De kop is er af voor de 55-jarige carnavalsvereniging de Othmarridders. Als opmaat voor het jubileumjaar hield de Raad van 11 een reünie. Het werd een uiterst goed bezochte en geanimeerde bijeenkomst in de Partylounge Tichelwerk waar de ene anekdote de andere opvolgde.
De eerste doare Road van 11 zag het levenslicht in 1964 en onder leiding van de eerste stadsprins Antoon 1 (Ton Schulten) werd het een feest om niet te vergeten. Maar dat geldt ook voor de reünie, die afgelopen zaterdag werd gehouden. Het werd proosten op een glorierijk zottenbestaan en genieten van elkaarsverhalen en herinneringen.
Vorst Tim Kienhuis opende deze meeting met een kort woord van welkom en samen met de aanwezigen stond hij stil aan de hand van een klein in memoriam aan alle ontvallen leden.
De opzet van deze reünie was mede om de sociale banden weer eens aan te halen en ‘oud’ en ‘nieuw’ met elkaar kennis te laten maken.
Aan de hand van een 55-jarige fotopresentatie uit de roemrijke historie van de Raad van 11 kwamen de tongen los: “Dat was in’t joar van Benny, kearl wat n’en prachtigen tied was dat”:
“Kiek dan…….de eerste optocht met de Road van 11 in ne’n zeilwaag’n’:
‘Den oamd möss dr een bouwstut onder t plafond van de vergaderzaal’. Het zien van deze mix aan foto’s brachten de herinneringen boven en zo vonden de verschillende generaties elkaar in een goed gesprek. Daar bleef het natuurlijk niet bij, want al gauw werden de traditionele liederen van vroeger ingezet.
Het lijflied ‘Komt leden van den Elfde’ werd veelvuldig ingezet en roemruchte verhalen van vroeger verspreidden zich over de tafels. De avond vloog voorbij onder het genot van de goede gesprekken en een hapje en een drankje. Het bleef dus nog heel lang gezellig op de Kuiperberg.
Iedereen kan terugkijken op een goed bezochte en geslaagde avond. De Raad van Elf is klaar voor het komend jubileumjaar! Men had er heel veel zin in, waarbij ook al weer voorzichtig gerept werd over de komende 11 jaar om deze opnieuw te bekronen met een reünie van de doare Road van 11.
De foto’s zijn van Ramon Baasdam