De gemeente Dinkelland heeft een nieuwe welstandsnota. In het document staat beschreven aan welke criteria een bouwplan moet voldoen, zodat het architectonisch past in de omgeving. De insteek van de nieuwe nota is minder regels en meer aan de inwoners zelf overlaten.
De oude welstandsnota dateerde van 2004 en sloot niet meer aan bij de tijd. Deregulering, dus minder bemoeienis van de overheid, is de trend en dat is ook één van de uitgangspunten in de nieuwe nota. “De gemeente wil de verantwoordelijkheid meer bij de burgers neerleggen en daarbij de inwoners laten zien waar de kwaliteiten liggen van de omgeving waarin zij wonen”, zegt projectleider Ben Burink.
Het nieuwe document, dat de naam ‘Nota Omgevingskwaliteit’ heeft gekregen, is door de vermindering van de regels en de samenvoeging van verschillende documenten tot één versie voor de gemeenten Tubbergen en Dinkelland, sterk vereenvoudigd.
De nota is tegenwoordig ook digitaal beschikbaar. Dit houdt in dat inwoners met bouwplannen van achter hun computer al de nodige informatie kunnen vinden. “Inwoners kunnen snel zien wat de criteria zijn voor hun type bouwwerk en in welke categorie de locatie valt. Op één A4-tje krijgen mensen nu inzichtelijk wat er mogelijk is en welke regels er gelden. Wanneer hun bouwplan niet toetsvrij is, kunnen inwoners ook lezen wat de ambities zijn van de gemeente en wat de gemeente beoogt op die plek.”
Noaberkracht brengt ook een inspiratiefolder uit die door initiatiefnemers gebruikt kan worden bij het maken van plannen. Hierin wordt aan de hand van goede en slechte voorbeelden duidelijk gemaakt wat wordt bedoeld met omgevingskwaliteit.
De ‘Nota Omgevingskwaliteit’ heeft ter inzage gelegen, maar er zijn geen bedenkingen ingediend. Het document wordt in april of mei in de gemeenteraad behandeld, waarna de nota officieel in werking is.
Projectleider Ben Burink:
“Het welstandsbeleid is minder streng. Er is meer ruimte voor gesprek”
“Als beleidsmakers hebben we besloten om de gemeenschap te betrekken bij het opstellen van de nieuwe welstandsnota. Dat is een vrij unieke situatie. Via inloopavonden hebben we de inwoners mee laten denken en hen verschillende scenario’s voorgelegd waaruit zij een keuze konden maken. De uitkomsten zijn verwerkt tot de nieuwe nota.
Zo bleek dat mensen het relevant vonden om categorieën te maken van zowel de typen bouwwerken als de verschillende locaties. Dat laatste resulteerde in een verdeling van de gebieden in Basis, Midden en Bijzonder. Waar de impact het kleinst is, dus basisgebieden, is de minste bemoeienis. Waar de omgeving het meest verandert, daar zullen we meer meekijken. Besloten is om zoveel mogelijk bouwwerken in Basis te plaatsen. Dit houdt in dat circa 50% van de bouwplannen nu toetsvrij kunnen worden gerealiseerd. De burger bepaalt dus zelf voor een groot deel de kwaliteit en dat is de uitdaging die we hebben aangedurfd. Vroeger was het beleid een stuk strenger. Er is nu meer ruimte voor gesprek.”
Stadsbouwmeester & adviseur Ruimtelijk Kwaliteit Endrie Nijhuis:
“Het gaat om de identiteit, wat maakt een plek uniek?”
“Bij het opstellen van de nota is gekeken hoe de gemeente het beleid op een slimme manier in kan richten, zonder de welstand gelijk af te schaffen. De visie is veel meer te kijken naar ruimtelijke kwaliteit dan naar het object. Ruimtelijke kwaliteit is dat je je bewust bent van waar je bent en waar jij goed vertoeft. Omgeving en bebouwing moeten bij elkaar passen. Wij kijken steeds meer naar de omgeving, die bepaalt de kwaliteit.
Het gaat om de aantrekkingskracht en de identiteit. Wat maakt jouw plek uniek? Dat unieke, dat moet je bewaken. We willen niet meer alles sturen, maar zoveel mogelijk aan de bewoners zelf overlaten. Samenwerking wordt hierin steeds belangrijker. Inwoners worden eerder betrokken door vooraf samen in gesprek te gaan. Als stadsbouwmeester wil ik vroegtijdig met inwoners meedenken en schetsen om samen dat uniek plekje te creëren.”
Wethouder Eric Kleissen:
“Los durven laten, daar gaat het om”
“Deregulering staat met hoofdletters in ons coalitieakkoord en we merken ook dat mensen zelf willen bepalen. Mensen kunnen veel en we willen de inwoners die ruimte bieden. Er zijn plekken in onze gemeente waar we veel waarde aan hechten, zoals bijvoorbeeld het stadsgezicht van Ootmarsum. Bij dergelijke kwetsbare gebieden willen we als gemeente meekijken. Bij niet in het oog springende plekken, zoals een achtertuin, zeggen we nu: Bepaal zelf je eigen geluk.
We zijn niet bang dat die vrijheid ten koste gaat van de kwaliteit van de omgeving. Als je ziet hoeveel waarde mensen hechten aan kwaliteit, dan heb ik daar alle vertrouwen in. Het is een kwestie van gezond verstand, al gaat er vast ook wel eens iets mis. Los durven laten, daar gaat het om. En dat durven we. Het vergt een andere manier van denken waarin de beleidsmakers zeer goed geslaagd zijn.”
Architect Tom Olde Dubbelink:
“Niemand wil aangekeken worden op zijn woning”
“Bij architectuur is het belangrijk dat de klant zich prettig voelt in zijn ruimte en omgeving. Met elkaar willen we een mooie leefomgeving maken. De klant weet daarbij prima wat hij mooi vindt. Niemand wil aangekeken worden op zijn woning. Iedereen wil dat het past, bij de buurt en bij de omgeving. Bovendien hebben wij ons nog altijd te houden aan de bestemmingsplanregels. Die bepalen in grote lijnen al hoe een woning eruit mag zien. Welstand is voor ons maar een klein onderdeel.
Wat goed is aan het nieuwe beleid is dat er meer ruimte is voor discussie. Als je iets geks wilt, kun je nu de discussie aan gaan. Dat was voorheen afgebakend en dat vind ik voor mijn klant niet prettig, want dan bepalen de regels wat de klant krijgt en is er geen ruimte voor innovatie. Ik vind dat we samen moeten kijken hoe we de waarde kunnen versterken. Welstand wordt vaak gezien als: dit kan niet en dat mag niet. Ik ervaar het niet zo. Door samen te werken kun je een misschien een beter plan maken. Daar heeft iedereen baat bij. De nieuwe welstandsnota vind ik dus een hele vooruitgang, maar de kaders blijven en ik vraag me wel eens af: Kan het er niet helemaal af? Ik ben voorstander van welstandsvrij, mits de omgeving gerespecteerd wordt. Is de omgeving er mee eens? Dan zeg ik prima. Laat de klant samen met de professional bepalen.”