Twaalf leden van de Jeugdnatuurclub zijn met een aantal begeleiders en een tweetal moeders naar de Engbertsdijkvenen geweest. De kinderen bleken echte speurneuzen en met name Stan Veelers, één van de kleinsten, gaf aan een goede neus te hebben voor bijzondere diertjes.
“De weersomstandigheden waren niet in ons voordeel. Het was koud en er viel een beetje regen, maar daar hoorde je de kinderen helemaal niet over. Voor de Jeugdnatuurclubleden was het een spannende ervaring, want misschien vielen er wel weer adders te spotten, ondanks het koude weer.
En jawel hoor, de kinderen vonder er drie. Lang hebben we ze niet gezien, want ze kropen direct weg. Onderweg zagen wij een heleboel witte pluizenbolletjes, waarvan ik denk dat het toch zeldzame eenjarig wollegras is,” vertelt Harry Wolbers, “Het veenpluis lijkt hier precies op maar bloeit toch volgens mij later. Eén van de kleinsten, Stan Veelers, is een echte speurneus. Hij vindt altijd bijzondere beestjes,” lacht Wolbers.
“Zo vond hij deze middag een ‘Gewone Doodgraver’. Dat is een mooie gevlekte kever. Wij hadden nog een paar netjes meegenomen om misschien nog wat waterdiertjes te vangen. Slechts ééntje werd er gescoord. Drie jongens scoorden wel door met de voeten in het water te komen. Ach het hoort erbij, het is een Jeugdnatuurclub.”
De jeugdige natuurliefhebbers zagen aan vogels nog de Fitis, Roodborst, Roodborsttapuit, Zwaluwen , Torenvalk en de Boompieper. Deze laatste herken je meteen, want die laat zich als een parachuutje naar beneden vallen. Er werd door de begeleiders ook nog verteld over het veen, waar vroeger turf van gemaakt werd, dat toen diende als brandstof voor de kachel. Zo werd het ondanks de kou opnieuw weer een leerzame en mooie middag voor de Jeugdnatuurclub.
De foto’s zijn van Alwie Olde Hanter
