Wanneer je wandelt door het gerenoveerde kolkengebied naast het nieuwe Commanderieplein, kun je ze niet missen : de metershoge palen. Wanneer je goed kijkt zitten er tussen de palen touwen en nu begint een plant bezit te nemen van dit raamwerk en het wordt alsmaar groener. Het is het hopveld van Brouwerij Othmar.
De hop is een belangrijke grondstof voor bier naast de haver, graan en gist. Het is een grillige plant, die het alleen maar doet in speciale bodem. Het plekje bij de kolken is hier uitermate geschikt voor. De hop van Othmar groeit hier voor het tweede jaar op. Hans Heupink weet er alles van. De eerste vier jaar levert dit nog niks op. Pas na het vierde jaar is de plant volgroeit en kunnen de zaaddozen geoogst worden om er bier van te maken. Het veldje is net te klein om mechanisch te oogsten zoals dat in Duitsland en België gedaan wordt. Hans opperde om tegen de oogsttijd nijvere Ootmarsummers uit te nodigen, lange tafels op het plein te plaatsen en iedereen tegen gratis bier de hop te laten plukken.
Het is wel een unicum dat er weer hop wordt verbouwd, want 200 jaar geleden was hopteelt op draadvelden een belangrijke bron van inkomsten voor de landbouw in Nederland. Dat is praktisch verdwenen. In noord Drenthe, in Peize, leefden bijna alle boeren van het verbouwen van deze plant. Het stadswapen met daarin een hopplant, herinnert er nog aan. Nu in deze tijd zou het best weer lucratief kunnen zijn. De regionale brouwerijen schieten uit de grond en de vraag naar hop stijgt. Een kilo hop brengt al gauw 40 Euro op.
Hop is een hennepplant en wordt gebruikt voor de smaak en de conservering. In Europa oogsten we de plant, zodra de vrucht rijp is. We brouwen er een pilsje van dat getapt kan worden met een blonde schuimkraag. In Engeland laten ze de vrucht doorgroeien totdat de pitjes rijp zijn. Deze bevatten oliën en mineralen. Door die olie komt er geen schuimkraag op het bier.
In een historisch artikel over de brouwerijen in Ootmarsum legde ik eens vast dat er in de stad in 1800 maar liefst 5 brouwerijen waren. Eén er van heette zelfs Heupink: de geschiedenis herhaalt zich… Bier was toen een nationale drank, omdat het water uit de putten vaak verontreinigd was. Zelfs kinderen dronken (laag alcoholisch) bier. Nu in deze tijd is bier populairder dan ooit. Zeker het regionale bier. Er zijn veel soorten en je wilt ze allemaal proeven. Lekker op een terrasje, gezellige mensen, interessant praatje, smakelijk hapje, ja, dan hop, hop, hop, dan is zo’n pilsje razendsnel op!
Rob Meijer
