Het was voor de Siepeljonkers en met name voor het nieuwe trio een buitenaards welkom. Koen Lohuis werd de 17e markies van de jongerenvereniging in Ootmarsum en in zijn kielzog nam hij neef Pim Bank en Robbert Wijdenes mee als zijn adjudanten. Een bijzonder trio, want de vaders van Koen en Pim zijn beide oud-Prinsen en dus komt 2/3 deel van het trio uit een carnavalesk geslacht. Robbert Wijdenes heeft niet die achtergrond, maar kent het klappen van de zweep op een andere wijze, want als lid van harmonie Caecilia is hij bekend als een feestbeest.
In een opnieuw bomvolle residentie stadscafé In de Gulden Crone bleek het bekende filmpje weer een geweldige opwarmer voor de presentatie van het nieuwe trio. Onder luid gejuich en tot groot enthousiasme van de aanwezigen kwam het nieuwe trio op de bühne. Na het bekend maken van de proclamatie werd ook de lijfspreuk onthuld: ”Van de Siepelstad tot in ’t heelal, viert wie dit joar onmeunig carnaval.”
Koen Lohuis is 24 jaar en werkt bij Timmers Food Creation in Deventer. Binnen het jongerencarnaval is hij hoofd van de Technische Commissie en lid van het bestuur van de Siepeljonkers. Verder is hij nauw betrokken bij de wagenbouw en voetbalt Koen in KOSC 8. Adjudant Robbert Wijdenes heeft de studie Integrale Veiligheidskunde gevolgd en is nu tijdelijk taxichauffeur bij Taxi Ootmarsum. Daarmee treedt hij in de voetsporen van zijn moeder Hedie. Ook is Robbert erg actief binnen de harmonie en organiseert hij het drumspektakel in De Damast op de laatste zaterdag in november. Daarnaast heeft de 21-jarige Robbert Wijdenes zich onlangs aangemeld bij de vrijwillige brandweer van Ootmarsum. De 20-jarige Pim Bank werkt bij eetcafé De Postelhoek en is lid van de Technische Commissie. Met zijn vader en oud-Prins Jan Bank als grootste fan speelt hij in het eerste herenteam van Set-Up ’65.
De 17e markies van de Siepeljonkers en zijn twee adjudanten hebben een aansprekende proclamatie, die ongetwijfeld de komende weken ten uitvoer wordt gebracht. Hun Lijfspreuk heeft alles te maken met het thema van de praalwagen van de Siepeljonkers. In de carnavalshal wordt hard gewerkt aan deze ‘Buitenaardse’ praalwagen, waarmee men weer hoge ogen hoopt te gooien in de diverse carnavalsoptochten.
