Maar liefst 43 jaar beheerde en onderhield Johan Arends de Hervormde Begraafplaats alsof het zijn ‘eigen tuin’ bleek te zijn. Bij iedere begrafenis stond de Ootmarsummer steevast op dezelfde plek bij de toegangspoort aan de Molenstraat de stoet op te wachten.
Een heel vertrouwd beeld. Vanaf die plek begeleidde Arends de overledene met daarachter de naaste familie en genodigden naar zijn of haar laatste rustplaats. In de zomer van 1979 nam hij deze taak over van zijn toenmalige buurman Henk Rademaker. Zijn eerste begrafenis was de uitvaart van Jan Schuurhuis en zijn laatste van Danho Danho. Hij nam zijn taak heel serieus en liet de begrafenissen altijd op een respectvolle en waardige wijze verlopen. Officieel is Johan Arends op 1 januari 2023 gestopt, maar hij zal zijn opvolger, Henny Wessels, bij haar eerste begrafenissen zeker bijstaan. Op zondag 19 februari wordt tijdens de kerkdienst afscheid genomen van Johan Arends en tevens ook van Johan Molendijk, die de administratie van de Hervormde Begraafplaats voor zijn rekening heeft genomen. Deze administratieve taak wordt overgenomen door Ine Veneklaas.
Familie op de eerste plaats
Op het moment dat Johan Arends gebeld werd door een uitvaartleider en te horen kreeg wie er was overleden, maakte hij een eerste afspraak met de naaste familie van de overledene. “Ik ging altijd naar de familie toe om het één en ander te overleggen. Samen bepaalden we de plaats van het graf. Ook spraken we de gang van zaken op de begraafplaats door en vooral wat hun wensen waren. De familie van de overledene stond bij mij altijd op de eerste plaats.”
Het graf delven
“In die eerste jaren van mijn taak als beheerder werd het graf nog gedolven door de heer Brugging, die met ‘de bats’ de kuil groef en deze ook geschikt maakte om de kist daarin te laten zakken. Dat was nog echt zwaar werk en zeker in de wintermaanden als de grond bevroren bleek. Dan kwam de bijl er aan te pas. Brugging was een man waar je op kon rekenen, maar nadat hij stopte hebben we met de Ootmarsumse werktuigvereniging afspraken kunnen maken. Vanaf die tijd deed een kraantje het werk wat jarenlang met mensenhanden werd gedaan,” vertelt Johan Arends. “Met een kraantje is het echter ook heel voorzichtig werken, want met deze graafmachine kun je niet op alle plekken van de begraafplaats komen. Tevens wilde je niet dat een bestaand graf beschadigd werd. Na het graven van het graf keek ik goed rond waar de familie kon staan en ook de dominee, die op de begraafplaats de plechtigheid afsloot.” Er valt heel even een stilte, want Johan bedenkt zich. “In vroegere jaren bleek het toch anders te zijn. Zeker bij de overledenen uit de buurtschappen was de traditie dat de gestorvene eerst naar de begraafplaats werd gebracht. Op de hoek van de Molenstraat en Denekamperstraat stond het destijds ‘zwart’ van de mensen, want iedereen was ook echt in het zwart gekleed en sommigen droegen zelfs een zwarte hoed, die speciaal voor begrafenissen was bestemd. Na het begraven liep men dan naar de kerk om daar de rouwdienst bij te wonen.”
In dankbaarheid terugkijken
Johan Arends raakt niet uitgepraat over ‘zijn begraafplaats’. Hij verhaalt over het onderhoud waar ook zijn kinderen Vera en Johnny regelmatig meehielpen om blad te harken en op te ruimen. Johan is blij met de onderhoudsploeg, die regelmatig op het kerkhof te vinden is om alles keurig op te ruimen en te onderhouden. Onderwerpen als ‘het verlof van begraven’, en het later aangelegde urnenveld, de veldkeien waar de as van Dick Takkenberg en Sarris Overbosch verstrooid is, rollen over de keukentafel. De vele gesprekken, die hij voerde met nabestaanden op de momenten dat ze het graf van hun dierbare onderhielden of er een bloemetje plaatsten. “Dan hoor je de echte levensverhalen en bood ik een luisterend oor.” Vervolgens haalt Johan mappen op waar al zijn begrafenissen in de afgelopen 43 jaar zijn vermeld, maar ook het reglement dat de familie krijgt bij het betreden van de begraafplaats en een plattegrond met daarop de vakken, waarin dit kerkhof is verdeeld. Johan vertelt ook over de spanning, die hij bij iedere begrafenis ondervindt. “Een begrafenis moet statig en waardig zijn. Het is de laatste eer, die je aan een overledene geeft. Respect stond bij mij altijd bovenaan, voor de dode, voor de nabestaanden. Daarom moest ook alles goed geregeld zijn en dat zorgde best wel voor wat spanning. Je wilt geen fouten maken, omdat je een dergelijke ceremonie niet over kunt doen. Als alles dan goed verlopen en achter de rug is, ben ik best wel opgelucht,” geeft Johan zijn gemoedstoestand weer op het moment dat er een begrafenis is. “Ik kijk in ieder geval met heel veel voldoening en in dankbaarheid terug op deze 43 jaar. Ik heb met veel mensen mogen samenwerken en dat verliep altijd in harmonie. Ik ben ook blij dat er een opvolger is uit de eigen protestantse gemeente in de persoon van Henny Wessels. Zij is iemand, die veel gemeenteleden kent en deze taak dan ook zeker goed kan uitvoeren. Dat geeft mij rust om dit uit handen te geven al zal ik haar zeker tijdens begrafenissen bijstaan,” aldus Johan Arends. Hij is een zeer betrokken gemeentelid, die deze functie van beheerder neerlegt, maar altijd verbonden blijft met deze begraafplaats aan de Molenstraat.