Als gevolg van een fors lagere bijdrage vanuit het Rijk is een fusie tussen de Het Gelders Orkest en Het Orkest van het Oosten de enige oplossing om een symfonische voorziening voor het Oosten van Nederland te behouden. Uit het onderzoek van Bureau Berenschot blijkt dat de subsidie om de orkesten in de benen te houden, aanzienlijk hoger moet zijn dan de huidige provinciale bijdrage. Om later dit jaar een goede afweging te kunnen maken, als het besluit voorligt in Provinciale Staten, heeft CDA woordvoerder cultuur Susan Faal vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten.
Meer geld voor meer cultuur?
De CDA-fractie heeft vragen gesteld over de uitkomsten van het rapport dat Bureau Berenschot heeft gemaakt over de fusieplannen van de twee orkesten. De CDA-fractie is van mening dat een orkest een belangrijke culturele voorziening is voor Overijssel. De fractie is benieuwd naar de reactie van Gedeputeerde Staten op het fors hogere subsidiebedrag dat nodig is om het orkest in de benen te houden. “We zijn als CDA-fractie vooral benieuwd waarom er voor de fusie, die in onze beleving juist meer efficiency zou moeten opleveren, veel meer geld nodig is. Ook willen we graag weten of en hoe andere orkesten in Nederland geconfronteerd zijn met Rijksbezuinigingen en hoe zij hiermee om zijn gegaan. Ook zijn we benieuwd of er met het verhogen van de subsidie een groter cultureel aanbod in onze provincie gaat ontstaan en hoe de Overijsselse cultuursector betrokken wordt. We hebben gevraagd waar het aanbod van het orkest uit gaat bestaan en of dit een groter aanbod is dan de afgelopen jaren”, aldus Susan Faal.
Risico’s in beeld
Faal geeft ook aan dat het CDA het belangrijk vindt om de risico’s van het ondersteunen van het orkest goed in beeld te hebben: “We willen van GS weten of duidelijk is wat de risico’s zijn van het verlenen van de subsidie en of daar afspraken over gemaakt zijn. Die willen we graag in beeld gebracht zien. Als laatste willen we als CDA ook een goed beeld krijgen van het proces. Voordat de fusie definitief is, stellen de orkesten een overgangsjaar voor in 2019/2020. Ik ben wel benieuwd of we het besluit over het verlenen van een structurele subsidie kunnen uitstellen tot dat moment”.
Het onderzoek door Bureau Berenschot is op verzoek van de provincies Overijssel en Gelderland en de standplaatsen Arnhem en Enschede uitgevoerd. Het debat over het orkest van het Oosten vindt na het zomerreces plaats in de Staten.
De ingediende Schriftelijke vragen:
Als gevolg van een Rijksbezuiniging zijn het Orkest van het Oosten (OvhO) en Het Gelders Orkest (HGO) genoodzaakt, op advies van het Ministerie van OCW, om gezamenlijk te komen tot één duurzame en kwalitatief hoogwaardig symfonische voorziening voor Oost-Nederland per 1 september 2019. De orkesten hebben naar aanleiding van dit advies een gezamenlijk plan ‘Het Muziekhuis van het Oosten’ opgesteld en voor financiële dekking o.a. ingediend bij het Ministerie van OCW en de provincies Overijssel en Gelderland. De provincies Overijssel en Gelderland en de standplaatsen Enschede en Arnhem hebben Bureau Berenschot gevraagd om een second opinion te geven op het plan. Het advies van de Raad voor Cultuur (Ministerie van OCW), de conclusie Bureau Berenschot en het voorstel van het college van GS zijn verwerkt in het voorstel PS/2018/487. Het advies is om de benodigde financiële middelen voor het ‘gewenste scenario (t.o.v. ‘basisscenario) te ondersteunen, onder voorwaarde van een succesvolle transitieperiode.
Naar aanleiding van het voorstel PS/2018/487 ‘Muziekhuis van het Oosten: naar een nieuwe symfonische voorziening voor Oost-Nederland’ heeft de CDA-fractie de volgende vragen:
- In de afgelopen jaren en in de periode 2016-2020 ontvangt het Orkest van het Oosten een provinciale subsidie. De gevraagde financiële steun was nodig om voort te blijven bestaan, zelfstandig te worden en om in aanmerking te komen voor een Rijkssubsidie. Als gevolg van een Rijksbezuiniging ligt nu een extra financieel verzoek voor aan PS. Is het college van GS in gesprek geweest met het Ministerie van OCW over de (financiële) consequenties voor de orkesten en de provincies door de Rijksbezuiniging? Zo ja, kunt u de reactie van het ministerie met ons delen? Zo nee, kunt u dan uitleggen waarom niet?
- Het Rijk stelt de komende jaren €325 miljoen extra beschikbaar voor cultuur. Is het college bekend met de verdeling van deze Rijksmiddelen? Zo ja, kan het college dit nader toelichten? Zo nee, kan het college nagaan hoeveel Rijksmiddelen de provincie Overijssel zal ontvangen?
- Kan het college van GS aangeven of alle symfonische orkesten in Nederland zijn geconfronteerd met een Rijksbezuiniging en hoe de andere orkesten hiermee om zijn gegaan? Zo nee, kan het college van GS dit nader uitzoeken?
- De CDA-fractie is van mening dat de fusie van beide orkesten juist efficiency en kostenreductie moet opleveren? Deelt het college van GS deze mening? Zo nee, kunt u dan uitleggen waarom niet en waarom en waarvoor de extra financiële middelen nodig zijn?
- De CDA-fractie is van mening dat het orkest bij een hogere subsidie vanuit de provincie ook een grotere bijdrage aan het culturele aanbod in Overijssel moet leveren. Onderschrijft het college de mening van het CDA? Zal het aanbod vanuit de orkesten bij het verstrekken van de gevraagde subsidie ook groter zijn dan nu het geval is? Zo ja, kan het college aangeven hoe deze grotere bijdrage er uit gaat zien?
- Is het college van GS zich bewust van de financiële risico’s? Zo ja, in hoeverre zijn daarover afspraken gemaakt met beide orkesten? Zo nee, kunt u dan uitleggen waarom niet?
- Is het college van GS zich bewust dat beide orkesten afhankelijk zijn van overheidsmiddelen en vooralsnog niet zelfstandig kunnen voortbestaan. Zo ja, kan het college in het voortbestaan van de orkesten een perspectief schetsen? Zo nee, ziet het college kansen dat beide orkesten op den duur zelfstandig kunnen worden of andere (overheids)stakeholders bereid zijn om mee te financieren?
- Kan het college van GS inzicht geven in de financiële bijdragen of sponsoring door derden zoals gemeenten, regio’s en bedrijven?
- In het voorstel wordt een transformatieperiode 2019-2020 voorgesteld. Is het mogelijk om na deze periode een besluit te nemen over een eventuele structurele bijdrage aan het Muziekhuis van het Oosten?
- De CDA fractie ziet een beantwoording op voorgaande vragen tegemoet voorafgaand aan de behandeling van het voorstel. Kan het college van GS hierin voorzien? Zo nee, waarom niet?