘stoomgraavn’. Een sloot, waardoor het afvalwater werd afgevoerd. Moderniseringen leidden tot nieuwbouw en de weverij werd ‘bedekt’ met een kantine, waarin tal van plaatselijke activiteiten plaatsvonden. Er werden zelfs concerten gegeven. Maar de textielindustrie werd beëindigd en de ruimte werd onder andere door tabaksfabriek Heupink en Bloemen ingenomen. En sinds 2011 herinneren alleen de zogeheten shed-daken nog aan de textiel van vroeger. Zij overkappen nu de repetitieruimte van de Harmonie Caecilia en de brandweerkazerne. De naam is gebleven: Damast.
De foto’s en de tekst zijn van de Ben Morshuis Stichting