Hooi was vroeger de wintervoorraad voor de boer en werd op de boerderij op verschillende plekken opgeslagen. De typische halfronde deuren in de boerderijen van toen – in Twente heten ze ‘niendeur’- dienden er voor om een volle wagen met hooi naar binnen te kunnen rijden en het hooi direct op de zolder van de boerderij op te slaan. Voor de extra voorraad werd een hooiberg in de openlucht gemaakt. Het hooi moest worden beschermd, dus er kwam een kap op. De eenvoudige hooibergen bestonden uit 1 paal met een rond dak : een z.g. ‘Opper’.. De meer luxere modellen bestonden uit vier palen en een rieten dak: ‘een kapberg’. Zo ’n kapberg mocht natuurlijk niet ontbreken in ‘Het land van Heeren en Boeren’, het openluchtmuseum in Ootmarsum.
Bij de herinrichting is een reconstructie van een authentieke kapberg gebouwd door MK Houtbouw uit De Lutte. Het is een bijzondere constructie geworden met een zwaar plateau.
De kap is officieel met riet gedekt en dat was nog een hele klus, omdat er uitsparingen voor de staanders moesten worden gemaakt. De kap is door middel van staalkabels en een zwengel te verstellen en aan te passen aan de hoeveelheid hooi op dat moment. Het is een fraai bouwwerk geworden dat helemaal past op het historische landbouwplein van het museum net naast het nieuwe Commanderieplein. Een aanwinst voor het Openluchtmuseum net als twee nieuwe kapschuren en de groen voorziening en aanleg van nieuwe paden tussen de karakteristieke gebouwen van het complex.
Kapberg krijgt extra functie
De nieuwe kapberg krijgt een extra functie : het is een mooie plek voor de demonstraties van de oude ambachten en bij evenementen wordt er opgetreden en is het een podium. Op 2 juli vindt er het Twents Kleinkunst Festival plaats waar deze mooie kapberg het centrale punt van de festiviteiten gaat worden en waar de bezoekers kunnen genieten van diverse optredens.
Meer informatie is te vinden op www.openluchtmuseumootmarsum.nl en wilt u een vraag kwijt of een bezoek plannen dan kan men dit mailadres gebruiken: info@openluchtmuseumootmarsum.nl
Foto’s zijn van Rob Meijer