Siepelmarkten, de moeder van alle markten. Natuurlijk is elk evenement aan verandering, aan verbetering, aan modernisering onderhevig en dat is goed. Maar er zijn soms elementen die uit het straat beeld verdwenen en dat is bij de Siepelmarkten bijvoorbeeld de os-aan-het-spit.
Eind zeventiger en begin tachtiger jaren een begrip. Slager Esser uit het Duitse Ruhrgebied kwam met een grote wagen en enkele personeelsleden naar Ootmarsum. Belangrijker echter was de geslachte os, die hij bij zich had. In het eerste jaar was het slager Steinmeijer, die met een aantal commissieleden van de Siepelmarkt, de boer op ging. Dan zochten ze een geschikte os uit.
Later nam Esser zelf een os mee. Deze was aan een spit opgehangen, waarna het “vuurtje werd aangestoken”. Af en toe haalde Esser de klep omhoog, zodat de toeschouwers het reusachtige braadsel niet alleen konden zien, maar vooral ook konden ruiken. En daar moest Esser het van hebben. Zo tegen de middag was de os gaar. Er werd nog van alles over heen gesprenkeld om de gebraden os zo smaakvol mogelijk op te dienen.
Tafels werden opgesteld en de Boerendansers gemobiliseerd.
Deze moesten namelijk voor de verkoop zorgen. Esser sneed grote stukken af, zijn medewerkers verdeelden ze in stukjes, de Boerendansers legden die stukjes op de broodjes en dan rechtstreeks naar de ‘hongerende’ menigte. Elke handeling was een genot om naar te kijken. Een groter genot echter was het eten!
Op de foto de os-aan-het spit voor het pand van Marga ten Bokum, het huidige Ton Schultenplein. Linksachter is pand Groener nog te zien.
De andere foto laat de Boerendansers zien. Nog bezig met hun dans, maar als het ware in de startblokken om de ossenstukjes te verkopen.
Tekst en foto’s Ben Morshuis Stichting