Het natuurgebied de Ottershagen is nog één van de weinige plekken in dit gedeelte van Twente waar de nodige soorten weidevogels hun broedgebied hebben. Leden van de Jeugdnatuurclub Ootmarsum bezochten dit bijzondere gebied om op zoek te gaan naar de weidevogels en hun nesten. Ze ervaarden lief en leed, want naast nesten met eieren vonden de kinderen en hun begeleiders ook leeggeroofde broedplaatsen. De kinderen genoten echter wel van het struinen door de natuur, want als je goed kijkt en luistert zie en hoor je van alles.
Met 21 kinderen ging de Jeugdnatuurclub op pad naar de Ottershagen om weidevogels te bekijken. Met verrekijkers, laarzen en markeringsstokken voor de kievitsnesten trok het enthousiaste gezelschap naar de vogelkijkhut in de Ottershagen.
Veel weidevogels zijn hier neergestreken, maar je had wel een verrekijker nodig om ze goed te kunnen bekijken. Gelukkig stonden 2 telescopen klaar, waardoor de jonge leden van de Jeugdnatuurclub soorten als de grutto, kievit, tureluur, slobeend wat beter konden bekijken.
Het is voor de leiding trouwens leuk om te ervaren dat steeds meer kinderen bepaalde soorten beter leren herkennen.
Een oplettende Ties zag onder andere twee gele kwikstaarten in een boom vliegen.
Yfke Kuipers had een handige weidevogelkaart meegenomen om de soorten te herkennen. Ook vloog de boerenzwaluw daar in het rond, die nog maar net terug is uit Afrika. De wulp liet zich met zijn jodelende geluid ook goed horen.
Jonge natuurfotografen
Inmiddels zijn ook onder de jeugd een paar goede beginnende natuurfotografen te vinden. Luuk Scholte Lubberink en Sjors Wolbers namen de tijd om de weidevogels op de gevoelige plaat vast te leggen. Nadat de club de meeste weidevogels hadden bekeken werd het tijd om de akker op te gaan om kievitsnesten te zoeken en te markeren met stokken. Bij elk gevonden nest moesten 2 stokken komen te staan. Op deze manier kan de boer zien dat hier een nest is.
Ook dit is de natuur
Er zijn meerdere nesten gevonden die leeg waren. Gelukkig vonden de jongeren toch nog één nest met 4 eieren. Even later spoorden de enthousiaste speurneuzen ook nog een groter verlaten nest van een grauwe gans op. Hiervan waren de eieren leeggegeten. In de buurt lagen ook nog eierschalen van kievitseieren. Deze vondsten waren het bewijs dat er vele nesten waren leeggeroofd door roofdieren. Waarschijnlijk het werk van een hermelijn. De tandafdrukken van de hermelijn waren goed in de eierschalen te zien.
Na deze trieste constatering zagen we ook nog iets verrassends. Op een gegeven moment vloog er opeens een kleine steltloperachtige vogel op. Het bleek het neefje van een watersnip te zijn. Het was namelijk een bokje. Een bokje is een snipachtige vogel, die af en toe in voor- en najaar in Nederland wordt gezien. Al met al was het weer een geslaagde middag met heerlijk voorjaarsweer!
De foto’s zijn van Harry Wolbers en Robert Westerhof