Wie denkt dat na de laatste vlucht, zo half september, de duivenmelkers in een soort van winterslaap geraken, heeft het mis. Na de rui en de uiteindelijke selectie beginnen half november de tentoonstellingen van de zusterverenigingen, de verenigingen uit Oldenzaal en Denekamp waar de Othmarvliegers in het seizoen de degens mee kruisen. Een tentoonstelling is te vergelijken met een Miss-Verkiezing: er wordt alleen maar gekeken naar het uiterlijk en of een duif de skills heeft om een eerste te vliegen doet niet ter zake. Immers, vaak zal het gaan om de motivatie van een duif en dat valt, ook met de modernste technieken, nog steeds niet te meten. Het gaat dus om uiterlijke schoonheid maar frappant is wel dat goede duiven meestal ook mooie duiven zijn: altijd strak in het pak, stevige spieren en een perfect vleugelmechanisme. De fout die beginners wel eens willen maken is gedacht wordt dat een perfect gevormde postduif als vanzelf ook een goede postduif is, dat wil zeggen een duif, die als die wordt ingezet, ook regelmatig op de bovenste helft van de uitslag terecht komt. Zo werkt het dus niet: een mooie postduif hoeft geen goede te zijn, daar waar een goede in de regel wel een mooie is. Tot zover een stukje “postduivenwetenschap”. Diegene die in Ootmarsum vaak mooi en goed weet te combineren is Bennie Senger. Meerdere jaren achtereen had hij de mooiste duif van de show en/of het mooiste viertal en dat was dit jaar niet veel anders:
Mooiste viertal, mooiste jonge doffer en mooiste jonge duivin en dan is er maar één conclusie mogelijk: in 2015 was Bennie Senger Keizer van de show van de Othmarvliegers. Het zij hem uiteraard en van hare gegund maar de concurrentie ‘zit’ er maar mooi mee.
Daarmee zijn we er nog niet: de mooiste oude doffer en tevens mooiste duif van de show had dit jaar Han Damhuis en de mooiste oude duivin Bert Damhuis. De gedachte die opkomt is: koppel die twee, het blijft tenslotte in de familie, en het kan niet anders of d’r moeten hele mooie uitkomen. Maar ja, beide heren hebben meer belang bij snelle duiven en kijken minder of een duif geschikt is voor de tentoonstelling.
Voor wat betreft de viertallen van de zusterverenigingen: de 1e prijs was voor De Zwaluw uit Oldenzaal, 2e Onze Sport uit Denekamp en 3e de Snelvlucht uit Oldenzaal.
Wat resteert is dat de Othmarvliegers nog een aantal buren van de Tijinkskamp moet bedanken voort het welslagen van de tentoonstelling: tentenverhuurbedrijf Postel te Rossum/Ootmarsum voor het telkens maar weer beschikbaar stellen van de tent waar de duiven gehuisvest kunnen worden en de Othmarridders voor het beschikbaar stellen van de ruimte waar de tent met duiven geplaatst kan worden.