Het vluchtseizoen voor de duiven is voorbij. De balans kan worden opgemaakt door de leden van postduivenvereniging ‘De Othmarvliegers’. Een mooie strijd binnen de club zelf, maar toch blikt men niet helemaal tevreden terug en dat heeft alles te maken met de weersomstandigheden, waarin door de duiven gevlogen moest worden. Het omgekeerde spreekwoord ‘Na zonneschijn komt regen’, want vaak was het door de week prachtig weer, scheen de zon, maar werd het weekend gekarakteriseerd door buien op de vluchtroute, de ‘verkeerde’ wind of mist. Op dus naar het volgend seizoen in 2015 met misschien wel weer betere omstandigheden, want het goede spreekwoord is natuurlijk ‘Na regen komt zonneschijn’. Martin Weghorst doet voor deze site voor de één na laatste keer verslag.
Topuitslag combinatie Meijers
Basta, basta finito: niet alleen de titel van een klein hitje uit de jaren 70 maar het betekent ook het einde van het vluchtseizoen. Om met Karel Meijers te spreken: een waardeloos seizoen. Nu slaat dat niet direct op de prestaties van de comb. Meijers maar veel meer op de wijze waarop de vluchten verlopen zijn. Tekenend voor het seizoen was dat het door de week vaak goed weer was maar dan was het op de zaterdag vaak hommeles. Als voorbeeld kunnen dienen de midfondvluchten: daar waar er 7 op het programma stonden, konden er maar 4 vervlogen worden. Wat dus eigenlijk het hele jaar door manifest was, gebeurde op de laatste vlucht van het seizoen dus ook. De hele week schitterend weer en op de zaterdag mist en in de loop van de middag onweer en stevige regenbuien (al viel het in Ootmarsum wat dat betreft mee). Vluchten aan het eind van het seizoen betekenen traditiegetrouw minder deelnemers en minder duiven. De rui is volop aan de gang en alleen die duiven die nog goed in de veren zitten maken kans om op de uitslag te geraken. De vliegploeg van de comb. Meijers heeft de machine, na opstartproblemen bij de jonge duiven,evenwel goed aan het draaien. De algemene verwachting was dan ook dat het op de afsluitende vlucht, St. Quintin op 381 kilometer, bingo zou zijn. Gelost om 11.00 uur wist hun allerbeste duif van dit seizoen, de 904, onweer en regen te trotseren om op 15.36 uur aan de Nutterseweg te arriveren. Niet alleen goed voor een snelheid van bijna 83 kilometer per uur maar ook voor een 1e in het samenspel met Denekamp en Oldenzaal en zelfs een 2e binnen kring 2 van bijna 2000 duiven. Wederom een topuitslag en dat is minstens een felicitatie waard.
Een aardige bijkomstigheid, noem het maar een bijkomstigheid, was dat de weekendprijs van deze vlucht persoonlijk uitgereikt kon worden door Hans ‘De Wunne’ Peters namens loonbedrijf Postel uit Tilligte. Dat was geen toeval, want in aansluiting op het klokken lichten vond de jaarlijkse sponsoravond plaats. Alle bedrijven, die in de wekelijkse verslagen genoemd worden, komen voor een gezellig samenzijn in het clubgebouw van de Othmarvliegers, waarbij de inwendige mens niet wordt vergeten. Op deze manier probeert de club wat terug te doen voor deze sponsoren en dat werkt wonderwel.
Terug naar de duiven: hoewel de jonge duivenvlucht van vorige week vanuit Troyes niet meetelde voor het generale kampioenschap, telde deze vlucht wel degelijk mee voor het fondkampioenschap jonge duiven. Een nieuw kampioenschap , ontsproten aan het brein van Jim van Ingen, dat het verdient om genoemd te worden. Terechte kampioen, zij het nipt, is geworden Douwe Kuipers, net voor Gerrit Schepers, tevens eigenaar van de duifkampioen jonge duiven fond en Bennie Senger.
Kampioen op de natour werd zoals verwacht en met een straatlengte voorsprong de comb. Meijers, gevolgd door Bennie Senger en Jim van Ingen.
Dat was het wel zo’n beetje, het laatste verslag van dit seizoen zal een overall-terugblik geven van het seizoen, waarvan de uitslagen niet alleen bepaald werden door de generale kampioenen de comb. Meijers maar zeker en meer dan nadrukkelijk ook door Han Damhuis, Gerrit Schepers en Bennie Senger.
De volledige uitslag van St. Quintin, 5 deelnemers met 83 duiven:
1 t/m 21: de comb. Meijers met daar tussen op 15: Han Damhuis en op 17: Jim van Ingen.