Zonder de geblesseerde Arthur Timmerhuis trad de Brink aan tegen koploper Beuningen, dat Bas Senger moest missen. In de eerste periode lag Beuningen na 5 schoten op lichte voorsprong. Maar een afzwaaier aan Beuningenzijde bezorgde de Brink een riante voorsprong van 35 meter. Bij het ingaan van het vijfde schot in deze eerste ronde lag de Brink nog op 2 meter voorsprong. De oudjes van de Brink waren echter niet bij machte om deze voorsprong te consolideren, zodat Beuningen met 25 meter verschil won. Ook in de tweede periode kon Beuningen geen afstand nemen.
Het verschil was nooit groter dan 20 meter. Maar toch wist Beuningen dit vast te houden en ook het tweede punt over de streep te trekken. In de derde periode was de vut er bij de Brink, vooral bij de oudjes, volledig uit. Bij een aantal personen viel de kloot te vroeg uit de vingers en bij een ander was het schot krachteloos. Beuningen liep uit naar een schotlengte verschil en stelde daarmee een 3-0 overwinning veilig. De enige die een ruime voldoende haalde aan Brinkzijde was Marc Luft, die blijkbaar nog niet tot de oudjes behoort.