Het Griekse eiland Lesbos is vooral bekend om de vluchtelingencrisis. Het is echter ook een eiland waar toeristen heel graag komen. Het raakte een paar weken geleden ook bekend om een enorme bosbrand. Bewoners moesten worden geëvacueerd en de brandweer had de allergrootste moeite om het vuur te doven. De Tubbergse Jeanet Versteeg was op dat moment op het eiland om zich in te zetten voor het project ‘Home for All’.
Nikos en Katherina hebben dit project met behulp van vrijwilligers uit geheel Europa opgezet. Zij zorgen er voor dat de vluchtelingen eten krijgen en ook een invulling om de vaak lange dagen door te komen. Het verstrekken van voedsel gebeurt al jaren ook toen het kamp Moria nog bestond. Inmiddels is er een ander kamp gerealiseerd waar de omstandigheden wat menselijker zijn. “Veel vluchtelingen verblijven al vele jaren op Lesbos en kunnen geen kant op. Ze zijn afhankelijk van de Griekse instanties, maar ook van de hulp van anderen, waaronder de vrijwilligers van ‘Home for all’. Deze instantie is er niet alleen voor de vluchtelingen, maar we brengen ook voedsel naar de lokale bevolking, die het nodig heeft. Ook Corona heeft hier zijn sporen nagelaten. Het toerisme verdween in die periode en dat is voor velen de belangrijkste inkomstenbron. Dit jaar komt het wel weer op gang, maar de gevolgen zijn nog steeds merkbaar. En dan komt die brand er nog overheen, die dagenlang heeft gewoed. De brandweerlieden hebben geweldig werk verricht. Overdag was het soms 40 graden en dan nog de hitte van de vlammen en de stevige wind, die het vuur nog eens aanwakkerde. We hebben de hulpverleners water en eten gebracht om ze ook onze solidariteit te laten voelen,” vertelt Jeanet Versteeg. Ze benadrukt dat ze niet de enige vrijwilliger is. “Er zijn, verspreid over de zomermaanden, tientallen vrijwilligers hier, die de helpende hand bieden. Samen vormen we een team om er te zijn voor de mensen, die gevlucht zijn en echt hulp nodig hebben.”
Door haar werk ontmoette Jeanet een Afghaan, waarmee ze een bijzonder gesprek mocht voeren.
De timmerman
“We hebben eten klaar gemaakt en naar het kamp gebracht. Ik sprak met een man uit Afghanistan en we hadden een geweldig gesprek.” Hij vroeg me: “Waar kom je vandaan” Jeanets antwoord was dat ze uit Holland kwam. Toen vroeg hij: “Holland is goed, nietwaar?” Die opmerking zette Jeanet aan het denken. “Ik vond het een lastige vraag, omdat in Nederland steeds meer mensen lijken te klagen. Weten we wel hoe goed we het in Nederland hebben? In Afghanistan worden inwoners van dit land gruwelijk mishandeld of vermoord. Als we ziek zijn krijgen we in Nederland medische zorg en als we niet kunnen werken, worden we ondersteund in ons onderhoud. We hebben de meest luxe huizen met de meest luxe interieurs en mopperen er soms op los. Maar ik ben dankbaar, ik klaag niet en ik zei: ‘Ja in Holland is alles goed!’ Hij glimlachte en klaagde ook niet toen hij me vertelde dat hij al 5 jaar op Lesbos woont in een vluchtelingenkamp, een lange tijd in een tent en nu in de Isobox. Hij liet me al zijn creaties zien die hij in het kamp had gemaakt, omdat hij timmerman is. Op dat moment realiseerde ik me een probleem dat we in Nederland hebben: ‘We hebben niet genoeg timmerlieden!’ Dus als je denkt dat er geen ruimte meer is, hoop ik dat je ook beseft dat we mensen nodig hebben, mensen zoals deze timmerman,” vertelt een geëmotioneerde Jeanet Versteeg.
Hulp blijft nodig en zeker op Lesbos. Het betekent ook dat iedere bijdrage heel erg welkom is om onze medemens te helpen. Wie geld wil geven kan dit doen via deze link. Het geld komt dan bij de organisatie Home for All. Jeanet Versteeg blijft nog tot en met 9 augustus op Lesbos en heeft zich dan ruim 6 weken ingezet voor het project van Katharina en Nikos. ‘Home for all’ is een begrip op Lesbos en een naam, die de liefde van dit Griekse echtpaar voor hun medemens meer dan duidelijk maakt.
En dit is het tikkie voor evt donaties