Voorzitter Johan Weustink van de Ootmarsumse oud-Indiëgangers was over het voortbestaan van de jaarlijkse reünie heel duidelijk: “Wij gaan door tot de allerlaatste ademhaling.” Hij maakte die opmerking in zijn welkomstwoord in Café-restaurant Rouwers, waar de groep donderdagmiddag bijeen was. Van de reünie waar in 1996 maar liefst 49 Indiëgangers aanwezig waren, was een groepje van zeven mannen overgebleven. Enkele moesten vanwege gezondheidsklachten afzeggen, maar het aantal is ook werkelijk flink geslonken. “Maar we moeten wel inzien dat het bij ons om mannen gaat, die allen de 80 jaar (ruimschoots) gepasseerd zijn,” waarmee Johan Weustink begrip voor de situatie toonde. Hij vond het verheugend dat voor de eerste keer op een reünie een weduwe van een oud-Indiëganger aanwezig was, De voorzitter richtte zich speciaal tot haar, toen hij de vorig jaar overleden Jan Koenen herdacht. “Hij sloeg geen enkele keer over en was een belangrijke factor in onze club. En nu zet jij Gees die traditie voort.” Zoals gewoonlijk memoreerde Johan Weustink hoe het schrijven en aanbieden van het boek “Oud-Indiëgangers uit Ootmarsum vertellen” in 1996 aanleiding voor de jaarlijkse bijeenkomst was geweest. De Ben Morshuis Stichting die het boek uitgaf, is sindsdien op de reünie vertegenwoordigd; deze keer door de auteurs Harrie Oude Elberink en Ben Morshuis en het bestuurslid Luuk Oude Elberink. Nadat penningmeester Henk Hermelink op zijn eigen manier de financiële stand van zaken (‘Geen enkele zorg” ) uiteen had gezet, brachten de aanwezigen, enkele vergezeld door hun echtgenote door met het vertellen van verhalen en het ophalen van herinneringen. Natuurlijk werd de jaarlijkse groepsfoto gemaakt.